Beeldbank Beeldbank » Beelden per periode » 20e eeuw » 1900 - 1924
Desnerck (1976, fig. 108)
Beschrijving (Zeil)tuig van de panneschuit.
1. Kluiverboom (rondhout buiten het voorschip tot het bijzetten van kluivers, langsscheepse driehoekige zeilen).
2. Fokkemast (mast voor de grote mast).
3. Fokkemastra (rondhout voor het houden van het fokkezeil).
4. Middenmast.
5. Grootzeilra.
6. Topzeilra.
7. Druilmast (korte mast nabij de spiegel, dit is het vlak dat het achterschip van het vaartuig afsluit).
8. Uitlegger of papegaaistok (langsscheeps rondhout om het zeil achter het achterschip te kunnen uithouden).
9. Kluiverzeil (langsscheeps driehoekig zeil).
10. Fok (voorzeil).
11. Grootzeil (onderzeil aan de grote mast).
12. Topzeil (zeil gevoerd boven een kluiver, gaffelzeil of bezaan).
13. Druilzeil (klein zeil aan de druilmast).
Auteur R. Blomme, G. Casier en A. Clement in Desnerck, G. & R. (1976)
Uit bron Desnerck, G.; Desnerck, R. (1976). Vlaamse visserij en vi...
© R. Blomme, G. Casier en A. Clement in Desnerck, G. & R. (1976)
Klik hier om terug te keren naar miniatuurweergave
|