Wat wordt verstaan onder Marien Erfgoed?

Marien archeologisch erfgoed: meer dan scheepswrakken

Bij marien archeologisch erfgoed wordt vaak enkel gedacht aan (de naar schatting 3 miljoen) scheepswrakken die wereldwijd onder water liggen. Nochtans dekt het een veel bredere lading: namelijk alle sporen van menselijke aanwezigheid met een cultureel, historisch of archeologisch karakter, die zich deels of geheel onder water bevinden. Met andere woorden het gaat ook om oude kustverdedigingen, restanten van bewoning en economische activiteit, artefacten zoals pijlpunten en botfragmenten tot zelfs prehistorische landschappen. De meeste van deze archeologische relicten liggen begraven onder de huidige zeebodem.

Geschiedenis van de Noordzee

Op het hoogtepunt van de laatste ijstijd, zo'n 20.000 jaar geleden, lag de zeespiegel meer dan 120 meter lager dan nu en grote delen van de Noordzee waren toen land. Dit landoppervlak werd intensief bewoond. Toen het klimaat opwarmde en het ijs begon te smelten liep de Noordzee geleidelijk weer vol. De ontdekking van archeologische sites in de Noordzee van duizenden, soms zelfs tienduizenden jaren oud toont overduidelijk aan dat niet alleen artefacten en structuren maar zelfs hele landschappen bewaard kunnen blijven onder water. De staat van het botmateriaal en de hout- en plantenresten is vaak uitzonderlijk goed, een direct gevolg van de waterverzadigde condities, het zuurstofarme milieu (die de afbraak vertraagt) en de constante temperatuur na het begraven.

De oudste vuurstenen vondsten in de Noordzee dateren uit het midden paleolithicum en zijn tussen de 70.000 en 100.000 jaar oud. Recentere vondsten uit het mesolithicum (10.000 tot 5.000 jaar oud) gaan van bewerkte vuurstenen en benen werktuigen over voedselresten en houtstructuren tot restanten van vuurhaarden en graven. Een van de bekendste vindplaatsen in de Noordzee is Bouldnor Cliff voor de zuidkust van Engeland. Maar verreweg de meeste gelokaliseerde mesolitische vindplaatsen bevinden zich in de Baltische Zee. Een bekend voorbeeld is Tybrind Vig langs de westkust van het Deense eiland Funen, waar niet alleen kano's, peddels, en vishaken werden aangetroffen maar ook menselijke graven, restanten van zoogdieren, schelpen en vissen.

Menselijke fossielen

In 2001 werd tussen het afval van een schelpenzuiger voor de kust van Zeeland een unieke ontdekking gedaan: een klein schedelfragment van een Neanderthaler. De ouderdom wordt geschat op minstens 40.000 jaar. Het is de eerste en vooralsnog enige keer dat een menselijk fossiel van die ouderdom is aangetroffen in de Noordzee.

Met de regelmaat van de klok worden fossiele beenderen van landzoogdieren opgevist uit de zuidelijke Noordzee. Een van de meest spectaculaire vondsten werd gedaan in 2005, toen een mammoetschedel werd opgevist voor Hoek van Holland. Waarschijnlijk betreft het hier een skelet dat los is gekomen uit de bodem door toedoen van baggerwerken in de Eurogeul en daarna in vissersnetten terecht is gekomen. Het is een van de grootste en gaafste exemplaren die in de Noordzee zijn gevonden.