Beschrijving Splitsingen
Een lange splits wordt aangewend om einden op malkander te splitsen, die daardoor geene verdikking mogen ondergaan en om in trossen een minder in het oog loopende splits te leggen. De strengen worden, evenals bij de korte splits (fig. 75-77), doch langer, uitgedraaid en tusschen elkander gelegd. Men zorgt dat ze van beide zijden tegen elkander liggen, a tegen b, enz.; waarop streng a uitgelegd en b in hare plaats wordt ingelegd, op gelijk wijze e in de plaats van f, waarop men fig. 78 bekomt. Hierop worden de strengen geknoopt, waartoe f over e wordt genomen; de knoop wordt aangehaald en de strengen bezet door e door de bocht van g en f door h te steken, enz. Daar de bezetting nog te veel dikte zal veroorzaken, spouwt men de strengen veelal in tweeën, legt den knoop met de helft en beknijpt daarmede de andere helft, terwijl de doorgestoken einden plat worden gelegd, wat de splits dunner en netter maakt (fig. 79).Auteur J. De JongheUit bron De Jonghe, J. (1912). De sfeer - Het schip - Vaart. Wat z... (pagina 76)Download de volledige versie Dit werk is gelicentieerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Gelijk 4.0 Licentie
Klik hier om terug te keren naar miniatuurweergave
Site ontwikkeld en gehost door het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) Met steun van de provincie West-Vlaanderen
