Een 'baseline' duidt op een tijdstip dat als referentiepunt kan dienen in het verleden - de nultijd waarmee men zaken uit een later tijdperk mee gaat vergelijken. Het is als het ware een vergelijkingspunt met een standaard uit het verleden.
Als we het referentiepunt verschuiven ('shifting baselines' - in het Nederlands wordt 'glijdende perspectieven' gebruikt), verleggen we de standaard die we gebruiken om de huidige toestand te vergelijken met vroeger.
Een voorbeeld: Een kind van de huidige generatie zal zijn grootvader horen vertellen over hoe proper de zee in zijn kindertijd wel (niet) was of hoe groot de op de markt verkochte kabeljauw toen was in vergelijking met vandaag. Dit wordt de ‘baseline’ van het kind; zijn referentiepunt in de tijd. Maar diezelfde grootvader heeft in zijn kindertijd misschien wel nog andere standaarden kunnen afleiden uit de verhalen van zijn grootvader zaliger.
Als men een ecosysteem wil herstellen in zijn natuurlijke, ongerepte toestand is het belangrijk dat men ver genoeg in de tijd teruggaat voor het bepalen van wat die ‘ongerepte toestand’ inhoudt, en voor het vastleggen van de baseline.