Difference between revisions of "Oesterparasiet"

From Coastal Wiki
Jump to: navigation, search
Line 1: Line 1:
[http://www.vliz.be]
+
Wetenschappelijke naam
 +
Codium fragile fragile (Suringar) Hariot, 1889
 +
Oorspronkelijke verspreiding
 +
Het vertakt viltwier Codium fragile fragile kwam oorspronkelijk alleen voor in de Stille Oceaan, ter hoogte
 +
van Japan. Het is een soort typisch voor havens, baaien, getijdenpoeltjes en andere beschutte gebieden
 +
[1].
 +
Eerste waarneming in België
 +
Deze exoot werd bij ons voor de eerste keer waargenomen in 1939, in de Spuikom van Oostende [2].
 +
Verspreiding in België
 +
In de jaren ’80 en ’90 werd het vertakt viltwier vaak aangetroffen tussen de aanspoelsels op het strand
 +
van Koksijde. Het betrof waarschijnlijk exemplaren afkomstig van Franse populaties, die in periodes met
 +
gunstige wind tot bij ons dreven en aanspoelden [3].
 +
Het vertakt viltwier vormde in de periode 1998-2000 nog dense populaties in de Spuikom van
 +
Oostende, maar werd er sinds 2002 niet meer waargenomen. Meer dan waarschijnlijk is dit als gevolg
 +
van competitie voor ruimte met het Japans bessenwier (Sargassum muticum), eveneens een exoot [4].
 +
De laatste waarneming voor onze kust dateert van 2006, toen één aangespoeld exemplaar op het strand
 +
van Koksijde werd gevonden [5].
 +
- 1 -
 +
© Ignacio Bárbara
 +
Niet-inheemse soorten van het Belgisch deel van de Noordzee en aanpalende estuaria
 +
Verspreiding in onze buurlanden
 +
De eerste Europese vondst van vertakt viltwier was in
 +
Nederland in 1900. Het ging over aangespoelde
 +
wierfragmenten op het strand van Huisduinen. De
 +
daaropvolgende jaren werd dit wier zowel in aanspoelsels
 +
als vastzittend aangetroffen langs de kusten van Texel,
 +
Den Helder en her en der in Zeeland [6]. Begin de jaren ’80
 +
werd deze soort lokaal als algemeen beschouwd in
 +
Nederland in de Ooster- en Westerschelde, langs
 +
Terschelling, in het Marsdiep en in het Grevelingenmeer
 +
[7] en zelfs nu nog wordt dit wier regelmatig gesignaleerd
 +
op verschillende plaatsen in Zeeland [8].
 +
Deze exoot is tevens aanwezig in Frankrijk, Duitsland,
 +
Denemarken, Noorwegen, Zweden en in Groot-Brittannië. Ook in Spanje werd dit groenwier al
 +
waargenomen: in Asturias in de Golf van Biskaje en langs de kusten van de Middellandse Zee [9].
 +
Wijze van introductie
 +
Meer dan waarschijnlijk kwam de soort in Europa terecht door vasthechting op scheepsrompen of
 +
eventueel samen met schelpdieren, bijvoorbeeld door transport van de Japanse oester Crassostrea gigas
 +
[1]. Dit laatste lijkt voor de waarnemingen bij ons niet waarschijnlijk, gezien de eerste exemplaren van
 +
dit groenwier al werden ontdekt nog voor er sprake was van deze oestertransporten. Het is echter wel
 +
mogelijk dat de soort meermaals geïntroduceerd werd [10] en dat een deel van deze latere introducties
 +
via oestertransport gebeurde [11]. In Ierland daarentegen is men er zeker van dat de soort samen met
 +
oesters is binnengekomen [12].
 +
Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien
 +
Het is een opportunistische soort die in havens weinig grazende vijanden heeft [12]. Daarenboven kan
 +
het vertakt viltwier zich zowel geslachtelijk, ongeslachtelijk (door zelfbevruchting) als door afscheuring
 +
(= vegetatief) voortplanten, wat een snelle uitbreiding bespoedigt. De soort stelt geen strikte eisen wat
 +
betreft zoutgehalte en temperatuur van het water [1].
