Beeldbank Beeldbank » Beelden per thema » Visserij » Vaartuigen en onderdelen
 Desnerck (1976, fig. 171)
Beschrijving Dekplan van de vissersbarkentijn:
1. Boegspriet (rondhout voor de voorsteven).
2. Kaapstander (een vertikaal opgestelde windas).
3. Einde van de bak (bovenbouw op het voordek).
4. Logieskap (kapje op het dek met toegang tot de verblijven) bemanning.
5. Koekoek (kap met glas in het dek dienend om licht te laten in de vertrekken benedendeks) van logies.
6. Ankerketting.
7. Ankerspil (windas om de ankerketting in te hieuwen).
8. Spieren (rondhouten) tot het buitenzetten van dorissen (platte, lichte boot met drie banken, vijf riemen, één kompas, één misthoorntje, driekisten met water en drie met zeebeschuit).
9. Fokkemast (mast voor de grote mast).
10. Klein verhoog.
11. Keuken.
12. Ziekenkwartier.
13. Grote “parc” (gevormd door wegneembare planken tot het vezamelen en bijeenhouden van de kabeljauw).
14. Talieblokken (blokken van een eenvoudige takel) tot het bijeenhouden van de dorissen.
15. Tafel tot het koppen en snijden van de vis.
16. Bootsklampen (houten steunen op het dek waarin de reddingsboot rust).
17. Einde van verhoog.
18. Bevestiging van de dorissen.
19. Grote mast.
20. Ruimpompen.
21. Klein verhoog ; het achterste van de kombuis (scheepskeuken); tussen beide het kleinste “parc”.
22. Dak van de achterste verblijven.
23. Koekoek met erachter het stuurwiel.
24. Stuurwiel.
25. Toegang tot de verblijven.
26. Magazijnen.
Auteur R. Blomme, G. Casier en A. Clement in Desnerck, G. & R. (1976)
Uit bron Desnerck, G.; Desnerck, R. (1976). Vlaamse visserij en vi...
© R. Blomme, G. Casier en A. Clement in Desnerck, G. & R. (1976)
Klik hier om terug te keren naar miniatuurweergave |
