Het SOS-ZEROPOL2030-project maakte een compilatie van alle wetgeving en beleidsrelevante documenten, en onderzocht daarmee de haalbaarheid van de EU-ambitie om op termijn een nulvervuiling in mariene wateren te bekomen. "Ben je op zoek naar een uitweg uit het labyrint van het Europese beleid inzake verontreiniging? Stop dan met zoeken, en gebruik de magische oplossing je aangereikt door het SOS-ZEROPOL2030-team!" Dit citaat van Thomas Maes (GRID-Arendal) moet de grote toepasbaarheid aantonen van dit samenvattende rapport voor beleidsmakers, wetenschappers en industrie.
De Europese Green Deal wil het welzijn en de gezondheid van burgers en toekomstige generaties verbeteren door onder meer een gifvrij milieu te creëren. Daarom wil de EU de verontreiniging in lucht, water, bodem en consumentenproducten beter monitoren, rapporteren, voorkomen en verhelpen. In 2021 heeft de Commissie daarvoor het Zero Pollution Action Plan voor lucht, water en bodem aangenomen om (mariene) verontreiniging op een meer holistische en geïntegreerde manier aan te pakken. Het stelt een aantal doelstellingen om tegen 2030 de verontreiniging al aan de bron te trachten terugdringen, en verontreinigingsniveaus te bereiken die niet langer schadelijk zijn voor de menselijke gezondheid en natuurlijke ecosystemen.
Het SOS-ZEROPOL2030-project ontwikkelt een holistisch kader om de EU te helpen die nulverontreiniging in Europese zeeën te bereiken tegen 2030, en legt daarbij de nadruk op vier prioritaire verontreinigingen: microplastics, onderwatergeluid, PFAS's en nutriënten.
Het effectief aanpakken van mariene verontreiniging is immers een uitdaging, deels vanwege de diverse emissiebronnen, maar ook doordat er meerdere menselijke activiteiten betrokken zijn en er veel verschillende aanvoerwegen tot de zeevervuiling leiden. Mariene verontreiniging is vaak ook een grensoverschrijdend probleem, dat zich niet beperkt tot territoriale grenzen. Bovendien kunnen bepaalde vormen van verontreiniging zich over grote afstanden verspreiden, soms ver weg van het initiële punt van vervuiling. Bijgevolg is het milieubeleid inzake de mariene verontreiniging vaak zeer complex en kan het inderdaad op een labyrint van doorverwijzingen lijken.
Een Europese groep van deskundigen, onder leiding van het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ), heeft binnen het SOS-ZEROPOL2030-project de nodige data verzameld om meer inzicht te krijgen in de huidige milieutoestand, de inspanningen van alle lidstaten om de milieutoestand van Europese wateren te beoordelen, en de haalbaarheid om de voorgestelde EU-milieudoelstellingen en -streefcijfers tegen 2030 te bereiken. Op basis van deze inzichten en resultaten reikt het rapport aan welke stappen idialiter zouden moeten worden genomen om het EU-beleid inzake mariene verontreiniging te verbeteren en sneller vooruit te helpen.
Hoe haalbaar zijn de vooropgestelde doelen en streefcijfers tegen 2030?
- Microplastics: De EU 2030 Zero Pollution-doelstelling wil de waterkwaliteit verbeteren door minder afval, plastic zwerfvuil in zee (-50%) en microplastics (-30%) in het milieu te laten terechtkomen. Op basis van de huidige gegevens blijkt dat deze EU-milieudoelstelling alvast voor microplastics 'onhaalbaar' is, ook al stelt de Europese Commissie dat het aanpakken van opzettelijk toegevoegde microplastics voldoende zou moeten zijn om deze doelstelling te bereiken.
- Onderwatergeluid: Het Zero Pollution Action Plan verwijst naar de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRMS) voor doelstellingen en maatregelen voor onderwaterlawaai. Volgens de ‘aanvaardbare’ drempelwaarde voor continu geluid mag niet meer dan 20% van een bepaald zeegebied over een periode van een jaar blootgesteld zijn aan continu onderwatergeluid. Daarenboven mag niet meer dan 20% van een mariene habitat op een bepaalde dag en niet meer dan 10% over de periode van een jaar blootgesteld zijn aan impulsief geluid. Op basis van het oordeel van de deskundigen worden de voorgestelde KRMS-streefcijfers als zinvol geacht voor de gezondheid van het ecosysteem, maar zijn deze doelen 'onhaalbaar' omdat er momenteel te weinig kennis en data zijn, en er nog geen geharmoniseerde aanpak is ontwikkeld.
- PFAS's: Het Zero Pollution Action Plan wil per- en polyfluoralkylstoffen (PFAS's) voor alle niet-essentiële toepassingen beperken, waardoor hun uitstoot in het milieu zal verminderen. Dit wordt uitgevoerd via de REACH-verordening van de Europese Unie – wat staat voor de registratie, evaluatie, autorisatie en beperking van stoffen (chemicaliën). Het zal 'uitdagend' tot 'onmogelijk' zijn om de EU-milieudoelstellingen inzake PFAS te halen, aangezien de beschikbaarheid van milieudata en -kennis nog te beperkt zijn, vooral in het mariene milieu.
- Nutriënten: De EU 2030 Zero Pollution-doelstelling beoogt de lozingen en emissies van nutriënten met 50% te verminderen, waarbij wel moet worden bewaakt dat de vruchtbaarheid van de bodem niet afneemt. Deze doelstelling wordt in het rapport als 'onhaalbaar' beoordeeld omdat het nog moeilijk is de diffuse nutriëntenbronnen te kwantificeren. Anderzijds is het behalen van de EU-doelstellingen opgelegd door de kaderrichtlijnen Water (KRW) en Mariene Strategie (KRMS) niet als 'onmogelijk' ingeschat, maar wel als 'uitdagend' op basis van de beschikbare gegevens en kennis over nutriënten in het milieu.