 +
Factoren die de verspreiding beïnvloeden
 +
Dit groenwier gedijt goed in havens en heeft zo meer kans om meegevoerd te worden op de romp van
 +
schepen. Heersende zeestromingen kunnen de soort ook in de kaart spelen bij zijn lokale verspreiding:
 +
deze nemen drijvende wieren en sporen mee en zetten ze een eind verder terug af [12].
 +
Effecten of potentiële effecten en maatregelen
 +
Het vertakt viltwier behoort tot de vaste aangroeigemeenschap van scheepsrompen,
 +
haveninfrastructuren en kweekculturen van schelpdieren. Deze exoot kan een groot, dik en
 +
ondoordringbaar wiertapijt vormen over oester- en mosselbedden heen, zodat deze moeilijkheden
 +
ondervinden tijdens het verzamelen van voedsel en ze minder sterk kunnen groeien. Zo kan dit
 +
groenwier zware economische schade berokkenen aan schelpdierculturen [13]. Bovendien kunnen
 +
sterke golven de wierpaketten wegslaan, waarbij ze de schelpdieren waarop ze zich hadden
 +
vastgehecht met zich meesleuren [14].
 +
- 2 -
 +
Bron: Wikipedia
 +
Niet-inheemse soorten van het Belgisch deel van de Noordzee en aanpalende estuaria
 +
Het vertakt viltwier kan in competitie treden met inheemse wiersoorten zoals het viltwier Codium
 +
tomentosum. Op veel plaatsen ging de lokale soort er sterk op achteruit, terwijl ze op andere plaatsen
 +
stand houdt in het gevecht met de indringer. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval op het eiland
 +
Guernsey en langs de Spaanse kusten [15,16]. Af en toe, bijvoorbeeld langs de Ierse westkust, leven
 +
beide soorten samen in dezelfde rotspoeltjes [17].
 +
Manueel snoeien als tegenmaatregel is slechts een tijdelijke oplossing en biedt geen soelaas: de
 +
restanten groeien het jaar erop opnieuw uit [12]. In Schotland werd aangetoond dat bepaalde soorten
 +
zeenaaktslakken het wier sterk kunnen begrazen en daardoor zijn verdere ontwikkeling kunnen
 +
remmen, waarbij in enkele gevallen de invasieve wierpopulatie zelfs volledig verdween [18].
 +
Specifieke kenmerken
 +
Het vertakt viltwier is een grote vertakte wiersoort die tot
 +
1 meter lang kunnen worden en tot 3.5 kilogram wegen.
 +
De individuele takjes hebben een diameter van 3 tot 10
 +
millimeter [1].
 +
Er zijn in Europa drie ondersoorten van het invasief
 +
vertakt viltwier Codium fragile. Twee ervan (Codium fragile
 +
fragile en Codium fragile atlanticum) zijn afkomstig uit
 +
Japan, terwijl de derde ondersoort (Codium fragile
 +
scandinavicum) uit Siberië komt. De drie ondersoorten zijn
 +
enkel microscopisch van elkaar te onderscheiden [12].
 +
De ondersoort Codium fragile atlanticum is al het langst -
 +
van 1808 - in Europese wateren aanwezig [19]. De meest
 +
invasieve ondersoort is echter het vertakt viltwier Codium
 +
fragile fragile, ondertussen de meest algemene
 +
ondersoort in Europa [1]. In België zijn tot nu toe enkel
 +
waarnemingen gemaakt van het de ondersoort Codium
 +
fragile fragile en niet van de twee andere ondersoorten [9].
 +
Weetjes
 +
Oesterdieven
 +
Het vertakt viltwier hecht zich van nature vast op harde oppervlakken, zo ook op oester- en
 +
mosselbedden. Volledige exemplaren of fragmenten kunnen echter losgeslagen worden door
 +
de golfwerking en gaan dan drijven. Bij het losslaan nemen ze vaak de schelpdieren - waaraan
 +
ze zich hadden vastgehecht - met zich mee. Dit fenomeen gaf hen in het Engels de bijnaam
 +
‘oyster thief’ of oesterdief…[20].
