Difference between revisions of "Rugstreepsteurgarnaal"

From Coastal Wiki
Jump to: navigation, search
(<span style="color:#00787A">Effecten of potentiële effecten en maatregelen</span>)
 
(99 intermediate revisions by 2 users not shown)
Line 1: Line 1:
{{Revision}}
+
__NOTITLE__
 
+
{{Kader4|Naam=Rugstreepsteurgarnaal
{{Nietinheemse|Naam=<span style="color:#FFFFFF">Amerikaanse strandschelp</span>
+
|Foto= <div style="padding:1em 0em 0em 0em">
|abstract= [[Image:Tubificoides_heterochaetus.jpg|left|230px|<div style="text-align: center;"> </div>]]
+
[[Image:Palaemon_macrodactylus.jpg|caption|right|210px|]]<span style="color:#FFFFFF">Foto: Marco Faasse (www.acteon.nl)</span></div>
De langstaartkustworm ''Tubificoides heterochaetus'' is een oligochaete worm die voor het eerst in Belgische wateren is waargenomen in 1952, in het Schelde-estuarium nabij Doel.
+
|abstract=
Men is niet zeker waar de soort oorspronkelijk voorkwam en hoe ze tot bij ons zou zijn geraakt. Men vermoedt dat de ze eigenlijk altijd al van nature voorkwam in riviermondingen langs de Noord-Atlantische kusten, maar nooit eerder is ontdekt en bestudeerd geworden. Vandaar dat de soort door sommige wetenschappers wordt getypeerd als cryptogeen.
+
Het oorspronkelijk verspreidingsgebied van de rugstreepsteurgarnaal ''Palaemon macrodactylus'' zijn de riviermondingen langs de kusten van Japan, China en Korea. Via transport in het ballastwater van schepen zou de soort naar Europa gekomen zijn. De rugstreepsteurgarnaal werd in België voor de allereerste keer waargenomen in 1998 in de het Kanaal Gent-Terneuzen, ter hoogte van de Nederlandse grens. Later bleek de soort ook aanwezig in de Zeeschelde nabij Doel, de jachthaven van Zeebrugge, de Spuikom van Oostende, in het IJzer-estuarium en werden zelfs exemplaren gevonden op het strand van Heist. Deze exoot verdraagt grote schommelingen in temperatuur en zoutgehalte en komt doorgaans voor op beschutte plekjes.}}
<P>
+
{{kader3}}
<BR>
 
<P>
 
:Foto: Ton van Haaren }}
 
 
 
 
<P>
 
<P>
 
<Br>
 
<Br>
<P>
 
 
<Br>
 
<Br>
 
<P>
 
<P>
 
  
 
===<span style="color:#00787A">Wetenschappelijke naam</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Wetenschappelijke naam</span>===
  
  
[http://www.marinespecies.org/aphia.php?p=taxdetails&id=137577 ''Tubificoides heterochaetus'' Michaelsen, 1926]
+
[http://www.marinespecies.org/berms/aphia.php?p=taxdetails&id=181372 ''Palaemon macrodactylus'' Rathbun, 1902]
  
 
<P>
 
<P>
Line 28: Line 22:
 
===<span style="color:#00787A">Oorspronkelijke verspreiding</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Oorspronkelijke verspreiding</span>===
  
De langstaartkustworm komt voor langs beide zijden van de Noord-Atlantische oceaan en werd ook al waargenomen in het noordoosten van de Stille oceaan. De Noordwest Atlantische regio lijkt wel een hotspot voor de soortendiversiteit van het genus Tubificoides, dus is het mogelijk dat ze hier zijn ontstaan. Dit is echter niet zeker, gezien deze soort een ten tijde van zijn beschrijving reeds heel wijd verspreid was (Kvist et al, 2010)<ref name=kvist2010>Kvist, S.; Sarkar, I.N.; Erséus, Ch. (2010). Genetic variation and phylogeny of the cosmopolitan marine genus Tubificoides (Annelida: Clitellata: Naididae: Tubificinae) Mol. Phylogenet. Evol. 57: 687-702. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=206622 details] </ref>.  
+
Het oorspronkelijk verspreidingsgebied van de rugstreepsteurgarnaal ''Palaemon macrodactylus'' ligt in de noordwestelijke Stille Oceaan, waar de soort voorkomt langs de kusten van Japan, China en Korea <ref name =1a>Holthuis, L.B. (1980). FAO species catalogue: Vol. 1. Shrimps and prawns of the world. An annotated catalogue of species of interest to fisheries. FAO Fisheries Synopsis, 125. FAO: Rome. 271 pp. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=142556 details]</ref>. Deze exoot komt doorgaans voor op beschutte plekjes, vooral in estuaria <ref name = 2a>d'Udekem d'Acoz, C.; Faasse, M.; Dumoulin, E.; De Blauwe, H. (2005). Occurrence of the Asian shrimp ''Palaemon macrodactylus'' in the Southern Bight of the North Sea, with a key to the Palaemonidae of north-western Europe (Crustacea: Decapoda: Caridae) Ned. Faunist. Meded. 22: 95-111. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=76221 details]</ref>.  
 
 
Hoewel de soort aan beide zijden van de Atlantische oceaan voorkomt, gedijt hij enkel in brakwatergebieden (Seys et al, 1999)<ref name=seys1999>Seys, J.; Vincx, M.; Meire, P. (1999). Macrobenthos van de Zeeschelde, met bijzondere aandacht voor het voorkomen en de rol van Oligochaeta: eindrapport OMES 1995-1998, partim Benthos. Rapport Instituut voor Natuurbehoud, 99.4. Instituut voor Natuurbehoud: Brussel. 81 pp. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=10355 details] </ref>.
 
 
 
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>
 
<P>
 
<P>
 
[[Image:Tubificoides_heterochaetus2.jpg|thumb|left|200px| <div style="text-align: center;">
 
Foto: Ton Van Haaren </div>]]
 
  
 
===<span style="color:#00787A">Eerste waarneming in België</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Eerste waarneming in België</span>===
  
