IMIS

Publicaties | Instituten | Personen | Datasets | Projecten | Kaarten
[ meld een fout in dit record ]mandje (0): toevoegen | toon Print deze pagina

Natuurherstelplan Zeeschelde: Drie mogelijke inrichtingsvarianten
Van den Bergh, E.; Meire, P.; Hoffmann, M.; Ysebaert, T.J. (1999). Natuurherstelplan Zeeschelde: Drie mogelijke inrichtingsvarianten. Rapport Instituut voor Natuurbehoud, IN 99/18. Instituut voor Natuurbehoud: Brussel. ISBN 90-403-0108-5. IV, 166 + bijlagen pp.
Deel van: Rapport Instituut voor Natuurbehoud. Instituut voor Natuurbehoud: Brussel, meer

Beschikbaar in  Auteurs 

Trefwoorden
    Conservation > Nature conservation
    Ecosystems
    België, Zeeschelde [Marine Regions]
    Brak water

Auteurs  Top 
  • Van den Bergh, E., meer
  • Meire, P., meer
  • Hoffmann, M., meer
  • Ysebaert, T.J., meer

Abstract
    Het Schelde-estuarium is met zijn volledige zout-brak-zoet gradiënt een vrijwel uniek estuarium in Europa. Het levert niet alleen een belangrijke bijdrage tot de nationale en internationale biodiversiteit, maar vervult ook economische en sociale functies die maatschappelijk van vitaal belang zijn. Om al de functies van het estuarium blijvend te kunnen combineren is een integraal beheer vereist dat gebaseerd is op inzicht in de werking ervan en gericht op een optimale afstemming van de diverse processen en functies op elkaar. Dit rapport hoopt een aanzet te vormen tot een vruchtbare dialoog als stap vooruit naar een integraal beheer voor het Schelde-estuarium. Het vormt een onderdeel van de convenant die AWZ met een aantal milieuverenigingen afsloot naar aanleiding van de verruiming van de Westerschelde. In deze verkennende studie worden mogelijkheden afgetast om ecologisch herstel van het estuarium en het creëren van duurzame riviergebonden natuur te koppelen aan de veiligheidsmaatregelen van het Sigmaplan en de scheepvaartfunctie van de Zeeschelde. De natuurontwikkelingsvoorstellen in MEIRE el al. (1992) en HOFFMANN (1993) en de voorstellen tot ecologische integratie van de Sigmawerken in de nota "AMIS-O45" (ANONYMUS, 1994) werden verwerkt in de geformuleerde voorstellen. Knelpunten voor een functioneel estuarien ecosysteem zijn het afgezwakt zelfreinigend vermogen van de rivier, de versnipperde en gefragmenteerde ecologische infrastructuur, de versnelde verlanding, en verhoogde vloedgolven. Ze zijn het gecombineerd effect van inpolderingen, regularisatiewerken, het binnendijks bodem- en watergebruik, beïnvloeding van de bovenafvoer en de algemene stijging van de zeespiegel. Problemen die hieruit voortvloeien zijn de geringe draagkracht van het ecosysteem, de verhoogde afvoer van vuilvracht naar de Noordzee, verarmde levensgemeenschappen, overstromingsgevaar en verminderde bevaarbaarheid. Opties voor herstelmaatregelen situeren zich op drie niveau's: de ruimtelijke uitbreiding van de intergetijdenzone door ontpoldering van binnendijkse gebieden en door het afgraven van opgehoogde buitendijkse terreinen, herstel van het contact tussen de vallei en de rivier door ecologische aanpassingen aan de dijkstructuren en door het contact tussen binnen- en buitendijkse wateren te verbeteren, structureel en functioneel herstel van binnendijkse gebieden. Het toepassen van deze maatregelen kan resulteren in een vollediger ecologische infrastructuur, betere migratiemogelijkheden voor biota, meer diverse levensgemeenschappen, een kleinere input van energie en stoffen naar de rivier, een groter zelfreinigend vermogen, verminderde afvoer van vuilvracht naar de Noordzee, verhoogde komberging en minder snelle verlanding. Om het ecologisch herstel van het estuarium te bevorderen kunnen deze maatregelen in verschillende combinaties aangewend worden, naargelang de ontwikkelde gebiedsvisie. Bij wijze van voorbeeld worden drie mogelijke inrichtingsvarianten voorgesteld die elk een verschillende ontwikkelingsrichting voor het gebied aangeven. De eerste twee scenario's streven de ontwikkeling van een coherent geheel na, elk vanuit een verschillende invalshoek ten aanzien van de hydrodynamiek, de belangrijkste sturende factor voor de dynamische estuariene gradiënten, waarlangs verschillende levensgemeenschappen elkaar afwisselen in tijd en ruimte. In het scenario 'Ruimte voor het Estuarium' wordt ernaar gestreefd zoveel mogelijk ruimte aan het estuarium te geven en het getij lateraal en longitudinaal te laten uitdeinen zodat getijgestuurde dynamische processen geleidelijk overgaan in processen die gestuurd worden door de bovenafvoer. Daar waar uitbreiding van het estuarium niet opportuun geacht wordt gaat de aandacht naar binnendijkse natuurontwikkeling. De volledige uitvoering van dit scenario zou resulteren in een uitbreiding van het estuarium tot 3.544 ha slik en schor en 846 ha gecontroleerd overstromingsgebied onder gereduceerd getij. In de vallei z

Alle informatie in het Integrated Marine Information System (IMIS) valt onder het VLIZ Privacy beleid Top | Auteurs