 +
Wier op het menu
 +
In het oosten wordt deze wiersoort gretig gegeten, maar ook in onze streken kan je viltwier
 +
terugvinden op het menu. Een restaurant in Sluis bijvoorbeeld verwerkt viltwier in een olie, dat
 +
men dan codiumolie noemt. Het heeft volgens een recensiewebsite een zeer uitgesproken en
 +
lekkere smaak [21].
 +
- 3 -
 +
© Ignacio Bárbara
 +
Niet-inheemse soorten van het Belgisch deel van de Noordzee en aanpalende estuaria
 +
Hoe verwijzen naar deze fiche?
 +
VLIZ Alien Species Consortium (2009). Vertakt viltwier - Codium fragile fragile. Niet-inheemse soorten
 +
van het Belgisch deel van de Noordzee en aanpalende estuaria. VLIZ Information Sheets, 26. Vlaams
 +
Instituut voor de Zee (VLIZ): Oostende, Belgium. 5 pp.
 +
Online available at http://www.vliz.be/vmdcdata/nonindigenous/pdf/nl/370562.pdf
 +
VLIZ Alien Species Consortium: http://www.vliz.be/NL/Infoloket/nietinheemsINTRO#partners
 +
Geraadpleegde bronnen
 +
[1] Trowbridge, C.D. (1998). Ecology of the green macroalga Codium fragile (Suringar) Hariot 1889:
 +
invasive and non-invasive subspecies. Oceanogr. Mar. Biol. Ann. Rev. 36: 1-64. [details]
 +
[2] Leloup, E.; Miller, O. (1940). La flore et la faune du Bassin de Chasse d'Ostende (1937-1938).
 +
Mémoires de l'Institut Royal des Sciences Naturelles de Belgique 94: 1-122, 3 plates. [details]
 +
[3] Vanhaelen, M.-Th. (1997). Viltwier, Codium spec. meer dan andere jaren aangespoeld in juli 1997
 +
te Koksijde. De Strandvlo 17(3): 88. [details]
 +
[4] ICES Advisory Committee on the Marine Environment (2001). Report of the Working Group of
 +
Introductions and Transfers of Marine Organisms (WGITMO) 21-23 March 2001 Barcelona, Spain.
 +
Ices Committee Meetings Documents, 2001 (ACME:08). ICES: Copenhagen, Denmark. 104pp.
 +
[details]
 +
[5] Waarnemingen afkomstig van Waarnemingen.be, een initiatief van Natuurpunt Studie vzw en
 +
de Stichting Natuurinformatie. Geraadpleegd op 9-7-2009 [details]
 +
[6] Van Goor, A.C.J. (1923). Die holländischen Meeresalgen (Rhodophyceae, Phaeophyceae und
 +
Chlorophyceae) insbesondere der Umgebung von Helder, des Wattenmeeres und der Zuidersee.
 +
Verhandelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen te Amsterdam, 2de reeks, XXIII(2).
 +
Koninklijke Akademie van Wetenschappen: Amsterdam, The Netherlands. 232, VI tables pp.
 +
[details]
 +
[7] Stegenga, H.; Mol, I. (1983). Flora van de Nederlandse zeewieren. Natuurhistorische Bibliotheek
 +
van de KNNV, 33. Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging (KNNV): Hoogwoud, The
 +
Netherlands. 263 pp. [details]
 +
[8] Severijns, N. (2009). Verslag van de meerdaagse SWG-excursie naar de Oosterschelde (Zeeland,
 +
Nederland) op 8 en 9 maart 2008. De Strandvlo 29(1):5-14. [details]
 +
[9] ICES Advisory Committee on the Marine Environment (2006). Working Group on Introductions
 +
and Transfers of Marine Organisms (WGITMO) 16–17 March 2006 Oostende, Belgium. ICES
 +
Committee Meetings Documents, 2006(ACME:05). ICES: Copenhagen, Denmark. 330 pp. [details]
 +
[10] Kerckhof, F.; Haelters, J.; Gollasch, S. (2007). Alien species in the marine and brackish
 +
ecosystem: the situation in Belgian waters. Aquatic Invasions 2(3): 243-257. [details]
 +
[11] Wolff, W.J. (2005). Non-indigenous marine and estuarine species in the Netherlands. Zool. Med.
