Difference between revisions of "Gewone slingerzakpijp"

From Coastal Wiki
Jump to: navigation, search
Line 1: Line 1:
{{Revision}}
 
 
 
{{Nietinheemse|Naam=<span style="color:#FFFFFF">Gewone slingerzakpijp</span>
 
{{Nietinheemse|Naam=<span style="color:#FFFFFF">Gewone slingerzakpijp</span>
 
|abstract= [[Image:gewone_slingerzakpijp .jpg|left|230px|<div style="text-align: center;"> </div>]]
 
|abstract= [[Image:gewone_slingerzakpijp .jpg|left|230px|<div style="text-align: center;"> </div>]]
Line 7: Line 5:
 
<P>
 
<P>
 
:Foto:Jean-Paul Vanderperren }}
 
:Foto:Jean-Paul Vanderperren }}
 
+
{{kader3}}
 
<P>
 
<P>
 
<Br>
 
<Br>
Line 26: Line 24:
 
===<span style="color:#00787A">Oorspronkelijke verspreiding</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Oorspronkelijke verspreiding</span>===
  
De gewone slingerzakpijp komt oorspronkelijk uit het noordwesten van de Stille Oceaan, nabij Japan (Saito et al. 1981)<ref name=saito1981>Saito, Y.; Mukai, H.; Watanabe, H. (1981). Studies on Japanese compound styelid ascidians: 2. A new species of the genus Botrylloides and redescription of B. violaceus Oka. Publ. Seto Mar. Biol. Lab. 26(4-6): 357-368. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=40653 details] </ref>.
+
De gewone slingerzakpijp komt oorspronkelijk uit het noordwesten van de Stille Oceaan, nabij Japan <ref name=saito1981>Saito, Y.; Mukai, H.; Watanabe, H. (1981). Studies on Japanese compound styelid ascidians: 2. A new species of the genus Botrylloides and redescription of B. violaceus Oka. Publ. Seto Mar. Biol. Lab. 26(4-6): 357-368. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=40653 details] </ref>.
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>
Line 32: Line 30:
  
 
===<span style="color:#00787A">Eerste waarneming in België</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Eerste waarneming in België</span>===
De eerste waarneming in ons studiegebied vond plaats in 2000, toen werd deze zakpijp waargenomen in de jachthaven van Breskens, nabij de monding van de Westerschelde. Het ging meteen al om meer dan honderd kolonies (Faasse & De Blauwe 2002a)<ref name=faassea>Faasse, M.; De Blauwe, H. (2002). De exotische samengestelde zakpijp ''Botrylloides violaceus'' Oka, 1927 in Nederland (Ascidiacea: Pleurogona: Styelidae). Het Zeepaard 62(5): 136-141. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=27962 details] </ref>.
+
De eerste waarneming in ons studiegebied vond plaats in 2000, toen werd deze zakpijp waargenomen in de jachthaven van Breskens, nabij de monding van de Westerschelde. Het ging meteen al om meer dan honderd kolonies <ref name=faassea>Faasse, M.; De Blauwe, H. (2002). De exotische samengestelde zakpijp ''Botrylloides violaceus'' Oka, 1927 in Nederland (Ascidiacea: Pleurogona: Styelidae). Het Zeepaard 62(5): 136-141. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=27962 details] </ref>.
  
Op 12 juni 2004 echter werd de gewone slingerzakpijp teruggevonden op pontons in de Zeebrugse jachthaven (De Blauwe en Dumoulin 2009)<ref name=blauwe2009>De Blauwe, H.; Dumoulin, E. (2009). De zeefauna en -flora uit de jachthaven van Zeebrugge, in het bijzonder de fouling-organismen van drijvende pontons. De Strandvlo 29(2): 41-63. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=139489 details]</ref>.
+
Op 12 juni 2004 echter werd de gewone slingerzakpijp teruggevonden op pontons in de Zeebrugse jachthaven <ref name=blauwe2009>De Blauwe, H.; Dumoulin, E. (2009). De zeefauna en -flora uit de jachthaven van Zeebrugge, in het bijzonder de fouling-organismen van drijvende pontons. De Strandvlo 29(2): 41-63. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=139489 details]</ref>.
  
De allereerste waarneming in België dateert echter van 15 september 2003, wanneer er exemplaren van deze zakpijp werden aangetroffen op de romp van een jacht dat voor een reinigingsbeurt op de kade stond. Aangezien het schip zowel langs de Nederlandse als de Belgische kust had gevaren, waardoor herkomst van het gevonden exemplaar onzeker was, werd dit niet als eerste officiële waarneming voor België aanvaard (De Blauwe & Dumoulin 2009)<ref name=blauwe2009> </ref>.  
+
De allereerste waarneming in België dateert echter van 15 september 2003, wanneer er exemplaren van deze zakpijp werden aangetroffen op de romp van een jacht dat voor een reinigingsbeurt op de kade stond. Aangezien het schip zowel langs de Nederlandse als de Belgische kust had gevaren, waardoor herkomst van het gevonden exemplaar onzeker was, werd dit niet als eerste officiële waarneming voor België aanvaard <ref name=blauwe2009> </ref>.  
  
 
<P>
 
<P>
Line 44: Line 42:
 
===<span style="color:#00787A">Verspreiding in België</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Verspreiding in België</span>===
  
Al een maand na de vondsten in de Zeebrugse jachthaven in 2004 werden op dezelfde locatie al vele kolonies in diverse kleuren gevonden. Tot heden werd deze soort in België enkel aangetroffen in Zeebrugge (De Blauwe & Dumoulin 2009)<ref name=blauwe2009> </ref>.  
+
Al een maand na de vondsten in de Zeebrugse jachthaven in 2004 werden op dezelfde locatie al vele kolonies in diverse kleuren gevonden. Tot heden werd deze soort in België enkel aangetroffen in Zeebrugge <ref name=blauwe2009> </ref>.  
  
