De Borger (1901, fig. 61)
De Borger (1901, fig. 61)
Beschrijving Dekbalken. Men weet dat de bocht der dekbalken van één dek met eene zelfde cirkelstraal moet bepaald worden. Ziehier hoe men te werk gaat om cirkelbogen van groote straal, zonder passer te teekenen. Met de bocht A B voor straal, beschrijft men het vierde B B’ van eenen cirkelomtrek men verdeelt dezen omtrek in 4 gelijke deelen, alsmede de horizontale straal A B’, en vereenigt de punten ee’, ff’, gg’. Men verdeelt evenzoo de halve koord A C in 4 gelijke deelen E, F, G, waarop men rechtstandige lijnen trekt. Op deze laatste zet men de afstanden EE’ = ee’, FF’ = ff’, GG = gg’ af. Men vereenigt, bijmiddel eener stijve lat, de punten BE’ F’ G’ C en schrijft de aldus bekomen lijn in, welke den gevraagden cirkelboog geeft. Auteur J. De Borger Uit bron De Borger, J. (1901). Uitslaan van ijzeren of stalen sche... (pagina 87) Creative Commons License Dit werk is gelicentieerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Gelijk 4.0 Licentie