Spuit- of pindawormen zijn mariene, niet-gesegmenteerde wormen. Hun lichaam is opgedeeld in een lang en dun intrekbaar gedeelte met een franje van korte tentakels rond de mond en een dik achtereinde. Ze hebben de naam pindawormen te danken aan het feit dat ze – in samengetrokken toestand – een beetje lijken op een pindanootje. Alle pindawormen leven ingegraven. Sommige soorten gaan zelf actief gangen of buizen graven in de zandige zeebodem, rotsen of hout, terwijl anderen zich nestelen in bestaande gangen van ringwormen of lege schelpen van weekdieren. Ze voeden zich voornamelijk met organisch materiaal, dat ze verzamelen met behulp van hun tentakels. De meerderheid van de pindawormen leven in ondiepe wateren en in sommige gebieden van de Indo-Pacifische Oceaan worden ze als een lekkernij beschouwd. Naamsverklaring: |