In ons studiegebied kan de gewone slingerzakpijp eveneens worden aangetroffen in de Nederlandse Westerschelde, van de monding tot voorbij Vlissingen (Gittenberger & Moons, corrected proof 2011)<ref name=gittenberger2011>Gittenberger, A.; Moons, J.J.S. (2011). Settlement and possible competition for space between the invasive violet tunicate ''Botrylloides violaceus'' and the native star tunicate ''Botryllus schlosseri'' in The Netherlands Aquat. Invasions 6(4(In Press). [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=208012 details] </ref>.
+
In ons studiegebied kan de gewone slingerzakpijp eveneens worden aangetroffen in de Nederlandse Westerschelde, van de monding tot voorbij Vlissingen <ref name=gittenberger2011>Gittenberger, A.; Moons, J.J.S. (2011). Settlement and possible competition for space between the invasive violet tunicate ''Botrylloides violaceus'' and the native star tunicate ''Botryllus schlosseri'' in The Netherlands Aquat. Invasions 6(4(In Press). [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=208012 details] </ref>.
  
 
<P>
 
<P>
Line 54: Line 52:
 
===<span style="color:#00787A">Verspreiding in onze buurlanden</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Verspreiding in onze buurlanden</span>===
  
De waarneming in Europa dateert van mei 1991 in Venetië, Italië. Er wordt geschat dat de soort er 1 tot 2 jaar eerder geïntroduceerd werd (pers. com. Riccardo Brunetti )<ref name=riccardo>Persoonlijke mededeling door  dr. Riccardo Brunetti op 27 juni 2011  </ref>.
+
De waarneming in Europa dateert van mei 1991 in Venetië, Italië. Er wordt geschat dat de soort er 1 tot 2 jaar eerder geïntroduceerd werd <ref name=riccardo>Persoonlijke mededeling door  dr. Riccardo Brunetti op 27 juni 2011  </ref>.
 
 
In Nederland werd in 1999 een kleine rode zakpijpkolonie – in een mosselkwekerij in Zijpe (Noord-Holland) – gefotografeerd. Mogelijk ging het hier reeds om de gewone slingerzakpijp (Gittenberger et al 2007)<ref name=gittenberger2007>Gittenberger, A. (2007). Recent population expansions of non-native ascidians in The Netherlands J. Exp. Mar. Biol. Ecol. 342(1): 122-126. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=206037 details] </ref>.  
+
In Nederland werd in 1999 een kleine rode zakpijpkolonie – in een mosselkwekerij in Zijpe (Noord-Holland) – gefotografeerd. Mogelijk ging het hier reeds om de gewone slingerzakpijp <ref name=gittenberger2007>Gittenberger, A. (2007). Recent population expansions of non-native ascidians in The Netherlands J. Exp. Mar. Biol. Ecol. 342(1): 122-126. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=206037 details] </ref>.  
In het daaropvolgende jaar in 2000 werd deze zakpijp waargenomen in de jachthaven van Breskens, nabij de monding van de Westerschelde (Faasse & De Blauwe 2002a)<ref name=faassea> </ref>. Ook in de jachthaven van Yerseke, in de Oosterschelde werden in 2002 al meer dan duizend kolonies gevonden (Faasse & De Blauwe 2002b)<ref name=faasseb>Faasse, M.; De Blauwe, H. (2002). Naschrift bij het artikel over de zakpijp Botrylloides violaceus. Het Zeepaard 62(5): 150. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=28299 details] </ref>.  
+
In het daaropvolgende jaar in 2000 werd deze zakpijp waargenomen in de jachthaven van Breskens, nabij de monding van de Westerschelde <ref name=faassea> </ref>. Ook in de jachthaven van Yerseke, in de Oosterschelde werden in 2002 al meer dan duizend kolonies gevonden <ref name=faasseb>Faasse, M.; De Blauwe, H. (2002). Naschrift bij het artikel over de zakpijp Botrylloides violaceus. Het Zeepaard 62(5): 150. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=28299 details] </ref>.  
  
Vervolgens is de soort ook het Grevelingenmeer binnengedrongen (Gittenberger 2007)<ref name=gittenberger2007> </ref> en in 2009 werd ''B. violaceus'' voor het eerst in de Waddenzee aangetroffen (Gittenberger et al., 2010)<ref name=gittenberger2010>Gittenberger, A.; Rensing, M.; Stegenga, H.; Hoeksema, B. (2010). Native and non-native species of hard substrata in the Dutch Wadden Sea Ned. Faunist. Meded. 33: 21-76. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=206549 details] </ref>.
+
Vervolgens is de soort ook het Grevelingenmeer binnengedrongen <ref name=gittenberger2007> </ref> en in 2009 werd ''B. violaceus'' voor het eerst in de Waddenzee aangetroffen <ref name=gittenberger2010>Gittenberger, A.; Rensing, M.; Stegenga, H.; Hoeksema, B. (2010). Native and non-native species of hard substrata in the Dutch Wadden Sea Ned. Faunist. Meded. 33: 21-76. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=206549 details] </ref>.
  
Een onderzoek uit 2004 in het zuiden van Engeland bracht aan het licht dat de gewone slingerzakpijp ook hier al wijdverspreid was. Deze talrijke aanwezigheid wordt ook gemeld in Bretagne, Frankrijk (Arenas et al. 2006)<ref name=arenas2006>Arenas, F.; Bishop, J.D.D.; Carlton, J.T.; Dyrynda, P.E.J.; Farnham, W.F.; Gonzalez, D.J.; Jacobs, M.W.; Lambert, C.; Lambert, G.; Nielsen, S.E.; Pederson, J.A.; Porter, J.S.; Ward, S.; Wood, C.A. (2006). Alien species and other notable records from a rapid assessment survey of marinas on the south coast of England. J. Mar. Biol. Ass. U.K. 86(6): 1329-1337. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=119308 details] </ref>.  
+
Een onderzoek uit 2004 in het zuiden van Engeland bracht aan het licht dat de gewone slingerzakpijp ook hier al wijdverspreid was. Deze talrijke aanwezigheid wordt ook gemeld in Bretagne, Frankrijk <ref name=arenas2006>Arenas, F.; Bishop, J.D.D.; Carlton, J.T.; Dyrynda, P.E.J.; Farnham, W.F.; Gonzalez, D.J.; Jacobs, M.W.; Lambert, C.; Lambert, G.; Nielsen, S.E.; Pederson, J.A.; Porter, J.S.; Ward, S.; Wood, C.A. (2006). Alien species and other notable records from a rapid assessment survey of marinas on the south coast of England. J. Mar. Biol. Ass. U.K. 86(6): 1329-1337. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=119308 details] </ref>.  
  