De langstaartkustworm werd voor de eerste maal in België waargenomen op 25 september 1952 in het Schelde-estuarium nabij Doel, in de modder van een greppel. De soort werd toen onder de niet correcte naam ''Limnodrilus heterochaetus'' gerapporteerd (Konietzko, 1953)<ref name=konietzko1953>Konietzko, B. (1953). Notes sur les oligochètes de Belgique: 1. Eaux saumâtres du Bas-Escaut Bull. K. Belg. Inst. Nat. Wet. 29(43): 1-13. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=20524 details] </ref>. Het is echter mogelijk dat de soort hier altijd al aanwezig geweest is, maar eerder nooit werd opgemerkt. Wetenschappers noemen dergelijke soorten cryptogeen (Kerckhof, 2007)<ref name=kerckhof2007>Kerckhof, F.; Haelters, J.; Gollasch, S. (2007). Alien species in the marine and brackish ecosystem: the situation in Belgian waters Aquat. Invasions 2(3): 243-257. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=114365 details] </ref>.
+
De eerste publicatie over de aanwezigheid van de rugstreepsteurgarnaal in België betrof exemplaren die op 12 juni 2004 aangetroffen werden tussen de pontons in de jachthaven van Zeebrugge <ref name = 4a>De Blauwe, H. (2006). De rugstreepsteurgarnaal ''Palaemon macrodactylus'' in België De Strandvlo 26(1): 22-23. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=98569 details]</ref>. Bij het herbekijken van stalen die door de Vlaamse Milieu Maatschappij (VMM) verzameld werden, bleek echter dat de rugstreepsteurgarnaal reeds in 1998 in het Kanaal Gent-Terneuzen, nabij de Nederlandse grens aanwezig was <ref name = Boets2011>Boets, P.; Lock, K.; Goethals, P.L.M. (2011). Using long-term monitoring to investigate the changes in species composition in the harbour of Ghent (Belgium) Hydrobiologia 663: 155-166. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=201947 details]</ref>.  
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>
Line 48: Line 36:
 
===<span style="color:#00787A">Verspreiding in België</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Verspreiding in België</span>===
  
In België komt deze worm voor in de brakwaterzone van het Schelde-estuarium, tussen Antwerpen en de Nederlandse grens (Seys et al 1999)<ref name=seyshy1999>Seys, J.; Vincx, M.; Meire, P. (1999). Spatial distribution of oligochaetes (Clitellata) in the tidal freshwater and brackish parts of the Schelde estuary (Belgium) Hydrobiologia 406: 119-132. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=11714 details] </ref>. Omdat de soortengroep oligochaeten, waartoe deze soort behoort, zelden tot op soort niveau bestudeerd wordt (Pers. Comm. Sander Wijnhoven)<ref name=sander>Persoonlijke communicate [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=person&persid=11958 Sander Wijnhoven] 2011</ref> is het is niet zeker of de soort ook voorbij de Nederlandse grens voorkomt. Er wordt echter aangenomen dat dit wel het geval is (Persoonlijke mededeling door Jan Soors 2011)<ref name=jan> Persoonlijke mededeling door [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=person&persid=2753 Jan Soors] 2011 </ref>.
+
In november 1998 werd de soort in ons studiegebied aangetroffen nabij Walsoorden langs de Nederlandse Westerschelde <ref name = 2a> </ref>. Het duurde echter tot 5 december 2002, voordat deze soort over de grens met België, in de Zeeschelde ter hoogte van Doel werd aangetroffen <ref name = 3a>ENDIS-RISKS project data (2002-2006). Data verzameld tijdens het project ‘Endocriene verstoring in het Schelde-estuarium: distributie, blootstelling en effecten (ENDIS-RISKS)’. Ongepubliceerde data. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=dataset&dasid=1422 details]</ref>. De soort werd later ter hoogte van Doel en Fort Liefkenshoek opnieuw aangetroffen <ref name = 3a> </ref><ref name = Soors2010>Soors, J.; Faasse, M.; Stevens, M.; Verbessem, I.; De Regge, N.; Van den Bergh, E. (2010). New crustacean invaders in the Schelde estuary (Belgium) Belg. J. Zool. 140(1): 3-10. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=145536 details]</ref>.<P>
 +
In 2004 is deze exoot langs de kust ook aangetroffen rond pontons in de jachthaven van Blankenberge <ref name = 2a> </ref>, tussen de pontons in de jachthaven van Zeebrugge <ref name = 4a> </ref>, in het IJzer-estuarium te Nieuwpoort en in de Oostendse Spuikom <ref name = 2a> </ref>. Latere waarnemingen volgden elkaar op in zowel de jachthaven van Zeebrugge als op het strand van Heist <ref name = 5a>De Blauwe, H.; Dumoulin, E. (2009). De zeefauna en -flora uit de jachthaven van Zeebrugge, in het bijzonder de fouling-organismen van drijvende pontons De Strandvlo 29(2): 41-63. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=139489 details]</ref><ref name = 6a>Informatie afkomstig van Waarnemingen.be, een initiatief van Natuurpunt Studie vzw en de Stichting Natuurinformatie. Rugstreepsteurgarnaal - ''Palaemon macrodactylus'' Rathbun, 1902. [http://waarnemingen.be/soort/view/80690?from=2007-08-27&to=2009-08-27&species=80690&prov=0&akt=0&from=2004-08-10&to=2009-08-27&prov=0 online beschikbaar], geraadpleegd op 27-08-2009.</ref>.<P>
 +
In het Kanaal Gent-Terneuzen breidde de soort zijn verspreidingsgebied langzaam stroomopwaarts uit en kan hij vanaf 2003 ook in Gent worden aangetroffen <ref name = Boets2011> </ref>.
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>
Line 55: Line 45:
 
===<span style="color:#00787A">Verspreiding in onze buurlanden</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Verspreiding in onze buurlanden</span>===
  
