[Home]

Home >  (Chromista) > gaatjesdragers (Foraminifera)

Gaatjesdragers – ook wel ‘forams’ genoemd – zijn eencellige organismen. Ze hebben een kalkskelet dat meestal is opgebouwd uit kamers. Via gaatjes in de tussenwanden van de kamers komen uitstulpingen van celplasma naar buiten – ook wel pseudopodiën genoemd – waarmee ze zich kunnen verplaatsen en voeden. Bij de meeste soorten bestaat het skelet uit calciet, een stof die heel goed fossiliseert, wat deze gaatjesdragers heel geschikt maakt in paleontologisch onderzoek. Deze fossielen kunnen namelijk informatie geven over de vroegere klimaatsveranderingen: net zoals bij andere soorten zijn er koude- en warmteminnende gaatjesdragers, en het voorkomen van hun fossielen in bepaalde gebieden kan dus een indicatie geven over het vroegere klimaat dat daar heerste. Gaatjesdragers kunnen zowel op de zeebodem (=benthisch) als in de waterkolom (=planktonisch) voorkomen. Deze benthische gaatjesdragers zijn geschikt om het paleontologisch milieu te bepalen, terwijl de planktonische soorten gebruikt worden om de leeftijd van diepzeesedimenten te bepalen.

Naamsverklaring:
- Foramen = opening (Latijn)
- Ferre = dragen (Latijn)




Soorten (0):

[Back]