Gezien men telkens een groot aantal kolonies aantreft, vermoedt men dat de eerste vestiging telkens al vroeger plaatsvond. Hierdoor is het niet meteen duidelijk waar en wanneer deze zakpijp voor het eerst in Europa geïntroduceerd werd. Ook verwarring met een inheemse zakpijp, ''Botrylloides leachii'', zorgde voor een late herkenning van de gewone slingerzakpijp in Europa (Arenas et al. 2006, Faasse & De Blauwe 2002a, Gittenberger, 2007)<ref name=arenas2006> </ref><ref name=faassea> </ref><ref name=gittenberger2007> </ref>.
+
Gezien men telkens een groot aantal kolonies aantreft, vermoedt men dat de eerste vestiging telkens al vroeger plaatsvond. Hierdoor is het niet meteen duidelijk waar en wanneer deze zakpijp voor het eerst in Europa geïntroduceerd werd. Ook verwarring met een inheemse zakpijp, ''Botrylloides leachii'', zorgde voor een late herkenning van de gewone slingerzakpijp in Europa <ref name=arenas2006> </ref><ref name=faassea> </ref><ref name=gittenberger2007> </ref>.
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>
Line 70: Line 68:
 
===<span style="color:#00787A">Wijze van introductie</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Wijze van introductie</span>===
  
Introductie in Europa vond hoogstwaarschijnlijk plaats door vasthechting op scheepsrompen of via vasthechting op levende mariene organismen, zoals schelpdieren (Faasse & De Blauwe 2002a)<ref name=faassea> </ref>.  
+
Introductie in Europa vond hoogstwaarschijnlijk plaats door vasthechting op scheepsrompen of via vasthechting op levende mariene organismen, zoals schelpdieren <ref name=faassea> </ref>.  
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>
Line 77: Line 75:
 
===<span style="color:#00787A">Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien</span>===
  
De gewone slingerzakpijp heeft zijn succes te danken aan het feit dat de soort niet echt kieskeurig is in het vinden van een vasthechtingsplaats. Deze zakpijp kan zich vasthechten aan een varieteit van materialen, gaande van scheepsrompen tot drijvende voorwerpen, maar kan zich ook vasthechten op levende organismen, zoals mosdiertjes, schelpen en wieren (Faasse & De Blauwe 2002a)<ref name=faassea> </ref>. Nadat de zakpijp zich heeft vasthecht aan een organisme, kan het deze ook gemakkelijk overgroeien. Hierdoor kan de zakpijp de dominante soort worden op harde substraten (http://www.exoticsguide.org/species_pages/b_violaceus.html 16/07/2009)<ref name=exotic>http://www.exoticsguide.org/species_pages/b_violaceus.html 22/06/2011</ref>, en mogelijk de inheemse paarse geleikorst Botryllus schlosseri in zekere mate verdringen (Gittenberger & Moons, corrected proof 2011)<ref name=gittenberger2011> </ref>.  
+
De gewone slingerzakpijp heeft zijn succes te danken aan het feit dat de soort niet echt kieskeurig is in het vinden van een vasthechtingsplaats. Deze zakpijp kan zich vasthechten aan een varieteit van materialen, gaande van scheepsrompen tot drijvende voorwerpen, maar kan zich ook vasthechten op levende organismen, zoals mosdiertjes, schelpen en wieren <ref name=faassea> </ref>. Nadat de zakpijp zich heeft vasthecht aan een organisme, kan het deze ook gemakkelijk overgroeien. Hierdoor kan de zakpijp de dominante soort worden op harde substraten <ref name=exotic>http://www.exoticsguide.org/species_pages/b_violaceus.html 22/06/2011</ref>, en mogelijk de inheemse paarse geleikorst Botryllus schlosseri in zekere mate verdringen <ref name=gittenberger2011> </ref>.  
  
Naast seksueel, kan deze exoot zich ook aseksueel, door knopvorming voortplanten (Saito et al. 1981)<ref name=saito1981> </ref>, wat ook een rol speelt in zijn succes.  
+
Naast seksueel, kan deze exoot zich ook aseksueel, door knopvorming voortplanten <ref name=saito1981> </ref>, wat ook een rol speelt in zijn succes.  
  
 
<P>
 
<P>
Line 87: Line 85:
 
===<span style="color:#00787A">Factoren die de verspreiding beïnvloeden</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Factoren die de verspreiding beïnvloeden</span>===
  
Vasthechting op scheeprompen kan zorgen voor een snelle verspreiding tussen havens. In onze streken spelen vooral plezierjachten daarin een belangrijke rol (Faasse & De Blauwe 2002a)<ref name=faassea> </ref>.  
+
Vasthechting op scheeprompen kan zorgen voor een snelle verspreiding tussen havens. In onze streken spelen vooral plezierjachten daarin een belangrijke rol <ref name=faassea> </ref>.  
De gewone slingerzakpijp is een soort van koude kust- en zeegebieden, wat de snelle verspreiding in het noorden verklaart (Saito et al. 1981)<ref name=saito1981> </ref>. Daarnaast kan deze zakpijp zich aanpassen aan diverse omstandigheden. De soort wordt namelijk gevonden in temperaturen tussen -1 en 25 °C (Lindeyer and Gittenberger Corrected proof 2011)<ref name=lindeyer2011>Lindeyer, F.; Gittenberger, A. (2011). Ascidians in the succession of marine fouling communities Aquat. Invasions 6(4 (In Press)). [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=208009 details]</ref> en in zoutgehaltes tussen 19 en 34 PSU (Gittenberger et al 2010)<ref name=gittenberger2010> </ref> (zout tot brak met een zoute invloed). Ter vergelijking: het zeewater in de Noordzee heeft een gemiddeld zoutgehalte van ongeveer 35 PSU.
+
De gewone slingerzakpijp is een soort van koude kust- en zeegebieden, wat de snelle verspreiding in het noorden verklaart <ref name=saito1981> </ref>. Daarnaast kan deze zakpijp zich aanpassen aan diverse omstandigheden. De soort wordt namelijk gevonden in temperaturen tussen -1 en 25 °C <ref name=lindeyer2011>Lindeyer, F.; Gittenberger, A. (2011). Ascidians in the succession of marine fouling communities Aquat. Invasions 6(4 (In Press)). [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=208009 details]</ref> en in zoutgehaltes tussen 19 en 34 PSU <ref name=gittenberger2010> </ref> (zout tot brak met een zoute invloed). Ter vergelijking: het zeewater in de Noordzee heeft een gemiddeld zoutgehalte van ongeveer 35 PSU.
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>
Line 97: Line 95:
 
