De Borger (1901, fig. 33)
De Borger (1901, fig. 33)
Beschrijving Voor schepen welke bij het midden op eene zekere lengte dezelfde dwarsscheepsche doorsnede hebben, - gelijk aan het grootspant - zullen de wijdten van dek - en leuninglijnen op hunne betrekkelijke hoogte genomen, zich met den omtrek van het grootspant vermengen, zooals de figuur aanduidt. Dit komt doordat het schip, horizontaal beschouwd, op eene zekere lengte dezelfde wijdten heeft en dat dikwijls de dek- en leuninglijnen in de langscheepsche oprichting hare ronding op gansch de lengte van het schip vervolgen, of dat hun recht gedeelte korter is dan dat der andere vormlijnen. Auteur J. De Borger Uit bron De Borger, J. (1901). Uitslaan van ijzeren of stalen sche... (pagina 61) Creative Commons License Dit werk is gelicentieerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Gelijk 4.0 Licentie