 +
Leiden 79 (1): 1-116. [details]
 +
- 4 -
 +
Niet-inheemse soorten van het Belgisch deel van de Noordzee en aanpalende estuaria
 +
[12] Eno, N.C.; Clark, R.A.; Sanderson, W.G. (Ed.). (1997). Non-native marine species in British waters:
 +
a review and directory. Joint Nature Conservation Committee: Peterborough, UK. ISBN 1-86107-
 +
442-5. 152 pp. [details]
 +
[13] Benthic Ecology Lab - Dalhousie’s Invasive Species Website (2001). Codium fragile ssp.
 +
tomentosoides. Geraadpleegd op 7-7-2009. [details]
 +
[14] Dromgoole, F.I. (1975). Occurrence of Codium fragile subspecies tomentosoides in New Zealand
 +
waters. N.Z. Journal of Marine and Freshwater Research 9(3):257-264. [details]
 +
[15] Farnham, W.F. (1980). Studies on aliens in the marine flora of southern England, in: Price, J.H. et
 +
al. (Ed.) (1980). The shore environment: 2. Ecosystems. Systematics Association Special Volume, 17B:
 +
pp. 875-914. [details]
 +
[16] Trowbridge, C. D.; Farnham W.F. (2004). Spatial variation in littoral Codium assemblages on
 +
Jersey, Channel Islands (southern English Channel). Bot. Mar. 47(6): 501-503. [details]
 +
[17] Trowbridge, C.D. (2001). Coexistence of introduced and native congeneric algae: Codium fragile
 +
and C. tomentosum on Irish rocky intertidal shores. J. Mar. Biol. Ass. U.K. 81(6): 931-937. [details]
 +
[18] Trowbridge, C.D. (2002). Local elimination of Codium fragile ssp. tomentosoides: indirect
 +
evidence of sacoglossan herbivory. J. Mar. Biol. Ass. U.K. 82(6): 1029-1030. [details]
 +
[19] Silva, P.C. (1955). The dichotomous species of Codium in Britain. J. Mar. Biol. Ass. U.K. 34: 565-577.
 +
[details]
 +
[20] Naylor, R.L.; Williams, S.L.; Strong, D.R. (2001). Aquaculture: a gateway for exotic species.
 +
Science (Wash.) 294(5547): 1655-1656. [details]
 +
[21] Restaurantrecensies. Geraadpleegd op 7-7-2009. [details]
 +
- 5 -

Revision as of 14:52, 2 August 2011

Wetenschappelijke naam Codium fragile fragile (Suringar) Hariot, 1889 Oorspronkelijke verspreiding Het vertakt viltwier Codium fragile fragile kwam oorspronkelijk alleen voor in de Stille Oceaan, ter hoogte van Japan. Het is een soort typisch voor havens, baaien, getijdenpoeltjes en andere beschutte gebieden [1]. Eerste waarneming in België Deze exoot werd bij ons voor de eerste keer waargenomen in 1939, in de Spuikom van Oostende [2]. Verspreiding in België In de jaren ’80 en ’90 werd het vertakt viltwier vaak aangetroffen tussen de aanspoelsels op het strand van Koksijde. Het betrof waarschijnlijk exemplaren afkomstig van Franse populaties, die in periodes met gunstige wind tot bij ons dreven en aanspoelden [3]. Het vertakt viltwier vormde in de periode 1998-2000 nog dense populaties in de Spuikom van Oostende, maar werd er sinds 2002 niet meer waargenomen. Meer dan waarschijnlijk is dit als gevolg van competitie voor ruimte met het Japans bessenwier (Sargassum muticum), eveneens een exoot [4]. De laatste waarneming voor onze kust dateert van 2006, toen één aangespoeld exemplaar op het strand van Koksijde werd gevonden [5]. - 1 - © Ignacio Bárbara Niet-inheemse soorten van het Belgisch deel van de Noordzee en aanpalende estuaria Verspreiding in onze buurlanden De eerste Europese vondst van vertakt viltwier was in Nederland in 1900. Het ging over aangespoelde wierfragmenten op het strand van Huisduinen. De