De langstaartkustworm is wijdverspreid in Europa (Brinkhurst, 1981)<ref name=brinkhurst1981>Brinkhurst, R.O. (1981). A contribution to the taxonomy of the Tubificinae (Oligochaeta: Tubificidae) Proc. Biol. Soc. Wash. 94(4): 1048-1067. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=206624 details] </ref>. De worm werd voor het eerst beschreven in 1926, op basis van exemplaren uit de Zuid-Baltische Zee. Later werd de soort ook teruggevonden in het Elbe- en Wezer-estuarium in Duitsland en in Finland (Wolff, 2005)<ref name=wolff2005>Wolff, W.J. (2005). Non-indigenous marine and estuarine species in the Netherlands Zool. Meded. 79(1): 3-116. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=101200 details] </ref>.  
+
Na uitbreiding vanuit Japan, China en Korea naar de west- en oostkust van de Verenigde Staten van Amerika en de kust van Argentinië bereikte de rugstreepsteurgarnaal in 1992 Europa, waar de soort voor het eerst in het Theems-estuarium (Groot-Brittannië) werd aangetroffen <ref name = Worfsfold2008>Worsfold, T.M.; Ashelby, C.W. (2008). Additional UK records of the non-native prawn ''Palaemon macrodactylus'' (Crustacea: Decapoda) Marine Biodiversity Records 1: e48. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=208552 details]</ref>. De soort breidde zijn verspreidingsgebied hier uit en kon vanaf 2001 in de estuaria van Orwell en Steur (in het Westen van Groot-Brittannië) aangetroffen worden. Het feit dat men hier vaak eierdragende wijfjes waarnam - gaande van 12 % tot zelfs 100 % van de wijfjes - duidt op permanente vestiging in deze streken <ref name = Worfsfold2008> </ref><ref name = 10a>    Ashelby, C.W.; Worsfold, T.M.; Fransen, C.H.J.M. (2004). First records of the oriental prawn ''Palaemon macrodactylus'' (Decapoda: Caridea), an alien species in European waters, with a revised key to British Palaemonidae J. Mar. Biol. Ass. U.K. 84(3): 1041-1050. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=67873 details]</ref>.<P>
In de toenmalige Nederlandse Zuiderzee (het huidige IJsselmeer) bleek deze soort in 1927 de meest algemene worm te zijn, hoewel hij er tijdens een onderzoek in 1921 niet gevonden werd. Dit wijst erop dat de introductie ervan in de Zuiderzee tussen 1921 en 1927 moet hebben plaatsgevonden (Wolff, 2005)<ref name=wolff2005> </ref>. Genetisch onderzoek op Nederlandse populaties in het Grevelingenmeer doet vermoeden dat de soort hier verscheidene keren onafhankelijk van elkaar werd geïntroduceerd. Verder werd deze worm in Europa ook al waargenomen in de Zwarte en Middellandse Zee (Kvist et al, 2010)<ref name=kvist2010> </ref>.
+
Momenteel komt dit diertje in Nederland voor in het Noordzeekanaal, de Nieuwe Waterweg en de Oosterschelde rond de Zeelandbrug en Wemeldinge <ref name = 2a> </ref>. Verder is de soort algemeen in het Veerse Meer, de Grevelingen en in het Waddengebied (Harlingen, Lauwersoog en Eemshaven) <ref name = 8a> Faasse, M. (2005). Een Aziatische steurgarnaal in Nederland: ''Palaemon macrodactylus'' Rathbun, 1902 (Crustacea: Decapoda: Caridea) Het Zeepaard 65(6): 193-195. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=78070 details]</ref><ref name = 9a>Tulp, A. (2006). De rugstreepsteurgarnaal ''Palaemon macrodactylus'' in meerdere Waddenhavens Het Zeepaard 66(1): 27-28. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=79912 details]</ref>.<P>
 
+
In Frankrijk is deze exoot in 1998 voor het eerst aangetroffen in het Gironde-estuarium. De soort bleek in bepaalde delen van het estuarium heel algemeen. Ook hier werden vaak eierdragende vrouwtjes waargenomen <ref name = 11a>Beguer, M.; Girardin, M.; Boët, P. (2007). First record of the invasive oriental shrimp ''Palaemon macrodactylus'' Rathbun, 1902 in France (Gironde Estuary) Aquat. Invasions 2(2): 132-136. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=120855 details]</ref> en de soort wordt hier anno 2011 als gevestigd beschouwd <ref name = Beguer2011>Beguer, M.; Bergé, J.; Martin, J.; Martinet, J.; Pauliac, G.; Girardin, M.; Boët, P. (2011). Presence of ''Palaemon macrodactylus'' in a European estuary: evidence for a successful invasion of the Gironde (SW France) Aquat. Invasions 6(3): 401–418. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=207689 details]</ref>. De soort is in Frankrijk ook aan te treffen in het Seine-estuarium (sinds 2006) <ref name = Lavesque2010>Lavesque , N.; Bachelet, G.; Beguer, M.; Girardin, M.; Lepage, M.; Blanchet, B.; Sorbe, J.-C.; Modéran, J.; Sauriau, P.-G.; Auby, I. (2010). Recent expansion of the oriental shrimp ''Palaemon macrodactylus'' (Crustacea: Decapoda) on the western coasts of France Aquat. Invasions 5(Suppl. 1): S103-S108. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=208394 details]</ref>.<P>
 +
In mei 1999 werd deze garnaal gevangen in Spanje <ref name = 7a>Cuesta, J.A.; Gonzalez-Ortegon, E.; Drake, P.; Rodriguez, A. (2004). First record of ''Palaemon macrodactylus'' Rathbun, 1902 (Decapoda, Caridea, Palaemonidae) from European waters Crustaceana 77: 377-380. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=142555 details]</ref>, waar hij anno 2011 in het Guadalquivir-estuarium als gevestigd beschouwd wordt <ref name = Beguer2011> </ref>. De rugstreepsteurgarnaal is onder andere ook aan te treffen in de Zwarte Zee (sinds 2002) <ref name = Micu2009>Micu, D.; Nita, V. (2009). First record of the Asian prawn ''Palaemon macrodactylus'' Rathbun, 1902 (Caridea: Palaemonoidea: Palaemonidae) from the Black Sea Aquat. Invasions 4(4): 497-604. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=208395 details]</ref> het Wezer- en het Hooksiel-estuarium (in Duitsland, sinds 2004) <ref name = González>González-Ortegón, E.; Cuesta, J.A.; Schubart, C.D. (2007). First report of the oriental shrimp ''Palaemon macrodactylus'' Rathbun, 1902 (Decapoda, Caridea, Palaemonidae) from German waters Helgol. Mar. Res. 61(1): 67-69. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=117493 details]</ref>. Er wordt voorspeld dat de soort spoedig ook de Baltische Zee zal koloniseren <ref name = González> </ref>.
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>
Line 64: Line 55:
 
===<span style="color:#00787A">Wijze van introductie</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Wijze van introductie</span>===
  
Het is niet geweten hoe deze soort in Belgische wateren is terechtgekomen (Wolff, 2005)<ref name=wolff2005> </ref>. <P>
+
Volgens een aantal onderzoekers is de verspreiding van de rugstreepsteurgarnaal sterk gekoppeld aan de internationale scheepvaart, gezien dit diertje in hogere densiteiten voorkomt in havens waar veel buitenlandse transportschepen aanmeren, bijvoorbeeld het Noordzeekanaal, de haven van Zeebrugge of de Westerschelde. Op plaatsen waar dit niet het geval is zoals de Oosterschelde - waar geen internationale handel via scheepvaart optreedt maar zich wel belangrijke mossel- en oesterkweekcentra bevinden - komt de soort minder voor. Hierdoor is er een sterk vermoeden dat deze exoot de wereld wordt rondgeleid via ballastwater in schepen en niet via de import van oesterzaad <ref name = 2a> </ref>.
 +
<P>
 
<BR>
 
<BR>
 
<P>
 
<P>
Line 70: Line 62:
 
===<span style="color:#00787A">Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien</span>===
  
