Nieuw rapport recreatieve zeevisserij wijst op sterke terugval kabeljauw in Belgische Noordzee

De nieuwste rapportage van het nationaal monitoringsprogramma over de Belgische recreatieve zeevisserij toont voor 2019 hogere zeebaarsvangsten aan, maar maakt tevens gewag van een sterke achteruitgang in de kabeljauwvangsten in de zuidelijke Noordzee.

Het nieuwste monitoringsrapport over de Belgische recreatieve zeevisserij – voor focusjaar 2019 – rapporteert deze keer uitsluitend over de recreatieve vangsten in het Belgisch deel van de Noordzee. Het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) en het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) ontwikkelden hiervoor een op maat gemaakte methodologie, die sterk steunt op vrijwillige vangstrapportages door een groep enthousiaste recreatieve zeevissers. Naast het bijdragen tot de dataverzameling, resulteert dit burgerwetenschappelijk programma in een unieke samenwerking, waardoor de wetenschappers bijkomende inzichten krijgen over de evolutie van het lokale mariene ecosysteem, en de effectiviteit van visserijbeheersmaatregelen (bv. het kabeljauwbeheerplan of de Europese zeebaarsmaatregelen).

In 2019 werden in totaal 890.000 vissen gevangen. 38% ervan bleken ondermaats en werden teruggegooid, terwijl de bovenmaatse teruggooi slechts 7% bedroeg. Deze beperkte teruggooi van bovenmaatse vis wijst op een recreatieve zeevisserijpraktijk met het oog op persoonlijke consumptie en minder vanuit de optiek van catch & release.

55% van de vangsten werd gehouden en resulteerde in een totale recreatieve aanvoer van 150 ton aan visserijproducten. Dit is 39% lager in vergelijking met 2018 (247 ton). In volumes uitgedrukt zijn grijze garnaal (24%), wijting (20%), makreel (19%), schar (14%), tong (9%) en zeebaars (8%) de voornaamste soorten.

De hengelvaartuigen nemen met een aanvoer van 91 ton 60% van het totaal aangevoerde volume aan visserijproducten voor hun rekening, gevolg door de sleepnetvaartuigen (31 ton), de hengelaars van een dam/staketsel (12 ton), de strandhengelaars (8 ton), de kruiers (6 ton) en de passieve strandvissers (3 ton). 

Enkel zeebaars en makreel kennen in 2019 hogere vangsten en aanvoervolumes in vergelijking met 2018. De 12 keer (!) hogere aanvoer van zeebaars in 2019 is vooral te wijten aan de geleidelijke versoepelingen van de Europese maatregelen ter bescherming van het zeebaarsbestand. De toename in de totale vangsten (+74%) is dan weer een eerste positief signaal dat het zeebaarsbestand het voor Belgische kust misschien stilaan iets beter doet, al is het vandaag nog te vroeg om hierover harde uitspraken te formuleren. Daarvoor is een verdere opvolging nodig over meerdere jaren.

De grootste afnames in aanvoer ten opzichte zien we bij kabeljauw (-90%) en grijze garnaal (-61%). De verminderde recreatieve aanvoer van garnaal volgt hierin de daling van de commerciële garnaalaanvoer door Belgische vissers (ook de helft lager dan in 2018). Door de sterke jaarlijkse variabiliteit betreft dit allicht eerder een tijdelijk fenomeen.

De kabeljauwpopulatie in de zuidelijke Noordzee heeft daarentegen al tien jaar te kampen met een continue achteruitgang. De versnelde en uiterst sterke achteruitgang tijdens het voorbije jaar (-90%) is dan ook verontrustend en bekrachtigt eerdere meldingen door recreatieve zeevissers over de achteruitgang van het bestand. Deze negatieve evolutie doet dan ook vragen rijzen over de effectiviteit van de huidige herstelmaatregelen voor de kabeljauwstocks in de zuidelijke Noordzee.

Gepubliceerd als Beleidsinformerende Nota: Verleye, T.J., Vanelslander, B., Dauwe, S., Torreele, E. (2020). Beleidsinformerende Nota: Recreatieve zeevisserij in België anno 2019 - Feiten en cijfers. VLIZ Beleidsinformerende nota’s BIN 2020_008. Oostende, 32 pp.

Download de pdf van het rapport

Suggesties

Heb je zelf ideeën, interessante weetjes ...

Stuur ons je suggestie

Artikel delen

Lijkt dit artikel iets voor uw vrienden of collega’s? Deel het met hen!