daaropvolgende jaren werd dit wier zowel in aanspoelsels als vastzittend aangetroffen langs de kusten van Texel, Den Helder en her en der in Zeeland [6]. Begin de jaren ’80 werd deze soort lokaal als algemeen beschouwd in Nederland in de Ooster- en Westerschelde, langs Terschelling, in het Marsdiep en in het Grevelingenmeer [7] en zelfs nu nog wordt dit wier regelmatig gesignaleerd op verschillende plaatsen in Zeeland [8]. Deze exoot is tevens aanwezig in Frankrijk, Duitsland, Denemarken, Noorwegen, Zweden en in Groot-Brittannië. Ook in Spanje werd dit groenwier al waargenomen: in Asturias in de Golf van Biskaje en langs de kusten van de Middellandse Zee [9]. Wijze van introductie Meer dan waarschijnlijk kwam de soort in Europa terecht door vasthechting op scheepsrompen of eventueel samen met schelpdieren, bijvoorbeeld door transport van de Japanse oester Crassostrea gigas [1]. Dit laatste lijkt voor de waarnemingen bij ons niet waarschijnlijk, gezien de eerste exemplaren van dit groenwier al werden ontdekt nog voor er sprake was van deze oestertransporten. Het is echter wel mogelijk dat de soort meermaals geïntroduceerd werd [10] en dat een deel van deze latere introducties via oestertransport gebeurde [11]. In Ierland daarentegen is men er zeker van dat de soort samen met oesters is binnengekomen [12]. Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien Het is een opportunistische soort die in havens weinig grazende vijanden heeft [12]. Daarenboven kan het vertakt viltwier zich zowel geslachtelijk, ongeslachtelijk (door zelfbevruchting) als door afscheuring (= vegetatief) voortplanten, wat een snelle uitbreiding bespoedigt. De soort stelt geen strikte eisen wat betreft zoutgehalte en temperatuur van het water [1]. Factoren die de verspreiding beïnvloeden Dit groenwier gedijt goed in havens en heeft zo meer kans om meegevoerd te worden op de romp van schepen. Heersende zeestromingen kunnen de soort ook in de kaart spelen bij zijn lokale verspreiding: deze nemen drijvende wieren en sporen mee en zetten ze een eind verder terug af [12]. Effecten of potentiële effecten en maatregelen Het vertakt viltwier behoort tot de vaste aangroeigemeenschap van scheepsrompen, haveninfrastructuren en kweekculturen van schelpdieren. Deze exoot kan een groot, dik en ondoordringbaar wiertapijt vormen over oester- en mosselbedden heen, zodat deze moeilijkheden ondervinden tijdens het verzamelen van voedsel en ze minder sterk kunnen groeien. Zo kan dit groenwier zware economische schade berokkenen aan schelpdierculturen [13]. Bovendien kunnen sterke golven de wierpaketten wegslaan, waarbij ze de schelpdieren waarop ze zich hadden vastgehecht met zich meesleuren [14]. - 2 - Bron: Wikipedia Niet-inheemse soorten van het Belgisch deel van de Noordzee en aanpalende estuaria Het vertakt viltwier kan in competitie treden met inheemse wiersoorten zoals het viltwier Codium tomentosum. Op veel plaatsen ging de lokale soort er sterk op achteruit, terwijl ze op andere plaatsen stand houdt in het gevecht met de indringer. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval op het eiland Guernsey en langs de Spaanse kusten [15,16]. Af en toe, bijvoorbeeld langs de Ierse westkust, leven beide soorten samen in dezelfde rotspoeltjes [17]. Manueel snoeien als tegenmaatregel is slechts een tijdelijke oplossing en biedt geen soelaas: de restanten groeien het jaar erop opnieuw uit [12]. In Schotland werd aangetoond dat bepaalde soorten zeenaaktslakken het wier sterk kunnen begrazen en daardoor zijn verdere ontwikkeling kunnen remmen, waarbij in enkele gevallen de invasieve wierpopulatie zelfs volledig verdween [18]. Specifieke kenmerken Het vertakt viltwier is een grote vertakte wiersoort die tot 1 meter lang kunnen worden en tot 3.5 kilogram wegen. De individuele takjes hebben een diameter van 3 tot 10 millimeter [1]. Er zijn in Europa drie ondersoorten van het invasief vertakt viltwier Codium fragile. Twee ervan (Codium fragile fragile en Codium fragile atlanticum) zijn afkomstig uit Japan, terwijl de derde ondersoort (Codium fragile scandinavicum) uit Siberië komt. De drie ondersoorten zijn enkel microscopisch van elkaar te onderscheiden [12]. De ondersoort Codium fragile atlanticum is al het langst - van 1808 - in Europese wateren aanwezig [19]. De meest invasieve ondersoort is echter het vertakt viltwier Codium fragile fragile, ondertussen de meest algemene ondersoort in Europa [1]. In België zijn tot nu toe enkel waarnemingen gemaakt van het de ondersoort Codium fragile fragile en niet van de twee andere ondersoorten [9]. Weetjes Oesterdieven Het vertakt viltwier hecht zich van nature vast op harde oppervlakken, zo ook op oester- en mosselbedden. Volledige exemplaren of fragmenten kunnen echter losgeslagen worden door de golfwerking en gaan dan drijven. Bij het losslaan nemen ze vaak de schelpdieren - waaraan ze zich hadden vastgehecht - met zich mee. Dit fenomeen gaf hen in het Engels de bijnaam ‘oyster thief’ of oesterdief…[20]. Wier op het menu In het oosten wordt deze wiersoort gretig gegeten, maar ook in onze streken kan je viltwier terugvinden op het menu. Een restaurant in Sluis bijvoorbeeld verwerkt viltwier in een olie, dat men dan codiumolie noemt. Het heeft volgens een recensiewebsite een zeer uitgesproken en lekkere smaak [21]. - 3 - © Ignacio Bárbara Niet-inheemse soorten van het Belgisch deel van de Noordzee en aanpalende estuaria Hoe verwijzen naar deze fiche? VLIZ Alien Species Consortium (2009). Vertakt viltwier - Codium fragile fragile. Niet-inheemse soorten van het Belgisch deel van de Noordzee en aanpalende estuaria. VLIZ Information Sheets, 26. Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ): Oostende, Belgium. 5 pp. Online available at http://www.vliz.be/vmdcdata/nonindigenous/pdf/nl/370562.pdf VLIZ Alien Species Consortium: http://www.vliz.be/NL/Infoloket/nietinheemsINTRO#partners Geraadpleegde bronnen [1] Trowbridge, C.D. (1998). Ecology of the green macroalga Codium fragile (Suringar) Hariot 1889: invasive and non-invasive subspecies. Oceanogr. Mar. Biol. Ann. Rev. 36: 1-64. [details] [2] Leloup, E.; Miller, O. (1940). La flore et la faune du Bassin de Chasse d'Ostende (1937-1938). Mémoires de l'Institut Royal des Sciences Naturelles de Belgique 94: 1-122, 3 plates. [details] [3] Vanhaelen, M.-Th. (1997). Viltwier, Codium spec. meer dan andere jaren aangespoeld in juli 1997 te Koksijde. De Strandvlo 17(3): 88. [details] [4] ICES Advisory Committee on the Marine Environment (2001). Report of the Working Group of Introductions and Transfers of Marine Organisms (WGITMO) 21-23 March 2001 Barcelona, Spain. Ices Committee Meetings Documents, 2001 (ACME:08). ICES: Copenhagen, Denmark. 