Gedurende de IJzertijd en Romeinse tijd werd aan zout- en veenwinning gedaan in de kustvlakte. De oudste bekende zoutwinningsite (uit de 2e-3e eeuw voor Christus) is onderzocht bij Veurne, op de rand van een oude geul (de Avekapellegeul). Bij de aanleg van de haven van Zeebrugge werd in 1904 een houten constructie blootgelegd van zo’n 22 bij 40 meter, opgebouwd uit horizontale liggers die het geheel indeelden in een aantal kleinere bekkens en compartimenten. De constructie was aan de buitenzijde vast geheid op het veen door palen in berkenhout en vertoonde een lichte helling (1 cm/m). Het gaat hier om een geperfectioneerde zoutpanne, waarbij het zeewater via een grachtensysteem eerst in verschillende waterbekkens en bezinkingsputten en ten slotte in de eigenlijke zoutpanne wordt geleid. Hier wordt het zeer geleidelijk (vandaar de lichte helling) tot een 'saumure' of zoute pekel geconcentreerd, met als eindproduct zout. Romeins aardewerk dat werd aangetroffen in de zoutpanne wijst op een ouderdom van de 2e tot 3e eeuw na Christus.
Bronnen:
- Thoen, H. (1978). De Belgische kustvlakte in de Romeinse tijd: bijdrage tot de studie van de landelijke bewoningsgeschiedenis. Verhandelingen van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België. Klasse der Letteren, 40(88). Koninklijke Academie voor Wetenschappen Letteren en Schone Kunsten van België: Brussel. 255, maps pp.
- Thoen, H. (2000). Zoutwinning: de teloorgang van een antieke industrie langs de Vlaamse Kust, in: Meulemeester, J.-L. (Ed.) (2000). Met zicht op zee. Vlaanderen: Tweemaandelijks Tijdschrift voor Kunst en Cultuur, 49(3): pp. 11-14
Foto's: Gillès de Pélichy, 1905