Samen met vele andere organismen die zich vasthechten, maakt de gewone slingerzakpijp deel uit van de aangroeigemeenschap. Aangroei kan diverse substraten aantasten en zelfs economische schade toebrengen.  
 
Samen met vele andere organismen die zich vasthechten, maakt de gewone slingerzakpijp deel uit van de aangroeigemeenschap. Aangroei kan diverse substraten aantasten en zelfs economische schade toebrengen.  
 
 
Het voorkomen van vasthechting op scheepsrompen bijvoorbeeld kost handenvol geld in de reiniging en behandeling met een aangroeiwerende verf (Schultz et al. 2010)<ref name=schultz2010>Schultz, M.P.; Bendick, J.A.; Holm, E.R.; Hertel, W.M. (2010). Economic impact of biofouling on a naval surface ship Biofouling 27(1): 87-98. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=206434 details] </ref>. Bovendien zijn vele van deze verven schadelijk voor het ecosysteem (http://www.coastalwiki.org/coastalwiki/Antifouling_paints)<ref>http://www.coastalwiki.org/coastalwiki/Antifouling_paints bezocht op 22 juni 2011</ref>.
+
Het voorkomen van vasthechting op scheepsrompen bijvoorbeeld kost handenvol geld in de reiniging en behandeling met een aangroeiwerende verf <ref name=schultz2010>Schultz, M.P.; Bendick, J.A.; Holm, E.R.; Hertel, W.M. (2010). Economic impact of biofouling on a naval surface ship Biofouling 27(1): 87-98. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=206434 details] </ref>. Bovendien zijn vele van deze verven schadelijk voor het ecosysteem <ref>http://www.coastalwiki.org/coastalwiki/Antifouling_paints bezocht op 22 juni 2011</ref>.
Geïntroduceerde soorten kunnen bij massale aanwezigheid de condities van het leefmilieu wijzigen of in competitie treden met andere (inheemse) soorten (Wallentinus & Nyberg 2007; Galil 2007)<ref name=wallentinus2007>Wallentinus, I.; Nyberg, C.D. (2007). Introduced marine organisms as habitat modifiers. Mar. Pollut. Bull. Spec. Issue 55(7-9): 323-332. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=120643 details] </ref><ref name=galil2007>Galil, B.S. (2007). Loss or gain? Invasive aliens and biodiversity in the Mediterranean Sea. Mar. Pollut. Bull. Spec. Issue 55(7-9): 314-322. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=120641 details] </ref>. Dit is ook van toepassing op de gewone slingerzakpijp. Voor de Nederlandse kust is aangetoond dat de gewone slingerzakpijp – in water met een hoog zoutgehalte – de paarse geleikorst Botryllus schlosseri gedeeltelijk kan verdringen, door concurrentie voor plaats. In brak water houdt de paarse geleikorst stand, aangezien deze soort beter bestand is tegen lagere zoutgehaltes (Gittenberger & Moons, corrected proof 2011)<ref name=gittenberger2011> </ref>.  
+
Geïntroduceerde soorten kunnen bij massale aanwezigheid de condities van het leefmilieu wijzigen of in competitie treden met andere (inheemse) soorten <ref name=wallentinus2007>Wallentinus, I.; Nyberg, C.D. (2007). Introduced marine organisms as habitat modifiers. Mar. Pollut. Bull. Spec. Issue 55(7-9): 323-332. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=120643 details] </ref><ref name=galil2007>Galil, B.S. (2007). Loss or gain? Invasive aliens and biodiversity in the Mediterranean Sea. Mar. Pollut. Bull. Spec. Issue 55(7-9): 314-322. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=120641 details] </ref>. Dit is ook van toepassing op de gewone slingerzakpijp. Voor de Nederlandse kust is aangetoond dat de gewone slingerzakpijp – in water met een hoog zoutgehalte – de paarse geleikorst Botryllus schlosseri gedeeltelijk kan verdringen, door concurrentie voor plaats. In brak water houdt de paarse geleikorst stand, aangezien deze soort beter bestand is tegen lagere zoutgehaltes <ref name=gittenberger2011> </ref>.  
  
Andere effecten zijn niet uit te sluiten, aangezien de gewone kolonies van de slingerzakpijp vaak werden aangetroffen in grote aantallen (Faasse & De Blauwe 2002a; Gittenberger et al., 2010)<ref name=faassea> </ref><ref name=gittenberger2010> </ref> en het bekend is dat dit dier de dominante soort kan worden op harde substraten (http://www.exoticsguide.org/species_pages/b_violaceus.html  16/07/2009)<ref name=exotic> </ref>.
+
Andere effecten zijn niet uit te sluiten, aangezien de gewone kolonies van de slingerzakpijp vaak werden aangetroffen in grote aantallen <ref name=faassea> </ref><ref name=gittenberger2010> </ref> en het bekend is dat dit dier de dominante soort kan worden op harde substraten <ref name=exotic> </ref>.
  