104pp. [details] [5] Waarnemingen afkomstig van Waarnemingen.be, een initiatief van Natuurpunt Studie vzw en de Stichting Natuurinformatie. Geraadpleegd op 9-7-2009 [details] [6] Van Goor, A.C.J. (1923). Die holländischen Meeresalgen (Rhodophyceae, Phaeophyceae und Chlorophyceae) insbesondere der Umgebung von Helder, des Wattenmeeres und der Zuidersee. Verhandelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen te Amsterdam, 2de reeks, XXIII(2). Koninklijke Akademie van Wetenschappen: Amsterdam, The Netherlands. 232, VI tables pp. [details] [7] Stegenga, H.; Mol, I. (1983). Flora van de Nederlandse zeewieren. Natuurhistorische Bibliotheek van de KNNV, 33. Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging (KNNV): Hoogwoud, The Netherlands. 263 pp. [details] [8] Severijns, N. (2009). Verslag van de meerdaagse SWG-excursie naar de Oosterschelde (Zeeland, Nederland) op 8 en 9 maart 2008. De Strandvlo 29(1):5-14. [details] [9] ICES Advisory Committee on the Marine Environment (2006). Working Group on Introductions and Transfers of Marine Organisms (WGITMO) 16–17 March 2006 Oostende, Belgium. ICES Committee Meetings Documents, 2006(ACME:05). ICES: Copenhagen, Denmark. 330 pp. [details] [10] Kerckhof, F.; Haelters, J.; Gollasch, S. (2007). Alien species in the marine and brackish ecosystem: the situation in Belgian waters. Aquatic Invasions 2(3): 243-257. [details] [11] Wolff, W.J. (2005). Non-indigenous marine and estuarine species in the Netherlands. Zool. Med. Leiden 79 (1): 1-116. [details] - 4 - Niet-inheemse soorten van het Belgisch deel van de Noordzee en aanpalende estuaria [12] Eno, N.C.; Clark, R.A.; Sanderson, W.G. (Ed.). (1997). Non-native marine species in British waters: a review and directory. Joint Nature Conservation Committee: Peterborough, UK. ISBN 1-86107- 442-5. 152 pp. [details] [13] Benthic Ecology Lab - Dalhousie’s Invasive Species Website (2001). Codium fragile ssp. tomentosoides. Geraadpleegd op 7-7-2009. [details] [14] Dromgoole, F.I. (1975). Occurrence of Codium fragile subspecies tomentosoides in New Zealand waters. N.Z. Journal of Marine and Freshwater Research 9(3):257-264. [details] [15] Farnham, W.F. (1980). Studies on aliens in the marine flora of southern England, in: Price, J.H. et al. (Ed.) (1980). The shore environment: 2. Ecosystems. Systematics Association Special Volume, 17B: pp. 875-914. [details] [16] Trowbridge, C. D.; Farnham W.F. (2004). Spatial variation in littoral Codium assemblages on Jersey, Channel Islands (southern English Channel). Bot. Mar. 47(6): 501-503. [details] [17] Trowbridge, C.D. (2001). Coexistence of introduced and native congeneric algae: Codium fragile and C. tomentosum on Irish rocky intertidal shores. J. Mar. Biol. Ass. U.K. 81(6): 931-937. [details] [18] Trowbridge, C.D. (2002). Local elimination of Codium fragile ssp. tomentosoides: indirect evidence of sacoglossan herbivory. J. Mar. Biol. Ass. U.K. 82(6): 1029-1030. [details] [19] Silva, P.C. (1955). The dichotomous species of Codium in Britain. J. Mar. Biol. Ass. U.K. 34: 565-577. [details] [20] Naylor, R.L.; Williams, S.L.; Strong, D.R. (2001). Aquaculture: a gateway for exotic species. Science (Wash.) 294(5547): 1655-1656. [details] [21] Restaurantrecensies. Geraadpleegd op 7-7-2009. [details] - 5 -