Amerikaanse ribkwal

From Coastal Wiki
Revision as of 11:43, 31 August 2011 by LeenVandepitte (talk | contribs) (<span style="color:#00787A">Factoren die de verspreiding beïnvloeden</span>)
Jump to: navigation, search
Category:Revision


Amerikaanse ribkwal
De Amerikaanse ribkwal Mnemiopsis leidyi is een beruchte predator van dierlijk plankton en viseieren. Deze soort kwam oorspronkelijk enkel voor langs de Atlantische kusten van Noord- en Zuid-Amerika, maar werd in de jaren 1980 via het ballastwater van vrachtschepen per ongeluk geïntroduceerd in de Zwarte Zee. De introductie leidde tot de ineenstorting van het ecosysteem. Sinds enkele jaren komt de Amerikaanse ribkwal nu ook voor in de Noordzee en het is afwachten en zien wat de ecologische gevolgen bij ons zullen zijn.


Foto: Marco Faase



Wetenschappelijke naam

Mnemiopsis leidyi A. Agassiz, 1865


Oorspronkelijke verspreiding

Het oorspronkelijke verspreidingsgebied van de Amerikaanse ribkwal strekt zich uit over gematigde tot subtropische voedselrijke (eutrofe) riviermondingen en kusten langsheen de Atlantische zijde van Noord- en Zuid-Amerika. In Noord-Amerika komt deze soort voor vanaf Rhode Island tot de Caraïben, terwijl hij in Zuid-Amerika voorkomt ter hoogte van de Braziliaanse en Argentijnse kust [1][2] [1,2].


Foto door Bruno Van Bogaert

Eerste waarneming in België

De Amerikaanse ribkwal werd voor de eerste keer waargenomen in 2007, in de haven van Zeebrugge [3] [3].


Verspreiding in België

Momenteel - en slechts 3 jaar na de eerste waarneming - komt de Amerikaanse ribkwal voor langs de volledige Belgische kustlijn, zowel in alle havens als tot 27 kilometer ver in zee aan het windmolenpark op de Thorntonbank. Waarnemingen van adulte dieren in de koudste wintermaanden - zelfs tijdens de uitzonderlijk koude winter van 2010 - duiden erop dat de soort zonder problemen onze winters overleeft. Deze exoot kan lokaal in heel grote aantallen voorkomen: zo zwommen er in oktober 2010 in de Oostendse Spuikom tot 17 Amerikaanse ribkwallen per kubieke meter, terwijl dit op zee maximaal 1 exemplaar per kubieke meter was [4] (Van Ginderdeuren et al., submitted).


Verspreiding in onze buurlanden

In Nederland werden in augustus 2006 in Zeeland een aantal ribkwallen verzameld die later gedetermineerd werden als de Amerikaanse ribkwal [5] [4]. De soort was waarschijnlijk al eerder in Nederlandse wateren aanwezig, maar kon mogelijk door onoplettendheid en gebrek aan kennis van deze soort niet onderscheiden worden van de sterk gelijkaardige ribkwal Bolinopsis infundibulum. In dezelfde periode – meerbepaald eind juli 2006 - werden in Lauwersoog (Waddenzee) ook ribkwalletjes gevangen, die eveneens de Amerikaanse ribkwal bleken te zijn [6] [5]. De soort bleek zelfs massaal voor te komen in de Waddenzee, waarbij men denkt dat het warme zomerweer in 2006 aan de basis lag van een bloei van deze Amerikaanse ribkwal.

Ook Duitse wateren werden bevolkt door deze ribkwal. Ze werd gevonden op enkele plaatsen in de Noordzee en Baltische Zee [7] [6]. Opvallend was dat deze inwijkeling de winter in deze streken had weten te overleven. Tussen januari en mei 2007 bleken 80 % van de gevangen individuen jonge diertjes te zijn, met een lichaamsgrootte van minder dan 1 millimeter. Dit betekent dat deze exoot zich zelfs in de Zuidelijke Baltische Zee permanent zou hebben gevestigd. De soort heeft zich tevens verder noordwaarts uitgebreid tot aan de Zweedse westkust en zelfs tot in de Oostzee [8] [7]. Ook in de Oslofjorden (Noorwegen) werden deze ribkwallen al waargenomen. In Engeland en langs de Atlantische kusten van Frankrijk en Spanje werd de Amerikaanse ribkwal tot op heden niet waargenomen [9] [8].


Wijze van introductie

Deze niet-inheemse kwallensoort zou passief meegevoerd worden in het ballastwater van vrachtschepen [9] [8]. Het is moeilijk te achterhalen of de introductie gebeurde vanuit Amerika, vanuit de regio van de Zwarte Zee of vanuit de Baltische Zee en de noordelijke Noordzee.


Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien

De Amerikaanse ribkwal stelt weinig strikte eisen aan zijn omgeving, zoals temperatuur of zoutgehalte en kan hierdoor op veel plekken gedijen. Daarbij komt nog dat deze ribkwallen tweeslachtig of hermafrodiet zijn en zich enorm snel kunnen voortplanten. Ze kunnen aan zelfbevruchting doen, wat inhoudt dat één enkele ribkwal aanleiding kan geven aan een nieuwe populatie. Tot 8 000 eitjes kunnen geproduceerd worden in 23 dagen, en geslachtsrijpheid van de nakomelingen treedt al op na 13 dagen [10] [9]. Een hoge ontwikkelingssnelheid houdt ook in dat deze dieren veel voedsel moeten opnemen. Hun prooi bestaat hoofdzakelijk uit dierlijk plankton, maar daarnaast worden ook viseieren en vislarven gegeten.


