Difference between revisions of "Blauwe zwemkrab"

From Coastal Wiki
Jump to: navigation, search
(<span style="color:#00787A">Verspreiding in onze buurlanden</span>)
(<span style="color:#00787A">Wijze van introductie</span>)
Line 63: Line 63:
 
===<span style="color:#00787A">Wijze van introductie</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Wijze van introductie</span>===
  
TEKST
+
Het is niet helemaal duidelijk hoe Coscinodiscus wailesii in Europa is terechtgekomen, maar er zijn wel enkele vermoedens (Eno et al. 1997)<ref name=eno1997>Eno, N.C.; Clark, R.A.; Sanderson, W.G. (Ed.) (1997). Non-native marine species in British waters: a review and directory. Joint Nature Conservation Committee: Peterborough, UK. ISBN 1-86107-442-5. 152 pp. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=24400 details] </ref>. Deze soort produceert rustcellen die ongunstige omstandigheden kunnen overleven. Eens de licht-, temperatuur- en nutriëntcondities weer optimaal zijn, zal dit kiezelwier weer naar zijn normale toestand transformeren (Laing & Gollasch 2002)<ref name=laing2002> </ref>. Deze rustcellen zijn al aangetroffen in ballastwatertanks in schepen, waardoor transport via ballastwater zeker tot de mogelijkheden behoort (Gollasch 2009)<ref name=gollasch2009> </ref>. Anderzijds kan transport samen met de import van jonge Japanse oesters ''Crassostrea gigas'' vanuit Japan en Noord-Amerika ook tot de mogelijkheden behoren (Rincé & Paulmier 1986)<ref name=rince1986> </ref>. De rustcellen worden door de oesters uit het water gefilterd als voedsel en in het spijsverteringskanaal mee getransporteerd met de oesters. Uiteindelijk komt de rustcel in zijn nieuwe leefomgeving vrij via de uitwerpselen (Gollasch 2009)<ref name=gollasch2009> </ref>. Na introductie kunnen de kiezelwieren dan weer een snelle lokale verspreiding kennen door mee te drijven met de heersende zeestromingen (Rincé & Paulmier 1986)<ref name=rince1986> </ref>. <P>
 
 
<P>
 
 
<BR>
 
<BR>
 
<P>
 
<P>
 +
 
===<span style="color:#00787A">Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien</span>===
  

Revision as of 11:08, 29 September 2011

Category:Revision


Coscinodiscus wailesii
Het mariene kiezelwier Coscinodiscus wailesii kwam oorspronkelijk enkel voor in de Indische en de Stille Oceaan. Vermoedelijk is de soort in Europa terecht gekomen via transport met jonge Japanse oesters, al kan dit ook via het ballastwater van vrachtschepen gebeurd zijn. Dit kiezelwier behoort tot het plantaardig plankton, wat impliceert dat deze organismen gemakkelijk lokaal verder kunnen verspreiden door gebruik te maken van de heersende zeestromingen. De soort werd eind de jaren zeventig voor het eerst in België waargenomen en is nu het ganse jaar door een algemene planktonische wiersoort in onze kustwateren.


Foto: NAAM



Wetenschappelijke naam

Coscinodiscus wailesii Gran & Angst, 1931


Oorspronkelijke verspreiding

Dit kiezelwier is afkomstig uit de Indische en Pacifische Oceaan (Wallentinus 1999). De exoot behoort tot het plantaardig plankton en leeft in de bovenste lagen van de waterkolom, daar waar voldoende licht doordringt om aan fotosynthese te kunnen doen (het proces om met behulp van zonlicht en zuurstof energie aan te maken en CO2 te produceren). De soort komt zowel voor nabij de kust als in open zee, en dit zowel in zout als brak water (Gollasch 2009)[1].


Foto: Bruno Van Bogaert

Eerste waarneming in België

Het is onzeker vanaf wanneer dit planktonische kiezelwier in het Belgische deel van de Noordzee voorkwam. In de literatuur wordt eveneens geen eerste waarneming gegeven (Kerckhoff et al 2007)[2]. Het kiezelwier werd in Europa voor het eerst in Engeland in 1977 gerapporteerd, waarna het in 1979 voor het eerst in stalen uit het zuidelijke deel van de Noordzee (Nederland) werd waargenomen. Het duurde echter nog tot 1984 voordat de soort zich in het Zuidelijke deel van de Noordzee (waar ook het Belgische deel toebehoort) permanent kon vestigen en er relatieve hoge aantallen werden waargenomen (Edwards et al 2001)[3].


Verspreiding in België

De soort komt voor in het open water van het Belgische deel van de Noordzee (Laing & Gollasch 2002)[4]. Tijdens de lente en de herfst wordt de soort doorgaans in grotere aantallen waargenomen (Edwards 2001)[3].


Verspreiding in onze buurlanden

De eerste waarneming van Coscinodiscus wailesii in Europa dateert van 1977 en vond plaats in Het Kanaal nabij Plymouth, in het zuidwesten van Groot-Brittannië (Boalch & Harbour 1977)[5]. Aanvankelijk identificeerde men deze soort verkeerdelijk als Coscinodiscus nobilis, maar later bleek dat het wel degelijk ging om Coscinodiscus wailesii (Boalch 1987)[6].