Deze worm doet het goed op plaatsen met veel organisch materiaal, zoals het Schelde-estuarium. Deze soort voelt zich thuis in vele soorten sediment en kan goed overleven in zand-, zilt-, modder- en kleibodems. Bovendien domineert deze worm vooral in gebieden met een zekere graad van vervuiling (eutrofiëring) (Diaz, 1989; Seys et al, 1999 ; Harrel, 2004)<ref name=diaz1989>Diaz, R.J. (1989). Pollution and tidal benthic communities of the James River Estuary, Virginia Hydrobiologia 180: 195-211. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=206329 details] </ref><ref name=seyshy1999> </ref><ref name=harrel2004>Harrel, R.C. (2004). Systematic and ecological notes on'' Tubificoides heterochaetus'' from the Neches River estuary, Texas Texas J. Sci. 56(3): 263-267. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=206626 details] </ref>.  
+
De eigenschap om zich aan te passen aan een breed spectrum van omgevingsfactoren - zoals wisselende temperatuur, zoutgehalte en zuurstofconcentratie - draagt bij tot het succes van de rugstreepsteurgarnaal <ref name = 12a>Newman, W.A. (1963). On the introduction of an edible oriental shrimp (Caridea, Palaemonidae) to San Francisco Bay Crustaceana 5(2): 119-132. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=121261 details]</ref>. Bovendien dragen de vrouwtjes veel eitjes - van 100 tot 2800 eitjes per vrouwtje per broedsel - waarbij het aantal eitjes afhankelijk is van de grootte van het vrouwtje. Er worden twee broedsels per jaar gelegd <ref name = 10a> </ref>. <P>
 +
Opmerkelijk is dat de eitjes van de rugstreepsteurgarnaal resistent zijn tegen een bepaalde schimmelinfectie die veelvuldig optreedt bij andere schaaldieren. Rond de eitjes is een laagje bacteriën (''Alteromonas'' sp.) aanwezig die een specifieke chemische stof produceren om de ziekte-verwekkende schimmel te verdringen, waardoor meer eitjes kunnen overleven <ref name = 13a>Gil-Turnes, M.S.; Hay, M.E.; Fenical, W. (1989). Symbiotic marine bacteria chemically defend crustacean embryos from a pathogenic fungus Science (Wash.) 246(4926): 116-118. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=120874 details]</ref>.
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>
Line 77: Line 70:
 
===<span style="color:#00787A">Factoren die de verspreiding beïnvloeden</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Factoren die de verspreiding beïnvloeden</span>===
  
De langstaartkustworm is vaak dominant terug te vinden in de brakwaterzones van estuaria (Seys et al, 1999 OMES)<ref name=seys1999> </ref>. Hij werd al waargenomen bij zoutgehaltes van 0,5 tot 20 PSU, maar gedijt het best tussen 2 en 14 PSU is (Harrel, 2004)<ref name=harrel2004>Harrel, R.C. (2004). Systematic and ecological notes on ''Tubificoides heterochaetus'' from the Neches River estuary, Texas Texas J. Sci. 56(3): 263-267. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=206626 details] </ref>. Ter vergelijking: het zeewater van de Noordzee heeft een zoutgehalte van ongeveer 35 PSU.
+
De mondiale verspreiding van de rugstreepsteurgarnaal zal meer dan waarschijnlijk verder bespoedigd worden door de intercontinentale scheepvaart <ref name = 2a> </ref>. <P>
In de wintermaanden trekken de wormen zich diep terug in het sediment omdat het daar warmer is. In de zomermaanden zit deze wormensoort hoofdzakelijk in de bovenste 5 cm van het sediment. De volwassen exemplaren zitten gelijkmatig verspreid over deze 5 cm terwijl de jonge wormen vooral in de bovenste lagen (Seys Ned et al, 1999 )<ref name=seys1999> </ref>.
+
De capaciteit om sterk wisselende omgevingsomstandigheden (temperatuur, vervuiling, zoutgehalte, zuurstofgehalte) te tolereren bevordert de definitieve vestiging van de soort na een toevallige introductie <ref name = 12a> </ref>. Het vaak aantreffen van eierdragende wijfjes bevestigt dit ook. Gezien de soort een voorkeur heeft voor water met een verlaagd zoutgehalte - van 27 tot 32,5 PSU - kan hij goed gedijen in estuaria <ref name = 10a> </ref>. Deze exoot komt zelfs voor in zoutgehaltes van slechts 1 of 2 PSU, wat bijna overeenkomt met zoetwater <ref name = 14a>Nancy Elder and Pam Fuller. 2011. ''Palaemon macrodactylus''. USGS Nonindigenous Aquatic Species Database, Gainesville, FL.
Deze worm is bestand tegen een zekere graad van vervuiling. Zo gedijt de soort vooral goed in gebieden met een verhoogd gehalte aan organisch materiaal, waar toch nog voldoende zuurstof in aanwezig is. (Diaz, 1989; Seys et al Ned, 1999; Harrel, 2004)<ref name=diaz1989> </ref><ref name=seys1999> </ref><ref name=harrel2004> </ref>.
+
http://nas.er.usgs.gov/queries/FactSheet.aspx?speciesID=1206 RevisionDate: 1/11/2011.
 +
</ref>. Ter vergelijking: het zeewater in onze Noordzee heeft een zoutgehalte van ongeveer 35 PSU.
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>
Line 86: Line 80:
 
===<span style="color:#00787A">Effecten of potentiële effecten en maatregelen</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Effecten of potentiële effecten en maatregelen</span>===
  
Waar deze wormen in grote aantallen voorkomen, hebben ze een belangrijke invloed op de structuur en de chemie van het raakvlak tussen het sediment en het water. Ze doorwoelen de bodem immers tot op grote diepte en worden gekenmerkt door een onafgebroken activiteit. Deze en andere verwantte wormen trekken het organisch materiaal actief naar beneden in de bodem. Ze doorgraven de bovenste bodemlaag met gangen waardoor de bodem losser en de groei van bacteriën – de lievelingsmaaltijd van deze wormen – bevorderd wordt. Dit proces van omwoeling heet bioturbatie (Seys Ned, 1999)<ref name=seys1999> </ref>.  
+
Aan de Pacifische kust van de Verenigde Staten kent de rugstreepsteurgarnaal weinig tot geen competitie van andere Palaemonidae (= garnalen behorende tot dezelfde familie als de rugstreepsteurgarnaal). Hierdoor kunnen ze met hoge snelheid veel nieuwe geschikte gebieden gaan koloniseren. In Europa daarentegen zijn er wel inheemse Palaemonidae-soorten. Deze zijn wijdverbreid langs de Europese kusten en bezetten bovendien een heel scala aan habitats. Hier zal de rugstreepsteurgarnaal niet alleen de aanwezige voedselbronnen, maar ook de ruimte moeten delen met de oorspronkelijk aanwezige Palaemonidae, wat leidt tot competitie met inheemse soorten <ref name = 2a> </ref>. <P>
In de slikken van vuilbelaste estuaria, zoals de Schelde zijn ze een belangrijke voedselbron voor veel vogels en vissen (Seys Ned, 1999)<ref name=seys1999> </ref>.  
+
Deze exoot is echter bevoordeeld ten opzichte van inheemse soorten. Bij aankomst bestaat immers de mogelijkheid dat deze nieuwkomer voor bepaalde tijd gevrijwaard is van de negatieve invloed van (soort)specifieke parasieten die in hun oorspronkelijke verspreidingsgebied hun vooruitgang belemmeren <ref name = 15a>Torchin, M.E.; Lafferty, K.D.; Dobson, A.P.; McKenzie, V.J.; Kuris, A.M. (2003). Introduced species and their missing parasites Nature (Lond.) 421(6923): 628-630. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=32191 details]</ref>.
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>
Line 93: Line 87:
  
