De Borger (1901, fig. 71)
De Borger (1901, fig. 71)
Beschrijving Zweien. Bij de uiteinden waar de oppervlakte der buitenhuid tusschen twee opvolgende spanten meer afgerond is, zal men geringe verschillen krijgen. Hier is het dan juister op de volgende manier te werk te gaan, alhoewel deze weinig gevolgd wordt daar men meestal de zweiën opneemt zooals hiervoor is aangeduid. Zijn O en O’ den omtrek van een spant en S S’ eene sent ; zij ook m en m’ de punten van het spant waarop de zwei moet bepaald worden (mp=S’m’). Trekken wij op het horizontaal plan eene rechte lijn rt, evenwijdig aan pq, op eenen afstand qt gelijk aan de breedte van den vleugel des spants. Het snijpunt t der sent met de lijn rt zal in t’ op het vertikaal plan overgebracht worden, daar m’t’ gelijk is aan mq. Wanneer men uit t’ eene normale lijn t’u’ trekt op den omtrek van het spant, zal men eenen rechthoekigen driehoek bekomen welke de zwei van het punt m’ inhoudt en waarvan de hoogte u’t’ gelijk is aan pr. Auteur J. De Borger Uit bron De Borger, J. (1901). Uitslaan van ijzeren of stalen sche... (pagina 100) Creative Commons License Dit werk is gelicentieerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Gelijk 4.0 Licentie