Dit kiezelwier verspreidde zich sindsdien bijzonder snel. In 1978 kwam de soort terecht in het noorden van de Ierse Zee (Edwards et al. 2001)[3], in het noorden van de Golf van Biscaje (Rincé & Paulmier 1986)[7], in Normandische wateren (Rincé & Paulmier 1986)[7] en in de Nederlandse kustwateren (Tripos 1995)[8]. In 1979 kwamen waarnemingen binnen uit het Skagerrak (Hasle 1990) en in 1983 uit de Baltische Zee (Edwards et al. 2001)[3]. Vanaf 1982 werd de soort ook in de Westerschelde, nabij Breskens gevonden (Rick & Dürselen 1995)[9]. De verspreiding ging gestaag verder, waarbij Coscinodiscus wailesii momenteel gevestigd is langs de Oost-Atlantische kusten vanaf centraal Frankrijk tot centraal Noorwegen(Rincé & Paulmier 1986; ICES 2006)[7][10]. De hoogste densiteiten worden echter waargenomen tijdens de herfst en de lente in het zuidelijke deel van de Noord-Zee en aan de ingang van de Skagerrak. Er bestaan omvangrijke populaties langs de zuidwestelijke kust van Noorwegen, het westelijke gedeelte van het Engels kanaal, het noorden van de Ierse Zee, de westkust van Ierland en de Shetlandeilanden (Edwards 2001)[3].


Wijze van introductie

Het is niet helemaal duidelijk hoe Coscinodiscus wailesii in Europa is terechtgekomen, maar er zijn wel enkele vermoedens (Eno et al. 1997)[11]. Deze soort produceert rustcellen die ongunstige omstandigheden kunnen overleven. Eens de licht-, temperatuur- en nutriëntcondities weer optimaal zijn, zal dit kiezelwier weer naar zijn normale toestand transformeren (Laing & Gollasch 2002)[4]. Deze rustcellen zijn al aangetroffen in ballastwatertanks in schepen, waardoor transport via ballastwater zeker tot de mogelijkheden behoort (Gollasch 2009)[1]. Anderzijds kan transport samen met de import van jonge Japanse oesters Crassostrea gigas vanuit Japan en Noord-Amerika ook tot de mogelijkheden behoren (Rincé & Paulmier 1986)[7]. De rustcellen worden door de oesters uit het water gefilterd als voedsel en in het spijsverteringskanaal mee getransporteerd met de oesters. Uiteindelijk komt de rustcel in zijn nieuwe leefomgeving vrij via de uitwerpselen (Gollasch 2009)[1]. Na introductie kunnen de kiezelwieren dan weer een snelle lokale verspreiding kennen door mee te drijven met de heersende zeestromingen (Rincé & Paulmier 1986)[7].


Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien

TEKST


Factoren die de verspreiding beïnvloeden

TEKST


Effecten of potentiële effecten en maatregelen

TEKST


Specifieke kenmerken

TEKST


Weetjes

TITEL

TEKST


Geraadpleegde bronnen

  1. 1.0 1.1 1.2 Gollasch, S. (2009). Coscinodiscus wailesii (Gran & Angst) (Coscinodiscaeae, Bacillariophyta), in: DAISIE (Delivering Alien Invasive Species Inventories for Europe) (2009). Handbook of alien species in Europe. Invading nature - Springer series in invasion ecology, 3: pp. 278. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "gollasch2009" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "gollasch2009" defined multiple times with different content
  2. Kerckhof, F.; Haelters, J.; Gollasch, S. (2007). Alien species in the marine and brackish ecosystem: the situation in Belgian waters. Aquatic Invasions 2(3): 243-257. details
  3. 3.0 3.1 3.2 3.3 3.4 Edwards, M.; John, A.W.G.; Johns, D.G.; Reid, P.C. (2001). Case history and persistence of the non-indigenous diatom Coscinodiscus wailesii in the north-east Atlantic. J. Mar. Biol. Ass. U.K. 81(2): 207-211. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "edwards2001" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "edwards2001" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "edwards2001" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "edwards2001" defined multiple times with different content
  4. 4.0 4.1 Laing, I.; Gollasch, S. (2002). Coscinodiscus wailesii: a nuisance diatom in European waters, in: Leppäkoski, E. et al. (2002). Invasive aquatic species of Europe: distribution, impacts and management. pp. 53-55. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "laing2002" defined multiple times with different content
  5. Boalch, G.T.; Harbour, D.S. (1977). Unusual diatom off the coast of south-west England and its effect on fishing. Nature (Lond.) 269: 687-688. details
  6. Boalch, G.T. (1987). Changes in the phytoplankton of the western English Channel in recent years. British Phycological Journal 22:225-235. details
  7. 7.0 7.1 7.2 7.3 7.4 Rincé, Y.; Paulmier, G. (1986). Donnée novelles sur la distribution de la diatomée marine Coscinodiscus wailesii Gran & Angst (Bacillariophyceae). Phycologia 25:73-79. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "rince1986" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "rince1986" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "rince1986" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "rince1986" defined multiple times with different content
  8. Tripos(1995). Biomonitoring van fytoplankton in de Nederlandse zoute en brakke wateren, 1994. Geannoteerde soortenlijst. Bijlage 1 bij TRIPOS-rapport 95003.1, 94p (www.watermarkt.nl).
  9. Rick, H.-J.; Dürselen, C.-D. (1995). Importance and abundance of the recently established species Coscinodiscus wailesii Gran & Angst in the German Bight. Helgoländer Meeresuntersuchungen 49:355-374. details
  10. ICES Advisory Committee on the Marine Environment (2006). Working Group on Introductions and Transfers of Marine Organisms (WGITMO) 16–17 March 2006 Oostende, Belgium. ICES Committee Meetings Documents, CM 2006(ACME:05). ICES: Copenhagen, Denmark. 330 pp. details
  11. Eno, N.C.; Clark, R.A.; Sanderson, W.G. (Ed.) (1997). Non-native marine species in British waters: a review and directory. Joint Nature Conservation Committee: Peterborough, UK. ISBN 1-86107-442-5. 152 pp. details