 
===<span style="color:#00787A">Specifieke kenmerken</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Specifieke kenmerken</span>===
 +
<div style="float:left;width:167pt;padding:0.4em 1em 0.4em 0em">[[Image:Palaemon macrodactylus2.jpg|caption|left|220px|]]
 +
<div style="text-align: left;font-size:80%">Foto: Marco Faasse (<span class="plainlinks">[http://www.acteon.nl/ www.acteon.nl]</span>)</div></div>
 +
<div style="float:right;width:200pt;padding:0.4em 0em 0.4em 1.5em">[[Image:Palaemon macrodactylus3.jpg|caption|200px|]][[Image:Palaemon macrodactylus4.jpg|caption|265px|]]
 +
<div style="text-align: left;font-size:80%"><u>Boven</u>: schematische tekening van een steurgarnaal, met aanduiding van het rostrum <br> <u>Midden</u>: rostrum van de rugstreepsteurgarnaal ''Palaemon macrodactylus'' <br> <u>Onder</u>: rostrum van de langneussteurgarnaal ''Palaemon longirostris'' <br> <u>Tekening</u>: D’Udekem d’Acoz ''et al''. (2005) <ref name = 2a/></div></div>
 +
De rugstreepsteurgarnaal heeft een goed veldkenmerk, namelijk een lichtgekleurde rugstreep bij volwassen exemplaren. Jonge individuen kan men zo wel over het hoofd zien <ref name = 9a> </ref>. De kleur van deze garnaal is rood- tot bruin- of groen- tot blauwgroenachtig <ref name = 2a> </ref>. Het kenmerkende kleurpatroon vervaagt echter snel wanneer de dieren in een aquarium gehouden worden <ref name = 4a> </ref>.
  
De langstaartkustworm is een kleine, slanke oligochaete worm met afmetingen die meestal variëren tussen vijf en negen mm (Brinkhurst et al, 1979; Harrel, 2004)<ref name=brinkhurst1979>Brinkhurst, R.O.; Baker, H.R. (1979). A review of the marine Tubificidae (Oligochaeta) of North America Can. J. Zool. 57(8): 1553-1569. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=206367 details] </ref><ref name=harrel2004> </ref>. Het lichaam is verdeeld in 46 tot 66 segmenten (Harrel, 2004)<ref name=harrel2004> </ref>. Aan de segmenten hangen haarachtige structuren (setae) die de worm gebruikt om zich voort te bewegen. Deze ‘haartjes’ zijn belangrijk bij het op naam brengen van de verschillende soorten (Worfsfold, 2003; Harrel, 2004)<ref name=worfsfold2003>Worsfold, T.M. (2005). Introduction to Oligochaetes. NMBAQC Benthic Invertebrate Taxonomic Workshop, November 2003. NMBAQC: Great Britain. 22 pp. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=206620 details] </ref>.  
+
Opmerkelijk is het ontbreken van de verticale lijntjes die de gewone steurgarnaal ''Palaemon elegans'' en de gezaagde steurgarnaal ''Palaemon  serratus'' typeren <ref name = 8a> </ref>. Er kan ook verwarring optreden met de langneussteurgarnaal ''Palaemon longirostris''. Men kan beiden onderscheiden door te kijken naar het rostrum: de langneussteurgarnaal heeft 7 tot 9 dorsale tanden op het rostrum, terwijl de rugstreepsteurgarnaal er 10 tot 12 heeft <ref name = 2a> </ref>.  
  
De langstaartkustworm is een worm die vrij in de bodem leeft. Hij komt als dominante soort voor in estuaria en kreken, althans daar waar de getijden een invloed hebben (Worfsfold, 2003; Kvist et al, 2010)<ref name=worfsfold2003> </ref>. De aantallen pieken in de periode van juli tot december, wanneer de wormen zich voortplanten. In de wintermaanden verhuist de worm naar warmere diepere lagen (Seys et al., 1999)<ref name=seyshy1999> </ref>.
 
  
 +
Net zoals bij ''Crangon'' soorten. (bv. “onze” grijze garnaal ''Crangon crangon'') wordt het vrouwtje van de rugstreepsteurgarnaal groter dan het mannetje. In een studie in Groot-Brittannië varieerde de lengte van de mannetjes tussen 2,5 en 3,5 centimeter en dat van de vrouwtjes tussen 2,5 en 7 centimeter. Grotere vrouwtjes droegen doorgaans ook meer eitjes <ref name = 10a> </ref>.<P>
 +
 +
 +
Het dieet van steurgarnalen bestaat over het algemeen uit kleine dierlijke organismen (75 tot 93 %), met daarnaast ook plantenresten <ref name = 16a>Sitts, R.M.; Knight, A.W. (1979). Predation by the estuarine shrimps ''Crangon franciscorum'' Stimpson and ''Palaemon macrodactylus'' Rathbun Biol. Bull. 156(3): 356-368. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=121259 details]</ref>.
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>
Line 104: Line 106:
 
===<span style="color:#00787A">Weetjes</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Weetjes</span>===
  
====<span style="color:#00787A">''Regeneratiecapaciteit''</span>====
+
====<span style="color:#00787A">''’s Nachts is de kust veilig ''</span>====
  
