VLAAMS INSTITUUT VOOR DE ZEE
PLATFORM VOOR MARIEN ONDERZOEK
| Volwassen schijfkwallen bestaan voor 95 tot 99% uit water. Bij deze groep overheerst het vrij zwemmende stadium, de meduse of kwal genoemd. Dit is ook de vorm waaronder de meeste mensen kwallen kennen. De poliepvorm is bij schijfkwallen beperkt tot een klein, vastzittend stadium. De rand van de schijf is afgezet met korte of lange tentakels waarmee ze hun prooi vangen en verdoven. Hun prooi bestaat uit alles wat per ongeluk tegen hun tentakels aan zwemt en niet te groot is voor de betreffende kwal. Schijfkwallen zijn op hun beurt voedsel voor bijvoorbeeld haaien, tonijnen en schildpadden. Ze kunnen zich door ritmische lichaamsbewegingen door het water verplaatsen, maar hun snelheid is niet groot genoeg om tegen de getijdenstroming in te zwemmen, ze drijven dus grotendeels passief mee met de waterbewegingen. Bepaalde soorten schijfkwallen worden in China, Japan en Zuidoost-Azië gebruikt voor menselijke consumptie. Naamsverklaring: |
 |