 
<P>
 
<P>
Line 107: Line 105:
  
 
===<span style="color:#00787A">Specifieke kenmerken</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Specifieke kenmerken</span>===
De gewone slingerzakpijp behoort tot de familie van de zakpijpen (Ascidiacea). Deze soort vormt kolonies met een korstvormig uitzicht. Deze kolonies hebben een dikte van 2 tot 3 millimeter en kunnen soms diameters van meer dan 30 centimeter (http://www.exoticsguide.org/species_pages/b_violaceus.html geraadpleegd op 22 juni 2011)<ref name=exotic> </ref> bereiken (Saito et al. 1981)<ref name=saito1981>Saito, Y.; Mukai, H.; Watanabe, H. (1981). Studies on Japanese compound styelid ascidians: 2. A new species of the genus Botrylloides and redescription of ''B. violaceus'' Oka. Publ. Seto Mar. Biol. Lab. 26(4-6): 357-368. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=40653 details]</ref>.  
+
De gewone slingerzakpijp behoort tot de familie van de zakpijpen (Ascidiacea). Deze soort vormt kolonies met een korstvormig uitzicht. Deze kolonies hebben een dikte van 2 tot 3 millimeter en kunnen soms diameters van meer dan 30 centimeter <ref name=exotic> </ref> bereiken <ref name=saito1981>Saito, Y.; Mukai, H.; Watanabe, H. (1981). Studies on Japanese compound styelid ascidians: 2. A new species of the genus Botrylloides and redescription of ''B. violaceus'' Oka. Publ. Seto Mar. Biol. Lab. 26(4-6): 357-368. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=40653 details]</ref>.  
  
De kolonies kunnen in verschillende kleuren voorkomen, waaronder geel, oranje en paars. Een enkele kolonie van de gewone slingerzakpijp kan eveneens uit verschillende kleuren bestaan (Persoonlijke mededeling Arjan Gittenberger 2011)<ref name=arjan>Persoonlijke mededeling [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=person&persid=11025 Arjan Gittenberger] 2011 </ref>.  
+
De kolonies kunnen in verschillende kleuren voorkomen, waaronder geel, oranje en paars. Een enkele kolonie van de gewone slingerzakpijp kan eveneens uit verschillende kleuren bestaan <ref name=arjan>Persoonlijke mededeling [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=person&persid=11025 Arjan Gittenberger] 2011 </ref>.  
  
Elke kolonie bestaat uit verschillende individuen, ook wel zoïden genoemd. Elk individu is cilindervormig en bereikt een lengte van 2,5 tot 3 millimeter (Saito et al. 1981)<ref name=saito1981> </ref>. Net als alle zakpijpen verzamelt ook de gewone slingerzakpijp haar voedsel door gebruik te maken van een inwendig “zeefapparaat”, dat plantaardig (fytoplankton) en dierlijk plankton (zoöplankton) samen met organisch materiaal uit het water filtert en opneemt (Rupert and Barnes 1994)<ref name=rupert1994>Ruppert, E.E.; Barnes, R.D. (1994). Invertebrate zoology. 6th edition. Saunders College Publishing: Orlando. ISBN 0-03-026668-8. 1056 pp. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=9414 details]</ref>.
+
Elke kolonie bestaat uit verschillende individuen, ook wel zoïden genoemd. Elk individu is cilindervormig en bereikt een lengte van 2,5 tot 3 millimeter <ref name=saito1981> </ref>. Net als alle zakpijpen verzamelt ook de gewone slingerzakpijp haar voedsel door gebruik te maken van een inwendig “zeefapparaat”, dat plantaardig (fytoplankton) en dierlijk plankton (zoöplankton) samen met organisch materiaal uit het water filtert en opneemt <ref name=rupert1994>Ruppert, E.E.; Barnes, R.D. (1994). Invertebrate zoology. 6th edition. Saunders College Publishing: Orlando. ISBN 0-03-026668-8. 1056 pp. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=9414 details]</ref>.
Het dier zorgt voor een constante waterstroom over het zeefapparaat. Het water dat het lichaam binnenkomt langs een instroomopening (siphon), passeert het zeefapparaat (pharynx) dat de voedseldeeltjes tegenhoudt en wordt via de uitstroomopening naar buiten gestuwd (Millar 1970)<ref name=miller1970>Millar, R.H. (1970). British ascidians, Tunicata: Ascidiacea: keys and notes for the identification of the species. Synopses of the British fauna (new series), 1. Academic Press: London, UK. ISBN 12-496650-0. 92 pp. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=25181 details]</ref>.  
+
Het dier zorgt voor een constante waterstroom over het zeefapparaat. Het water dat het lichaam binnenkomt langs een instroomopening (siphon), passeert het zeefapparaat (pharynx) dat de voedseldeeltjes tegenhoudt en wordt via de uitstroomopening naar buiten gestuwd <ref name=miller1970>Millar, R.H. (1970). British ascidians, Tunicata: Ascidiacea: keys and notes for the identification of the species. Synopses of the British fauna (new series), 1. Academic Press: London, UK. ISBN 12-496650-0. 92 pp. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=25181 details]</ref>.  
  
Om de gewone slingerzakpijp te onderscheiden van andere soorten, heeft men een microscoop nodig. Typerend voor deze soort zijn de 10 tot 11 rijen kieuwspleten (stigmata) die aan elke zijde van de kieuwkorf te vinden zijn (Saito et al. 1981)<ref name=saito1981> </ref>.  
+
Om de gewone slingerzakpijp te onderscheiden van andere soorten, heeft men een microscoop nodig. Typerend voor deze soort zijn de 10 tot 11 rijen kieuwspleten (stigmata) die aan elke zijde van de kieuwkorf te vinden zijn <ref name=saito1981> </ref>.  
Het beste kenmerk om deze van de andere zakpijpen te onderscheiden zijn echter de larven. De laven van de gewone slingerzakpijp zijn immers aanzienlijk groter dan deze van erg gelijkaardige zakpijpen ''Botrylloides diegensis'' en de tweekleurige slingerzakpijp ''Botrylloides leachi'' (Persoonlijke mededeling Arjan Gittenberger 2011)<ref name=arjan> </ref>.
+
Het beste kenmerk om deze van de andere zakpijpen te onderscheiden zijn echter de larven. De laven van de gewone slingerzakpijp zijn immers aanzienlijk groter dan deze van erg gelijkaardige zakpijpen ''Botrylloides diegensis'' en de tweekleurige slingerzakpijp ''Botrylloides leachi'' <ref name=arjan> </ref>.
  