 
+
De rugstreepsteurgarnaal doet aan vertikale diurnale migratie. Dit betekent dat deze diertjes zich overdag dieper in de waterkolom ophouden en ’s nachts omhoog migreren, richting wateroppervlak <ref name = 10a> </ref>. De verborgen levenswijze (overdag) bemoeilijkt de studie van de geografische verspreiding van de soort.
Als de langstaartkustworm om de een of andere reden zijn staart verliest, bijvoorbeeld als gevolg van predatie door een vogel of vis, kan hij deze terug laten groeien (regenereren) (Seys, 1999)<ref name=seys1999> </ref>. Ook andere gelijkaardige wormen, bijvoorbeeld de regenworm, kunnen afgebroken lichaamsdelen terug laten aangroeien. Dit komt doordat ze cellen bezitten die zich steeds opnieuw kunnen blijven delen (stamcellen) (http://www.scientias.nl/de-regeneratie-van-de-worm-ontrafeld/7801).
+
<P>
 +
<BR>
 +
<P>
 +
===<span style="color:#00787A">Hoe verwijzen naar deze pagina?</span>===
 +
{{Kader5|
 +
SoortnaamNL=Rugstreepsteurgarnaal |
 +
SoortnaamLt=Palaemon macrodactylus |
 +
Naamlector=Sammy De Grave|
 +
refid=210323|}}
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>
Line 118: Line 128:
  
  
[[Category:wormen]]
+
[[Category:Geleedpotigen]]
 
[[Category:Niet-inheemse soorten van het Belgisch deel van de Noordzee en aanpalende estuaria ]]
 
[[Category:Niet-inheemse soorten van het Belgisch deel van de Noordzee en aanpalende estuaria ]]

Latest revision as of 11:25, 26 January 2012

Warning: Deze pagina wordt niet langer bijgewerkt. Meer recente info is te vinden op http://www.vliz.be/niet-inheemse-soorten


Rugstreepsteurgarnaal
Het oorspronkelijk verspreidingsgebied van de rugstreepsteurgarnaal Palaemon macrodactylus zijn de riviermondingen langs de kusten van Japan, China en Korea. Via transport in het ballastwater van schepen zou de soort naar Europa gekomen zijn. De rugstreepsteurgarnaal werd in België voor de allereerste keer waargenomen in 1998 in de het Kanaal Gent-Terneuzen, ter hoogte van de Nederlandse grens. Later bleek de soort ook aanwezig in de Zeeschelde nabij Doel, de jachthaven van Zeebrugge, de Spuikom van Oostende, in het IJzer-estuarium en werden zelfs exemplaren gevonden op het strand van Heist. Deze exoot verdraagt grote schommelingen in temperatuur en zoutgehalte en komt doorgaans voor op beschutte plekjes.
Palaemon macrodactylus.jpg
Foto: Marco Faasse (www.acteon.nl)




Wetenschappelijke naam

Palaemon macrodactylus Rathbun, 1902


Oorspronkelijke verspreiding

Het oorspronkelijk verspreidingsgebied van de rugstreepsteurgarnaal Palaemon macrodactylus ligt in de noordwestelijke Stille Oceaan, waar de soort voorkomt langs de kusten van Japan, China en Korea [1]. Deze exoot komt doorgaans voor op beschutte plekjes, vooral in estuaria [2].


Eerste waarneming in België

De eerste publicatie over de aanwezigheid van de rugstreepsteurgarnaal in België betrof exemplaren die op 12 juni 2004 aangetroffen werden tussen de pontons in de jachthaven van Zeebrugge [3]. Bij het herbekijken van stalen die door de Vlaamse Milieu Maatschappij (VMM) verzameld werden, bleek echter dat de rugstreepsteurgarnaal reeds in 1998 in het Kanaal Gent-Terneuzen, nabij de Nederlandse grens aanwezig was [4].


Verspreiding in België

In november 1998 werd de soort in ons studiegebied aangetroffen nabij Walsoorden langs de Nederlandse Westerschelde [2]. Het duurde echter tot 5 december 2002, voordat deze soort over de grens met België, in de Zeeschelde ter hoogte van Doel werd aangetroffen [5]. De soort werd later ter hoogte van Doel en Fort Liefkenshoek opnieuw aangetroffen [5][6].

In 2004 is deze exoot langs de kust ook aangetroffen rond pontons in de jachthaven van Blankenberge [2], tussen de pontons in de jachthaven van Zeebrugge [3], in het IJzer-estuarium te Nieuwpoort en in de Oostendse Spuikom [2]. Latere waarnemingen volgden elkaar op in zowel de jachthaven van Zeebrugge als op het strand van Heist [7][8].

In het Kanaal Gent-Terneuzen breidde de soort zijn verspreidingsgebied langzaam stroomopwaarts uit en kan hij vanaf 2003 ook in Gent worden aangetroffen [4].


Verspreiding in onze buurlanden

Na uitbreiding vanuit Japan, China en Korea naar de west- en oostkust van de Verenigde Staten van Amerika en de kust van Argentinië bereikte de rugstreepsteurgarnaal in 1992 Europa, waar de soort voor het eerst in het Theems-estuarium (Groot-Brittannië) werd aangetroffen [9]. De soort breidde zijn verspreidingsgebied hier uit en kon vanaf 2001 in de estuaria van Orwell en Steur (in het Westen van Groot-Brittannië) aangetroffen worden. Het feit dat men hier vaak eierdragende wijfjes waarnam - gaande van 12 % tot zelfs 100 % van de wijfjes - duidt op permanente vestiging in deze streken [9][10].

Momenteel komt dit diertje in Nederland voor in het Noordzeekanaal, de Nieuwe Waterweg en de Oosterschelde rond de Zeelandbrug en Wemeldinge [2]. Verder is de soort algemeen in het Veerse Meer, de Grevelingen en in het Waddengebied (Harlingen, Lauwersoog en Eemshaven) [11][12].

In Frankrijk is deze exoot in 1998 voor het eerst aangetroffen in het Gironde-estuarium. De soort bleek in bepaalde delen van het estuarium heel algemeen. Ook hier werden vaak eierdragende vrouwtjes waargenomen [13] en de soort wordt hier anno 2011 als gevestigd beschouwd [14]. De soort is in Frankrijk ook aan te treffen in het Seine-estuarium (sinds 2006) [15].

In mei 1999 werd deze garnaal gevangen in Spanje [16], waar hij anno 2011 in het Guadalquivir-estuarium als gevestigd beschouwd wordt [14]. De rugstreepsteurgarnaal is onder andere ook aan te treffen in de Zwarte Zee (sinds 2002) [17] het Wezer- en het Hooksiel-estuarium (in Duitsland, sinds 2004) [18]. Er wordt voorspeld dat de soort spoedig ook de Baltische Zee zal koloniseren [18].


