De Borger (1901, fig. 48)
De Borger (1901, fig. 48)
Beschrijving Voorsteven. Na alle noodige doorsneden op de stevenmal aangeduid en hunne binnenlijn xy er mede overeengebracht te hebben, zooals het de figuur aanduidt, vereenigt men ook de halzen (dikte hunner samenvoegingen) der vleugels of doorsneden door de lijn v. w. welke tusschen de laatste open a, en de eerst volle doorsnede b door eenen cirkelboog w met den binnenkant steven zich vervoegt. Vervolgens draagt men de hoogten c, d, e, f, g, h der doorsneden op de overeenstemmende spanten of punten van den loozen vloer in c’, d’, e’... (fig. 49) over, en zet op deze hoogten de wijdten 1, 2, 3 ... (fig. 48) in 1’, 2’, 3’ (fig. 49) zijwaarts af. Men vereenigt deze punten onderling (x, y, z, fig. 49), de nieuwe lijn moet even als de andere regelmatig zijn. De spantenomtrekken worden zoo noodig volgens de nieuwe doorsneden gewijzigd, evenals de waterlijnen. De einden der vóórspanten worden door de voorgaande aanduidingen volledig bepaald omdat zij op den steven eindigen en dus niet onafgebroken op beiden boorden doorloopen. Auteur J. De Borger Uit bron De Borger, J. (1901). Uitslaan van ijzeren of stalen sche... (pagina 76) Creative Commons License Dit werk is gelicentieerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Gelijk 4.0 Licentie