Trekkende vissen nauw opgevolgd met Europese telemetrienetwerk

Atlantische blauwvintonijn
Exeter University

De voorbije jaren heeft nieuwe technologie gezorgd voor een ware revolutie in het opvolgen van vismigratie en -gedrag. Vandaag overkoepelt het Europese Tracking Netwerk (ETN) gegevens van duizenden gemerkte vissen, behorend tot een veelheid aan soorten. Uit dit unieke LifeWatch initiatief – intussen goed voor 500 miljoen meldingen – valt veel te leren over charismatische soorten als Atlantische blauwvintonijn, Europese zeebaars en steur.

Steeds meer onderzoekers maken gebruik van bio-telemetrie bij de studie van in het water levende diersoorten. Deze technologie laat ook in dit soort omgeving toe beleidsrelevante vragen rond stockbeheer, invloed van klimaat, etc. te beantwoorden. Wereldwijd zijn de voorbije jaren allerlei nationale en regionale opvolgprogramma’s opgestart. Het Europees Tracking Netwerk (ETN) centraliseert deze inspanningen voor aquatische dieren en smeedt de vele losse initiatieven tot een open, efficiënt en samenhangend pan-Europees netwerk.

Bij deze projecten wordt een elektronische ‘tag’ ingeplant of extern bevestigd, wat toelaat het bewegingsgedrag van de vis op te volgen. Omdat GPS-technologie onder water niet werkt, zijn andere benaderingen nodig dan aan land. Een van de meest gebruikte is akoestische telemetrie, waarbij een tag een geluidsignaal uitzendt dat herkend wordt door op strategische locaties geplaatste ontvangers. Voor meer informatie rond deze technologie en zijn toepassingen, zie de animatiefilm 'Acoustic Telemetry - how it works and why it's useful' van ETN op YouTube.
 


stil video Acoustic Telemetry - how it works and why it's useful
ETN

Meer informatie rond deze technologie en zijn toepassingen kan je bekijken in de animatiefilm 'Acoustic Telemetry - how it works and why it's useful' van ETN op YouTube.

ETN heeft intussen de kaap van 500 miljoen meldingen gerond, met in totaal 8710 tags aangebracht bij niet minder dan 81 verschillende (voornamelijk vis)soorten. Daarmee heeft bio-telemetrie ook in een waterrijke omgeving zijn nut meer dan bewezen en levert het antwoorden op zowel wetenschappelijke als beleidsgerichte vragen. Bij kwetsbare soorten zoals de Atlantische blauwvintonijn, laat bio-telemetrie onderzoekers toe de langeafstandstrek in de vingers te krijgen, om zo betere beheerplannen voor de soort op te maken. Kritische vissen zoals de Europese steur zijn dan weer gebaat bij opvolging na herintroductie. En voor heel wat andere vissen, zoals de zeebaars, creëert bio-telemetrie de mogelijkheid om de populatieopbouw en migratie te bestuderen op een niveau dat ruimer gaat dan de plaatselijke stock.

  • Atlantische blauwvintonijn (Thunnus thynnus) is een tot de verbeelding sprekende, kwetsbare vissoort. Gebouwd als een torpedo, is deze grootste onder de tonijnen een indrukwekkende toppredator. Hij kan veertig jaar oud worden en tot wel 700 kg wegen. Lange tijd was de gebrekkige kennis over de biologie en het trekgedrag van deze soort een hinderpaal voor een gedegen visserijbeheer. Zo ging men er tot voor kort van uit dat de westelijke Atlantische blauwvin in april-juni naar de paaigebieden in de Golf van Mexico trekt om vervolgens in de zomer terug te keren naar de voedselgronden. Dit terwijl de oostelijke variant in mei-juni de Middellandse zee binnentrekt om zich daar voort te planten, waarna de terugkeer volgt naar de N-Atlantische oceaan. Dankzij het tagging-werk weten we nu dat beide populaties niet volledig gescheiden zijn en wel degelijk transoceanische bewegingen maken. De recente koppeling van het Canadese Ocean Tracking netwerk (OTN) met ETN, zal deze integratie en de opvolging van de trans-Atlantische trek van deze en andere soorten verder vergemakkelijken.
     
  • Europese zeebaars (Dicentrarchus labrax) is een snelle bodemvis, die vanwege zijn hoge commerciële waarde en iconische status voor hengelaars, heel erg in trek is bij zowel professionele als recreatieve zeevissers. Zeebaars tolereert een brede range aan temperatuur en zoutgehalte, en past als opportunistische roofvis zijn jachtstrategie aan naargelang de kusthabitat waarin hij vertoeft. Op individueel vlak blijkt de zeebaars een veel specifieker gedrag te vertonen. Zo tonen bio-telemetriestudies in verschillende landen bij zeebaars een hoge plaatstrouw ten aanzien van de zomervoedselgronden. Ook blijken zeebaarzen na de voortplantingstrek vaak terug te keren naar dezelfde locaties om daar in warmer, dieper water de winter door te brengen. Deze seizoensgebonden trekbewegingen geven enerzijds vorm aan het bestand van de soort, anderzijds leidt het verblijf op heel specifieke plekken tot een verhoogd risico van instorting van het bestand. Het onderzoek van individueel gedrag en van trekpatronen is dan ook cruciaal bij het zoeken naar een gepast visserijbeheer.
     
  • Europese steur (Acipenser sturio) oogt als een levend fossiel. Het is een langlevende soort met een kenmerkend langwerpig, van benige platen voorziene lichaam. Ze halen lengtes tot 6 meter en kunnen wel 350 kilogram zwaar worden. Europese steur trekt de rivieren enkel op om zich voort te planten. Het grootste deel van zijn leven vertoeft een Europese steur als bodemvis in kustgebieden en riviermondingen. Steur is ook bekend vanwege de als kaviaar erg gesmaakte eitjes. Ooit kwam de soort wijdverspreid voor in alle kustwateren en in de belangrijkste rivieren van NW-Europa. Vandaag is de soort door IUCN gelabeld als kritisch bedreigd, dit door een combinatie van habitatvernieling, overbevissing en vervuiling. Herintroductieprogramma’s vanuit de enige nog resterende bronpopulatie in de Gironde (Frankrijk), zijn in de 1990-er jaren gestart in de Elbe (Duitsland). Intussen denkt men ook na over herintroductie van steur in de Rijn (Nederland). Bij deze programma’s is tagging van groot belang om het succes van de herintroductie te kunnen inschatten.
     

ETN krijgt via het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) steun van LifeWatch België, naast heel wat support van tal van partners van over gans Europa. LifeWatch is een Europese infrastructuur voor biodiversiteitsonderzoek. Dit virtueel lab omvat observatiestations, databanken, web services en modelleerttools in gans Europa. Het faciliteert de verwerving, verwerking, integratie en analyse van biodiversiteitsdata.
 

Lezing in Bezoekerscentrum Duinpanne

Op donderdag 4 november geeft mariene bioloog Jan Reubens van het VLIZ in het bezoekerscentrum Duinpanne een lezing voor het brede publiek over het telemetrie-onderzoek met vissen, dat hij en zijn team uitvoert binnen het kader van LifeWatch en het Europese Tracking Netwerk. Lees meer

Suggesties

Heb je zelf ideeën, interessante weetjes ...

Stuur ons je suggestie

Artikel delen

Lijkt dit artikel iets voor uw vrienden of collega’s? Deel het met hen!