Voortplanting kan aseksueel door knopvorming of seksueel met de vorming van larven die 4 tot 10 uur vrij in de waterkolom zwemmen vooraleer zich te vestigen (Saito et al. 1981).  
+
Voortplanting kan aseksueel door knopvorming of seksueel met de vorming van larven die 4 tot 10 uur vrij in de waterkolom zwemmen vooraleer zich te vestigen <ref name=saito1981> </ref>.  
  
 
<P>
 
<P>
Line 127: Line 125:
 
====<span style="color:#00787A">''Wat hebben doedelzakken en zakpijpen gemeen?''</span>====
 
====<span style="color:#00787A">''Wat hebben doedelzakken en zakpijpen gemeen?''</span>====
  
Wanneer men deze diertjes eens goed bekijkt dan kan men de vorm van een individu vergelijken met een doedelzak. Zo kwam men tot de algemene naam ‘zakpijp’, een oud woord voor doedelzak (http://www.zeeinzicht.nl/vleet/index.php?use_template=ecomare.html&item=roggen&pageid=zakpijpen.htm 17/07/2009)<ref>• http://www.zeeinzicht.nl/vleet/index.php?use_template=ecomare.html&item=roggen&pageid=zakpijpen.htm 17/07/2009</ref>.
+
Wanneer men deze diertjes eens goed bekijkt dan kan men de vorm van een individu vergelijken met een doedelzak. Zo kwam men tot de algemene naam ‘zakpijp’, een oud woord voor doedelzak <ref>• http://www.zeeinzicht.nl/vleet/index.php?use_template=ecomare.html&item=roggen&pageid=zakpijpen.htm 17/07/2009</ref>.
  
 
====<span style="color:#00787A">''Oeps, foutje''</span>====
 
====<span style="color:#00787A">''Oeps, foutje''</span>====
  
Aan de oostkust van Noord-Amerika werd de verspreiding van deze soort een handje geholpen door… een bioloog. Hij liet verschillende exemplaren uit het laboratorium vrij in de natuur in het noordoosten van de Verenigde Staten. De gewone slingerzakpijp zag zijn kans en breidde snel zijn areaal uit, waarbij het er een dominante soort werd op harde substraten (Carlton 1989)<ref>Carlton, J. (1989). Man’s role in changing the face of the ocean: biological invasions and implications for conservation of near-shore environments. Conservation Biology 3(3): 265-273. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=142020 details]</ref>.  
+
Aan de oostkust van Noord-Amerika werd de verspreiding van deze soort een handje geholpen door… een bioloog. Hij liet verschillende exemplaren uit het laboratorium vrij in de natuur in het noordoosten van de Verenigde Staten. De gewone slingerzakpijp zag zijn kans en breidde snel zijn areaal uit, waarbij het er een dominante soort werd op harde substraten <ref>Carlton, J. (1989). Man’s role in changing the face of the ocean: biological invasions and implications for conservation of near-shore environments. Conservation Biology 3(3): 265-273. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=142020 details]</ref>.  
  
 
<P>
 
<P>

Revision as of 14:29, 4 November 2011

Gewone slingerzakpijp
De gewone slingerzakpijp Botrylloides violaceus is een kolonievormende zakpijp die voordien enkel terug te vinden was in het noordwesten van de Stille Oceaan. Getransporteerd via scheepsrompen of vastgehecht op levende mariene organismen kwam de soort naar Europa vóór 1998, waar hij zich verder verspreidde door vasthechting op plezierjachten. Gevestigde kolonies van deze zakpijp werden langs onze kust voor de eerste keer waargenomen in 2004, in de haven van Zeebrugge. Opvallend is dat één kolonie altijd uniform gekleurd is - dit gaat van paars over geel tot oranje, terwijl verschillende kolonies verschillend gekleurd kunnen zijn.


Foto:Jean-Paul Vanderperren




Wetenschappelijke naam

Botrylloides violaceus Oka, 1927


Oorspronkelijke verspreiding

De gewone slingerzakpijp komt oorspronkelijk uit het noordwesten van de Stille Oceaan, nabij Japan [1].


Eerste waarneming in België

De eerste waarneming in ons studiegebied vond plaats in 2000, toen werd deze zakpijp waargenomen in de jachthaven van Breskens, nabij de monding van de Westerschelde. Het ging meteen al om meer dan honderd kolonies [2].

Op 12 juni 2004 echter werd de gewone slingerzakpijp teruggevonden op pontons in de Zeebrugse jachthaven [3].

De allereerste waarneming in België dateert echter van 15 september 2003, wanneer er exemplaren van deze zakpijp werden aangetroffen op de romp van een jacht dat voor een reinigingsbeurt op de kade stond. Aangezien het schip zowel langs de Nederlandse als de Belgische kust had gevaren, waardoor herkomst van het gevonden exemplaar onzeker was, werd dit niet als eerste officiële waarneming voor België aanvaard [3].


Verspreiding in België

Al een maand na de vondsten in de Zeebrugse jachthaven in 2004 werden op dezelfde locatie al vele kolonies in diverse kleuren gevonden. Tot heden werd deze soort in België enkel aangetroffen in Zeebrugge [3].

In ons studiegebied kan de gewone slingerzakpijp eveneens worden aangetroffen in de Nederlandse Westerschelde, van de monding tot voorbij Vlissingen [4].


Verspreiding in onze buurlanden

De waarneming in Europa dateert van mei 1991 in Venetië, Italië. Er wordt geschat dat de soort er 1 tot 2 jaar eerder geïntroduceerd werd [5].

