In het onderzoek naar de visie van het bedrijfsleven en de overheid m.b.t. ondergronds transport nu en in de toekomst is onderscheid gemaakt tussen de traditionele vorm, d.w.z. het gebruik van pijpleidingen voor het vervoer van vloeibare en gasvormige producten, en de niet-traditionele vorm, waarmee de ondergrondse distributie van stukgoederen wordt bedoeld. Wensen, verlangens en knelpunten inzake ondergronds vervoer van de industrie, de bedrijven, provincies en gemeenten in de Rijn/Schelde Delta, alsmede van het Rijk zijn in kaart gebracht. Het onderzoek naar traditioneel ondergronds transport is vooral gericht op de vraag hoe en onder welke voorwaarden de bestaande infrastructuur kan worden geoptimaliseerd en uitgebreid. M.b.t. de niet-traditionele vorm is m.n. gekeken naar de knelpunten bij de bedrijven bij een mogelijke overschakeling op deze vervoersmodaliteit. |