Factoren die de verspreiding beïnvloeden

Er zijn drie factoren die een belangrijke rol spelen in de verspreiding van de Amerikaanse ribkwal: temperatuur, voedselaanbod en sterfte door de aanwezigheid van predatoren [11] [10].

De Amerikaanse ribkwal komt voor in wateren waar de temperatuur op jaarschaal schommelt tussen 0 oC en 32 oC, en waar het zoutgehalte varieert van minder dan 2 tot 39 PSU [11] [10]. Ter vergelijking: het zeewater in de Noordzee heeft een zoutgehalte van ongeveer 35 PSU. Als het water daarbij nog een temperatuur heeft van ongeveer 20 °C, hebben we de ideale omstandigheden voor het voorkomen en overleven van deze soort [12] [11]. In principe kunnen heel koude winters in onze streken de ontwikkeling van deze soort dus belemmeren. De Amerikaanse ribkwal vertoont ook een aantal typische kenmerken van pestsoorten [5] [4]:

  • Een uitgebreid oorspronkelijk verspreidingsgebied met hoge en lage temperatuursextremen
  • De mogelijkheid om zich heel snel voort te planten
  • De mogelijkheid om zowel in mariene en estuariene (brakke) wateren alsook in eutrofe en vervuilde wateren te gedijen
  • Goede verspreidingscapaciteiten die ervoor zorgen dat de soort zich na zijn vestiging nog verder kan verspreiden.


Effecten of potentiële effecten en maatregelen

TEKST


Specifieke kenmerken

TEKST


Weetjes

TITEL

TEKST


Geraadpleegde bronnen

  1. Mayer, A.G. (1912). Ctenophores of the Atlantic coast of North America. Carnegie Institution of Washington Publication, 162. Carnegie Institution of Washington: Washington DC (USA). 58, 17 plates pp. details
  2. Gesamp. (1997). Opportunistic settlers and the problem of the ctenophore Mnemiopsis leidyi invasion in the Black Sea. GESAMP Reports and studies, 58. IMO/UNEP: London, UK. 84 pp. details
  3. Dumoulin, E. (2007). De Leidy's ribkwal (Mnemiopsis leidyi A. Agassiz, 1865) al massaal in het havengebied Zeebrugge-Brugge, of: exoten als de spiegel van al tè menselijk handelen. De Strandvlo 27(2): 44-60. details
  4. Van Ginderdeuren, K; Hoffman, S; Vansteenbrugge, L; Soenen, K; De Blauwe, H; Robbens, J; Vincx, M; Hostens, K (submitted). Distribution of the invasive ctenophore Mnemiopsis leidyi in the Belgian part of the North Sea. Aquatic invasions.
  5. 5.0 5.1 Faasse, M.; Ligthart, M. (2007). De Amerikaanse ribkwal Mnemiopsis leidyi (Agassiz, 1865) in Zeeland. Het Zeepaard 67(1): 27-32; details Cite error: Invalid <ref> tag; name "4a" defined multiple times with different content
  6. Tulp, A.S. (2006). Mnemiopsis leidyi (Agassiz, 1865) (Ctenophora, Lobata) in de Waddenzee. Het Zeepaard 66(6): 183-189. details
  7. Kube, S.; Postel, L.; Honnef, C.; Augustin, C.B. (2007). Mnemiopsis leidyi in the Baltic Sea: distribution and overwintering between autumn 2006 and spring 2007. Aquatic invasions 2(2): 137-145. details
  8. Faasse, M.A.; Bayha, K. (2006). The ctenophore Mnemiopsis leidyi A. Agassiz 1865 in coastal waters of the Netherlands: an unrecognized invasion? Aquatic Invasions 1(4): 270-277. details
  9. 9.0 9.1 Oliveira, O.M.P. (2007). The presence of the ctenophore Mnemiopsis leidyi in the Oslofjorden and considerations on the initial pathways to the North and Balthic Seas. Aquatic Invasions 2(3): 185-189. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "8a" defined multiple times with different content
  10. Baker, L.D.; Reeve, M.R. (1974). Laboratoy culture of the lobate ctenophore Mnemiopsis mccradyi with notes on feeding ecology and fecundity. Marine biology 96: 57-62. details
  11. 11.0 11.1 Kremer, P. (1994). Patterns of abundance for Mnemiopsis in U.S. coastal waters: a comparative overview. ICES J. Mar. Sci./J. Cons. Int. Explor. Mer 51(4): 347-354. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "10a" defined multiple times with different content
  12. Sullivan, B.K.; Van Keuren, D.; Clancy, M. (2001). Timing and size of blooms of the ctenophore Mnemiopsis leidyi in relation to temperature in Narragansett Bay, RI. Hydrobiologia 451(1-3): 113-120. details