Wijze van introductie

Volgens een aantal onderzoekers is de verspreiding van de rugstreepsteurgarnaal sterk gekoppeld aan de internationale scheepvaart, gezien dit diertje in hogere densiteiten voorkomt in havens waar veel buitenlandse transportschepen aanmeren, bijvoorbeeld het Noordzeekanaal, de haven van Zeebrugge of de Westerschelde. Op plaatsen waar dit niet het geval is zoals de Oosterschelde - waar geen internationale handel via scheepvaart optreedt maar zich wel belangrijke mossel- en oesterkweekcentra bevinden - komt de soort minder voor. Hierdoor is er een sterk vermoeden dat deze exoot de wereld wordt rondgeleid via ballastwater in schepen en niet via de import van oesterzaad [2].


Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien

De eigenschap om zich aan te passen aan een breed spectrum van omgevingsfactoren - zoals wisselende temperatuur, zoutgehalte en zuurstofconcentratie - draagt bij tot het succes van de rugstreepsteurgarnaal [19]. Bovendien dragen de vrouwtjes veel eitjes - van 100 tot 2800 eitjes per vrouwtje per broedsel - waarbij het aantal eitjes afhankelijk is van de grootte van het vrouwtje. Er worden twee broedsels per jaar gelegd [10].

Opmerkelijk is dat de eitjes van de rugstreepsteurgarnaal resistent zijn tegen een bepaalde schimmelinfectie die veelvuldig optreedt bij andere schaaldieren. Rond de eitjes is een laagje bacteriën (Alteromonas sp.) aanwezig die een specifieke chemische stof produceren om de ziekte-verwekkende schimmel te verdringen, waardoor meer eitjes kunnen overleven [20].


Factoren die de verspreiding beïnvloeden

De mondiale verspreiding van de rugstreepsteurgarnaal zal meer dan waarschijnlijk verder bespoedigd worden door de intercontinentale scheepvaart [2].

De capaciteit om sterk wisselende omgevingsomstandigheden (temperatuur, vervuiling, zoutgehalte, zuurstofgehalte) te tolereren bevordert de definitieve vestiging van de soort na een toevallige introductie [19]. Het vaak aantreffen van eierdragende wijfjes bevestigt dit ook. Gezien de soort een voorkeur heeft voor water met een verlaagd zoutgehalte - van 27 tot 32,5 PSU - kan hij goed gedijen in estuaria [10]. Deze exoot komt zelfs voor in zoutgehaltes van slechts 1 of 2 PSU, wat bijna overeenkomt met zoetwater [21]. Ter vergelijking: het zeewater in onze Noordzee heeft een zoutgehalte van ongeveer 35 PSU.


Effecten of potentiële effecten en maatregelen

Aan de Pacifische kust van de Verenigde Staten kent de rugstreepsteurgarnaal weinig tot geen competitie van andere Palaemonidae (= garnalen behorende tot dezelfde familie als de rugstreepsteurgarnaal). Hierdoor kunnen ze met hoge snelheid veel nieuwe geschikte gebieden gaan koloniseren. In Europa daarentegen zijn er wel inheemse Palaemonidae-soorten. Deze zijn wijdverbreid langs de Europese kusten en bezetten bovendien een heel scala aan habitats. Hier zal de rugstreepsteurgarnaal niet alleen de aanwezige voedselbronnen, maar ook de ruimte moeten delen met de oorspronkelijk aanwezige Palaemonidae, wat leidt tot competitie met inheemse soorten [2].

Deze exoot is echter bevoordeeld ten opzichte van inheemse soorten. Bij aankomst bestaat immers de mogelijkheid dat deze nieuwkomer voor bepaalde tijd gevrijwaard is van de negatieve invloed van (soort)specifieke parasieten die in hun oorspronkelijke verspreidingsgebied hun vooruitgang belemmeren [22].


Specifieke kenmerken

Palaemon macrodactylus2.jpg
Foto: Marco Faasse (www.acteon.nl)
Palaemon macrodactylus3.jpgPalaemon macrodactylus4.jpg
Boven: schematische tekening van een steurgarnaal, met aanduiding van het rostrum
Midden: rostrum van de rugstreepsteurgarnaal Palaemon macrodactylus
Onder: rostrum van de langneussteurgarnaal Palaemon longirostris
Tekening: D’Udekem d’Acoz et al. (2005) [2]

De rugstreepsteurgarnaal heeft een goed veldkenmerk, namelijk een lichtgekleurde rugstreep bij volwassen exemplaren. Jonge individuen kan men zo wel over het hoofd zien [12]. De kleur van deze garnaal is rood- tot bruin- of groen- tot blauwgroenachtig [2]. Het kenmerkende kleurpatroon vervaagt echter snel wanneer de dieren in een aquarium gehouden worden [3].

Opmerkelijk is het ontbreken van de verticale lijntjes die de gewone steurgarnaal Palaemon elegans en de gezaagde steurgarnaal Palaemon serratus typeren [11]. Er kan ook verwarring optreden met de langneussteurgarnaal Palaemon longirostris. Men kan beiden onderscheiden door te kijken naar het rostrum: de langneussteurgarnaal heeft 7 tot 9 dorsale tanden op het rostrum, terwijl de rugstreepsteurgarnaal er 10 tot 12 heeft [2].


Net zoals bij Crangon soorten. (bv. “onze” grijze garnaal Crangon crangon) wordt het vrouwtje van de rugstreepsteurgarnaal groter dan het mannetje. In een studie in Groot-Brittannië varieerde de lengte van de mannetjes tussen 2,5 en 3,5 centimeter en dat van de vrouwtjes tussen 2,5 en 7 centimeter. Grotere vrouwtjes droegen doorgaans ook meer eitjes [10].

Het dieet van steurgarnalen bestaat over het algemeen uit kleine dierlijke organismen (75 tot 93 %), met daarnaast ook plantenresten [23].


Weetjes

’s Nachts is de kust veilig

De rugstreepsteurgarnaal doet aan vertikale diurnale migratie. Dit betekent dat deze diertjes zich overdag dieper in de waterkolom ophouden en ’s nachts omhoog migreren, richting wateroppervlak [10]. De verborgen levenswijze (overdag) bemoeilijkt de studie van de geografische verspreiding van de soort.


Hoe verwijzen naar deze pagina?