In Nederland werd in 1999 een kleine rode zakpijpkolonie – in een mosselkwekerij in Zijpe (Noord-Holland) – gefotografeerd. Mogelijk ging het hier reeds om de gewone slingerzakpijp [6]. In het daaropvolgende jaar in 2000 werd deze zakpijp waargenomen in de jachthaven van Breskens, nabij de monding van de Westerschelde [2]. Ook in de jachthaven van Yerseke, in de Oosterschelde werden in 2002 al meer dan duizend kolonies gevonden [7].

Vervolgens is de soort ook het Grevelingenmeer binnengedrongen [6] en in 2009 werd B. violaceus voor het eerst in de Waddenzee aangetroffen [8].

Een onderzoek uit 2004 in het zuiden van Engeland bracht aan het licht dat de gewone slingerzakpijp ook hier al wijdverspreid was. Deze talrijke aanwezigheid wordt ook gemeld in Bretagne, Frankrijk [9].

Gezien men telkens een groot aantal kolonies aantreft, vermoedt men dat de eerste vestiging telkens al vroeger plaatsvond. Hierdoor is het niet meteen duidelijk waar en wanneer deze zakpijp voor het eerst in Europa geïntroduceerd werd. Ook verwarring met een inheemse zakpijp, Botrylloides leachii, zorgde voor een late herkenning van de gewone slingerzakpijp in Europa [9][2][6].


Wijze van introductie

Introductie in Europa vond hoogstwaarschijnlijk plaats door vasthechting op scheepsrompen of via vasthechting op levende mariene organismen, zoals schelpdieren [2].


Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien

De gewone slingerzakpijp heeft zijn succes te danken aan het feit dat de soort niet echt kieskeurig is in het vinden van een vasthechtingsplaats. Deze zakpijp kan zich vasthechten aan een varieteit van materialen, gaande van scheepsrompen tot drijvende voorwerpen, maar kan zich ook vasthechten op levende organismen, zoals mosdiertjes, schelpen en wieren [2]. Nadat de zakpijp zich heeft vasthecht aan een organisme, kan het deze ook gemakkelijk overgroeien. Hierdoor kan de zakpijp de dominante soort worden op harde substraten [10], en mogelijk de inheemse paarse geleikorst Botryllus schlosseri in zekere mate verdringen [4].

Naast seksueel, kan deze exoot zich ook aseksueel, door knopvorming voortplanten [1], wat ook een rol speelt in zijn succes.


Factoren die de verspreiding beïnvloeden

Vasthechting op scheeprompen kan zorgen voor een snelle verspreiding tussen havens. In onze streken spelen vooral plezierjachten daarin een belangrijke rol [2]. De gewone slingerzakpijp is een soort van koude kust- en zeegebieden, wat de snelle verspreiding in het noorden verklaart [1]. Daarnaast kan deze zakpijp zich aanpassen aan diverse omstandigheden. De soort wordt namelijk gevonden in temperaturen tussen -1 en 25 °C [11] en in zoutgehaltes tussen 19 en 34 PSU [8] (zout tot brak met een zoute invloed). Ter vergelijking: het zeewater in de Noordzee heeft een gemiddeld zoutgehalte van ongeveer 35 PSU.


Effecten of potentiële effecten en maatregelen

Samen met vele andere organismen die zich vasthechten, maakt de gewone slingerzakpijp deel uit van de aangroeigemeenschap. Aangroei kan diverse substraten aantasten en zelfs economische schade toebrengen.

Het voorkomen van vasthechting op scheepsrompen bijvoorbeeld kost handenvol geld in de reiniging en behandeling met een aangroeiwerende verf [12]. Bovendien zijn vele van deze verven schadelijk voor het ecosysteem [13]. Geïntroduceerde soorten kunnen bij massale aanwezigheid de condities van het leefmilieu wijzigen of in competitie treden met andere (inheemse) soorten [14][15]. Dit is ook van toepassing op de gewone slingerzakpijp. Voor de Nederlandse kust is aangetoond dat de gewone slingerzakpijp – in water met een hoog zoutgehalte – de paarse geleikorst Botryllus schlosseri gedeeltelijk kan verdringen, door concurrentie voor plaats. In brak water houdt de paarse geleikorst stand, aangezien deze soort beter bestand is tegen lagere zoutgehaltes [4].

Andere effecten zijn niet uit te sluiten, aangezien de gewone kolonies van de slingerzakpijp vaak werden aangetroffen in grote aantallen [2][8] en het bekend is dat dit dier de dominante soort kan worden op harde substraten [10].


Specifieke kenmerken

De gewone slingerzakpijp behoort tot de familie van de zakpijpen (Ascidiacea). Deze soort vormt kolonies met een korstvormig uitzicht. Deze kolonies hebben een dikte van 2 tot 3 millimeter en kunnen soms diameters van meer dan 30 centimeter [10] bereiken [1].

De kolonies kunnen in verschillende kleuren voorkomen, waaronder geel, oranje en paars. Een enkele kolonie van de gewone slingerzakpijp kan eveneens uit verschillende kleuren bestaan [16].

Elke kolonie bestaat uit verschillende individuen, ook wel zoïden genoemd. Elk individu is cilindervormig en bereikt een lengte van 2,5 tot 3 millimeter [1]. Net als alle zakpijpen verzamelt ook de gewone slingerzakpijp haar voedsel door gebruik te maken van een inwendig “zeefapparaat”, dat plantaardig (fytoplankton) en dierlijk plankton (zoöplankton) samen met organisch materiaal uit het water filtert en opneemt [17]. Het dier zorgt voor een constante waterstroom over het zeefapparaat. Het water dat het lichaam binnenkomt langs een instroomopening (siphon), passeert het zeefapparaat (pharynx) dat de voedseldeeltjes tegenhoudt en wordt via de uitstroomopening naar buiten gestuwd [18].

Om de gewone slingerzakpijp te onderscheiden van andere soorten, heeft men een microscoop nodig. Typerend voor deze soort zijn de 10 tot 11 rijen kieuwspleten (stigmata) die aan elke zijde van de kieuwkorf te vinden zijn [1]. Het beste kenmerk om deze van de andere zakpijpen te onderscheiden zijn echter de larven. De laven van de gewone slingerzakpijp zijn immers aanzienlijk groter dan deze van erg gelijkaardige zakpijpen Botrylloides diegensis en de tweekleurige slingerzakpijp Botrylloides leachi [16].

