Succesvolle Grote Schelpenteldag 2022 toont markant verschil tussen Vlaanderen en Nederland

zonnige Grote Schelpenteldag 2022
VLIZ | Annelies Tavernier

Op zaterdag 19 maart telden 750 burgers onder een stralende hemel meer dan 38.000 schelpen op Vlaamse stranden, met een top-5 sterk vergelijkbaar met vorig jaar. Nederland deed voor het eerst enthousiast mee en klopte af met bijna 22.000 geïdentificeerde schelpen, én met verrassende verschillen.

Het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) en zijn partners (EOS wetenschap, Natuurpunt, Provincie West-Vlaanderen, Strandwerkgroep, Kusterfgoed en de tien kustgemeenten) waren dit weekend toe aan de vijfde editie van de Grote Schelpenteldag, een intussen gevestigd LifeWatch burgerwetenschapsinitiatief.

Zaterdag telden en identificeerden 750 deelnemers onder een stralende hemel, met de hulp van meer dan tachtig schelpenkenners, 38.000 strandschelpen op onze stranden. Nederland – Naturalis, de Nederlandse Malacologische Vereniging, Stichting Anemoon, Stichting De Noordzee en de Strandwerkgemeenschap – deed voor het eerst mee en klopte af op bijna 22.000 strandschelpen, geteld op zeven Zuid-Hollandse en één Texels strand. Beide landen samen registreerden 60 verschillende soorten, waarvan twee derde gemeenschappelijk. Tien percent van alle schelpen en aangetroffen soorten waren niet-inheems.

Toch waren er ook merkwaardige verschillen. Vlaanderen zag de top-5 van de voorbije jaren bevestigd (Nonnetje 37%, Halfgeknotte strandschelp 22%, Kokkel 18%, Mossel 9% en Amerikaanse zwaardschede 5%). In Nederland waren vooral de ‘strandschelpen’ (Spisula) dominant, met 49% Halfgeknotte strandschelp, 9% Ovale strandschelp en 6% Stevige strandschelp. Amerikaanse zwaardschede (9%) en de Kokkel (8%) vervolledigen hier de top-5. Mogelijk houdt het grote aantal Halfgeknotte strandschelpen op Nederlandse stranden verband met de net iets meer aan stroming en storm onderhevige kusten, condities ten gunste van deze schelp.  

“Een tweede verschil lijkt aan te sluiten bij de nabijheid van het Schelde-estuarium”, stelt Jan Seys (VLIZ). “Dit mondingsgebied, net ten oosten van de Belgische kust, is slibrijker dan de meer zandige Zuid-Hollandse kust en de Vlaamse westkust, en huist nogal wat veenformaties in en op de zeebodem. De slibrijke omgeving is ideaal voor het Nonnetje, de veenbanken als leefomgeving voor de Amerikaanse en de Witte boormossel”. Het Nonnetje kwam bij de Nederlandse tellingen pas op de achtste plaats, met nauwelijks 2% van alle gevonden schelpen. Boormosselen kwamen er niet in de top-10, terwijl ze aan de Vlaamse oostkust samen 9% van alle schelpen uitmaken.

Proef de sfeer van zaterdag 19 maart 2019 in deze fotoreportage

Suggesties

Heb je zelf ideeën, interessante weetjes ...

Stuur ons je suggestie

Artikel delen

Lijkt dit artikel iets voor uw vrienden of collega’s? Deel het met hen!