VLIZ Alien Species Consortium (2011). Rugstreepsteurgarnaal – Palaemon macrodactylus. Niet-inheemse soorten van het Belgisch deel van de Noordzee en aanpalende estuaria. Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ). Geraadpleegd op 28-03-2024. Beschikbaar op
http://www.vliz.be/wiki/Lijst_niet-inheemse_soorten_Belgisch_deel_Noordzee_en_aanpalende_estuaria


Lector: Sammy De Grave
VLIZ Alien Species Consortium: http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=project&proid=2170
Deze fiche (versie 2011) is ook als pdf beschikbaar op http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=210323


Geraadpleegde bronnen

  1. Holthuis, L.B. (1980). FAO species catalogue: Vol. 1. Shrimps and prawns of the world. An annotated catalogue of species of interest to fisheries. FAO Fisheries Synopsis, 125. FAO: Rome. 271 pp. details
  2. 2.00 2.01 2.02 2.03 2.04 2.05 2.06 2.07 2.08 2.09 2.10 d'Udekem d'Acoz, C.; Faasse, M.; Dumoulin, E.; De Blauwe, H. (2005). Occurrence of the Asian shrimp Palaemon macrodactylus in the Southern Bight of the North Sea, with a key to the Palaemonidae of north-western Europe (Crustacea: Decapoda: Caridae) Ned. Faunist. Meded. 22: 95-111. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "2a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "2a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "2a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "2a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "2a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "2a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "2a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "2a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "2a" defined multiple times with different content
  3. 3.0 3.1 3.2 De Blauwe, H. (2006). De rugstreepsteurgarnaal Palaemon macrodactylus in België De Strandvlo 26(1): 22-23. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "4a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "4a" defined multiple times with different content
  4. 4.0 4.1 Boets, P.; Lock, K.; Goethals, P.L.M. (2011). Using long-term monitoring to investigate the changes in species composition in the harbour of Ghent (Belgium) Hydrobiologia 663: 155-166. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "Boets2011" defined multiple times with different content
  5. 5.0 5.1 ENDIS-RISKS project data (2002-2006). Data verzameld tijdens het project ‘Endocriene verstoring in het Schelde-estuarium: distributie, blootstelling en effecten (ENDIS-RISKS)’. Ongepubliceerde data. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "3a" defined multiple times with different content
  6. Soors, J.; Faasse, M.; Stevens, M.; Verbessem, I.; De Regge, N.; Van den Bergh, E. (2010). New crustacean invaders in the Schelde estuary (Belgium) Belg. J. Zool. 140(1): 3-10. details
  7. De Blauwe, H.; Dumoulin, E. (2009). De zeefauna en -flora uit de jachthaven van Zeebrugge, in het bijzonder de fouling-organismen van drijvende pontons De Strandvlo 29(2): 41-63. details
  8. Informatie afkomstig van Waarnemingen.be, een initiatief van Natuurpunt Studie vzw en de Stichting Natuurinformatie. Rugstreepsteurgarnaal - Palaemon macrodactylus Rathbun, 1902. online beschikbaar, geraadpleegd op 27-08-2009.
  9. 9.0 9.1 Worsfold, T.M.; Ashelby, C.W. (2008). Additional UK records of the non-native prawn Palaemon macrodactylus (Crustacea: Decapoda) Marine Biodiversity Records 1: e48. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "Worfsfold2008" defined multiple times with different content
  10. 10.0 10.1 10.2 10.3 10.4 Ashelby, C.W.; Worsfold, T.M.; Fransen, C.H.J.M. (2004). First records of the oriental prawn Palaemon macrodactylus (Decapoda: Caridea), an alien species in European waters, with a revised key to British Palaemonidae J. Mar. Biol. Ass. U.K. 84(3): 1041-1050. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "10a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "10a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "10a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "10a" defined multiple times with different content
  11. 11.0 11.1 Faasse, M. (2005). Een Aziatische steurgarnaal in Nederland: Palaemon macrodactylus Rathbun, 1902 (Crustacea: Decapoda: Caridea) Het Zeepaard 65(6): 193-195. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "8a" defined multiple times with different content
  12. 12.0 12.1 Tulp, A. (2006). De rugstreepsteurgarnaal Palaemon macrodactylus in meerdere Waddenhavens Het Zeepaard 66(1): 27-28. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "9a" defined multiple times with different content
  13. Beguer, M.; Girardin, M.; Boët, P. (2007). First record of the invasive oriental shrimp Palaemon macrodactylus Rathbun, 1902 in France (Gironde Estuary) Aquat. Invasions 2(2): 132-136. details
  14. 14.0 14.1 Beguer, M.; Bergé, J.; Martin, J.; Martinet, J.; Pauliac, G.; Girardin, M.; Boët, P. (2011). Presence of Palaemon macrodactylus in a European estuary: evidence for a successful invasion of the Gironde (SW France) Aquat. Invasions 6(3): 401–418. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "Beguer2011" defined multiple times with different content
  15. Lavesque , N.; Bachelet, G.; Beguer, M.; Girardin, M.; Lepage, M.; Blanchet, B.; Sorbe, J.-C.; Modéran, J.; Sauriau, P.-G.; Auby, I. (2010). Recent expansion of the oriental shrimp Palaemon macrodactylus (Crustacea: Decapoda) on the western coasts of France Aquat. Invasions 5(Suppl. 1): S103-S108. details
  16. Cuesta, J.A.; Gonzalez-Ortegon, E.; Drake, P.; Rodriguez, A. (2004). First record of Palaemon macrodactylus Rathbun, 1902 (Decapoda, Caridea, Palaemonidae) from European waters Crustaceana 77: 377-380. details
  17. Micu, D.; Nita, V. (2009). First record of the Asian prawn Palaemon macrodactylus Rathbun, 1902 (Caridea: Palaemonoidea: Palaemonidae) from the Black Sea Aquat. Invasions 4(4): 497-604. details
  18. 18.0 18.1 González-Ortegón, E.; Cuesta, J.A.; Schubart, C.D. (2007). First report of the oriental shrimp Palaemon macrodactylus Rathbun, 1902 (Decapoda, Caridea, Palaemonidae) from German waters Helgol. Mar. Res. 61(1): 67-69. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "González" defined multiple times with different content
  19. 19.0 19.1 Newman, W.A. (1963). On the introduction of an edible oriental shrimp (Caridea, Palaemonidae) to San Francisco Bay Crustaceana 5(2): 119-132. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "12a" defined multiple times with different content
  20. Gil-Turnes, M.S.; Hay, M.E.; Fenical, W. (1989). Symbiotic marine bacteria chemically defend crustacean embryos from a pathogenic fungus Science (Wash.) 246(4926): 116-118. details
  21. Nancy Elder and Pam Fuller. 2011. Palaemon macrodactylus. USGS Nonindigenous Aquatic Species Database, Gainesville, FL. http://nas.er.usgs.gov/queries/FactSheet.aspx?speciesID=1206 RevisionDate: 1/11/2011.
  22. Torchin, M.E.; Lafferty, K.D.; Dobson, A.P.; McKenzie, V.J.; Kuris, A.M. (2003). Introduced species and their missing parasites Nature (Lond.) 421(6923): 628-630. details
  23. Sitts, R.M.; Knight, A.W. (1979). Predation by the estuarine shrimps Crangon franciscorum Stimpson and Palaemon macrodactylus Rathbun Biol. Bull. 156(3): 356-368. details