Vlaams minister van leefmilieu en landbouw Vera Dua is zeer tevreden met het bezoek van Europees Commissaris Wallström aan Oostende naar aanleiding van de olieramp aan onze kust.

Minister Dua maakt van de gelegenheid gebruik om aan te dringen bij Europa op meer garanties voor een veilige scheepvaart en op het uitwerken van een kwaliteitslabel voor zeewaardige schepen. Europa moet ook een strengere controle op de illegale lozingen van afvalolie in zee uitwerken. Dat beklemtoonde Vlaams minister van leefmilieu en landbouw Vera Dua tijdens een bezoek samen met Europees Commissaris Wallström aan het vogelopvangcentrum in Oostende. De minister liet ook nog weten dat het Vlaams Gewest middelen vrij zal maken voor een sterk uitgebouwd opvangcentrum aan onze kust.

1. Stand van zaken Vlaamse hulp bij bestrijden olieramp

Vlaams minister van leefmilieu en landbouw Vera Dua stelt een noodfinanciering van 60.000 euro ter beschikking voor de opvang en behandeling van de met olie besmeurde vogels. Deze financiële middelen zijn noodzakelijk om op korte termijn de opvang- en behandelingscapaciteit van het opvangcentrum in Oostende uit te breiden.

De opvangcentra voor vogels en wilde dieren doen schitterend werk. Honderden vrijwilligers zetten zich jaarlijks in voor het revalideren van gekwetste wilde dieren. In totaal worden jaarlijks 12.000 dieren verzorgd. De vogelopvangcentra geven niet alleen antwoord op een reële nood (het herstellen van gekwetste dieren) maar vervullen ook een belangrijke educatieve taak (mensen betrekken bij de natuur).

Het blijft de bedoeling om de opvangcentra met vrijwilligers te runnen maar om kwaliteitsvol werk te leveren is een zekere professionele ondersteuning van deze vrijwilligers noodzakelijk. Minister Dua heeft vorig jaar een subsidie toegekend van 150.000 ? in functie van die professionalisering. Met de wijziging van het decreet natuurbehoud is er nu een stevige juridische basis om een structurele ondersteuning van de vogelopvangcentra mogelijk te maken. Momenteel wordt een nieuw uitvoeringsbesluit voorbereid om deze ondersteuning te bestendigen.

In december vorig jaar werd aan de provincie West- Vlaanderen toegezegd dat het Vlaams Gewest financieel zal bijdragen aan de uitbouw van een vogelopvangcentrum in Oostende.

De recente ramp toont aan dat er nood is aan een sterk uitgebouwd centrum aan de kust. De lokale ploeg toont aan dat ze in staat is om noodsituaties als deze de baas te kunnen. Het werk in het centrum van Oostende wordt hier grotendeels door vrijwilligers uitgevoerd op een deskundige en professionele manier. 800 nieuwe vrijwilligers boden zich reeds aan om in de komende weken te helpen bij de verzorgen van de vogels. Ook het Sea-life centrum vervult een belangrijke taak bij het behandelen van de stookolieslachtoffers. Daarnaast zijn er natuurlijk ook de vele inspanningen van o.m. de lokale besturen, de brandweer, BMM, VLIZ, sea-alarm en de marine om de negatieve gevolgen van de olievervuiling tegen te gaan. Het Vlaams Gewest heeft in de centra een aantal wetenschappers en een aantal arbeiders van de afdeling natuur van AMINAL om de vrijwilligers te ondersteunen. Er is aan de kust een capaciteit om een 150-tal vogels te reinigen per dag. Bij deze omstandigheden is dit onvoldoende. De medewerkers van het vogelopvangcentrum van Oostende zijn erin geslaagd om op korte termijn die capaciteit uit te breiden, enerzijds door vogels te verplaatsen naar andere centra anderzijds door ter plaatse de opvang- en behandelingscapaciteit uit te breiden. Hiertoe waren op korte tijd financiële middelen noodzakelijk. Op basis van de dringende noden die het voorbije weekend duidelijk werden, werd onmiddellijk beslist om op korte termijn een noodfinanciering van 60.000 ? ter beschikking te stellen zodat de behandeling van de vogels op de kortst mogelijke tijd kon starten. De minister hoopt dan ook dat ondanks de ramp zoveel vogels als mogelijk kunnen herstellen en dankt alvast de vele mensen die zich hiervoor inzetten.

2. Coherent Europees beleid nodig om rampen te voorkomen

Vlaams minister Dua doet Europees Commissaris Wallström ook een aantal suggesties rond mogelijke initiatieven die Europa kan nemen.

De Europese Unie moet er in ieder geval voor zorgen dat de verouderde, onveilige en eenwandige olietankers en andere onveilige schepen zo snel mogelijk uit onze kustwateren verdwijnen. Een objectief Europees kwaliteitslabel voor veilige tankers is nodig zodat oliemaatschappijen en gebruikers op een positieve manier gestimuleerd worden om kwaliteitsschepen te gebruiken.

Uit recente ervaringen met de Prestige en de Erika blijkt dat het aansprakelijkheidssysteem voor olierampen belangrijke lacunes kent. Door een correcte en vlotte toepassing van het principe 'de vervuiler betaalt' komt niet alleen de kost voor de schade en opkuis van de olie terecht bij diegene die daar ook economisch voordeel uit haalt, maar zou deze ook gestimuleerd worden om preventieve maatregelen te nemen en bv. alleen veilige schepen te gebruiken. In de komende ontwerp-EU-richtlijn inzake aansprakelijkheid voor milieuschade moet ook de schade door olierampen op zee geregeld worden/ Op die manier kunnen de schrijnende lacunes in de bestaande internationale systemen (te lage schadevergoedingsplafonds, geen vergoeding voor ecologische schade.) opgevangen worden.

3. Omzetting van Richtlijn 2000/59/EG betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafvalstoffen

Blijkbaar is een deel van de huidige olievervuiling aan de kust afkomstig van illegale lozingen van schepen die van de noodsituatie gebruik maken om afvalolie te dumpen.

Nochtans bestaat er een Europese reglementering dat de havens verplicht om "ontvangstvoorzieningen" voor scheepsafval uit te bouwen. In de Vlaamse havens zijn dergelijke installaties aanwezig, maar het blijkt dat dit onvoldoende is om te beletten dat schepen toch hun afvalolie lozen in zee.

Europa zou een groot deel van dit probleem kunnen oplossen door een striktere controle op de toepassing van de Europese richtlijn ivm het achterlaten van afval op zee.

Dit kan bijvoorbeeld door de invoering van een uniform systeem van ontvangst van scheepsafval samen met een geharmoniseerd kostendekkingssysteem. Hierdoor zouden alle schepen, in gelijk welke Europese haven, hun afval tegen een identieke kostprijs moeten achterlaten. Dit kostendekkingssysteem is gebaseerd op het principe 'de vervuiler betaalt'.

info : Ann Bats, woordvoerder van minister Dua - tel. (02) 553 27 81
e-mail: persdienst.dua@vlaanderen.be