Voortplanting kan aseksueel door knopvorming of seksueel met de vorming van larven die 4 tot 10 uur vrij in de waterkolom zwemmen vooraleer zich te vestigen [1].


Weetjes

Wat hebben doedelzakken en zakpijpen gemeen?

Wanneer men deze diertjes eens goed bekijkt dan kan men de vorm van een individu vergelijken met een doedelzak. Zo kwam men tot de algemene naam ‘zakpijp’, een oud woord voor doedelzak [19].

Oeps, foutje

Aan de oostkust van Noord-Amerika werd de verspreiding van deze soort een handje geholpen door… een bioloog. Hij liet verschillende exemplaren uit het laboratorium vrij in de natuur in het noordoosten van de Verenigde Staten. De gewone slingerzakpijp zag zijn kans en breidde snel zijn areaal uit, waarbij het er een dominante soort werd op harde substraten [20].


Geraadpleegde bronnen

  1. 1.0 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 Saito, Y.; Mukai, H.; Watanabe, H. (1981). Studies on Japanese compound styelid ascidians: 2. A new species of the genus Botrylloides and redescription of B. violaceus Oka. Publ. Seto Mar. Biol. Lab. 26(4-6): 357-368. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "saito1981" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "saito1981" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "saito1981" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "saito1981" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "saito1981" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "saito1981" defined multiple times with different content
  2. 2.0 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 Faasse, M.; De Blauwe, H. (2002). De exotische samengestelde zakpijp Botrylloides violaceus Oka, 1927 in Nederland (Ascidiacea: Pleurogona: Styelidae). Het Zeepaard 62(5): 136-141. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "faassea" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "faassea" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "faassea" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "faassea" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "faassea" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "faassea" defined multiple times with different content
  3. 3.0 3.1 3.2 De Blauwe, H.; Dumoulin, E. (2009). De zeefauna en -flora uit de jachthaven van Zeebrugge, in het bijzonder de fouling-organismen van drijvende pontons. De Strandvlo 29(2): 41-63. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "blauwe2009" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "blauwe2009" defined multiple times with different content
  4. 4.0 4.1 4.2 Gittenberger, A.; Moons, J.J.S. (2011). Settlement and possible competition for space between the invasive violet tunicate Botrylloides violaceus and the native star tunicate Botryllus schlosseri in The Netherlands Aquat. Invasions 6(4(In Press). details Cite error: Invalid <ref> tag; name "gittenberger2011" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "gittenberger2011" defined multiple times with different content
  5. Persoonlijke mededeling door dr. Riccardo Brunetti op 27 juni 2011
  6. 6.0 6.1 6.2 Gittenberger, A. (2007). Recent population expansions of non-native ascidians in The Netherlands J. Exp. Mar. Biol. Ecol. 342(1): 122-126. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "gittenberger2007" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "gittenberger2007" defined multiple times with different content
  7. Faasse, M.; De Blauwe, H. (2002). Naschrift bij het artikel over de zakpijp Botrylloides violaceus. Het Zeepaard 62(5): 150. details
  8. 8.0 8.1 8.2 Gittenberger, A.; Rensing, M.; Stegenga, H.; Hoeksema, B. (2010). Native and non-native species of hard substrata in the Dutch Wadden Sea Ned. Faunist. Meded. 33: 21-76. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "gittenberger2010" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "gittenberger2010" defined multiple times with different content
  9. 9.0 9.1 Arenas, F.; Bishop, J.D.D.; Carlton, J.T.; Dyrynda, P.E.J.; Farnham, W.F.; Gonzalez, D.J.; Jacobs, M.W.; Lambert, C.; Lambert, G.; Nielsen, S.E.; Pederson, J.A.; Porter, J.S.; Ward, S.; Wood, C.A. (2006). Alien species and other notable records from a rapid assessment survey of marinas on the south coast of England. J. Mar. Biol. Ass. U.K. 86(6): 1329-1337. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "arenas2006" defined multiple times with different content
  10. 10.0 10.1 10.2 http://www.exoticsguide.org/species_pages/b_violaceus.html 22/06/2011 Cite error: Invalid <ref> tag; name "exotic" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "exotic" defined multiple times with different content
  11. Lindeyer, F.; Gittenberger, A. (2011). Ascidians in the succession of marine fouling communities Aquat. Invasions 6(4 (In Press)). details
  12. Schultz, M.P.; Bendick, J.A.; Holm, E.R.; Hertel, W.M. (2010). Economic impact of biofouling on a naval surface ship Biofouling 27(1): 87-98. details
  13. http://www.coastalwiki.org/coastalwiki/Antifouling_paints bezocht op 22 juni 2011
  14. Wallentinus, I.; Nyberg, C.D. (2007). Introduced marine organisms as habitat modifiers. Mar. Pollut. Bull. Spec. Issue 55(7-9): 323-332. details
  15. Galil, B.S. (2007). Loss or gain? Invasive aliens and biodiversity in the Mediterranean Sea. Mar. Pollut. Bull. Spec. Issue 55(7-9): 314-322. details
  16. 16.0 16.1 Persoonlijke mededeling Arjan Gittenberger 2011 Cite error: Invalid <ref> tag; name "arjan" defined multiple times with different content
  17. Ruppert, E.E.; Barnes, R.D. (1994). Invertebrate zoology. 6th edition. Saunders College Publishing: Orlando. ISBN 0-03-026668-8. 1056 pp. details
  18. Millar, R.H. (1970). British ascidians, Tunicata: Ascidiacea: keys and notes for the identification of the species. Synopses of the British fauna (new series), 1. Academic Press: London, UK. ISBN 12-496650-0. 92 pp. details
  19. http://www.zeeinzicht.nl/vleet/index.php?use_template=ecomare.html&item=roggen&pageid=zakpijpen.htm 17/07/2009
  20. Carlton, J. (1989). Man’s role in changing the face of the ocean: biological invasions and implications for conservation of near-shore environments. Conservation Biology 3(3): 265-273. details