Opdracht met betrekking tot het uitvoeren van de kaderrichtlijn water macrobenthos monitoring van de Belgische Kust voor rekening van FOD Volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu |
Identifier financieringsorganisatie: MM/WB/KRW-002 (Other contract id) Periode:
|
|
Instituten (2) |
Top | Publicatie |
- Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), meer, organisator
- Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu; Directoraat generaal Leefmilieu; Dienst Marien Milieu, meer, financier
|
Abstract |
De Europese kaderrichtlijn water (2000/60/EG) (KRW) heeft als doel om een goede ecologische en chemische status van al hun wateren te bekomen tegen 2015. Deze kwaliteitsstatus wordt bepaald aan de hand van een evaluatie van biologische, chemische en hydromorfologische kwaliteitselementen. De evaluatie van deze elementen is gebaseerd op de integratie van duidelijk gedefinieerde biologische kwaliteitscriteria. Aan deze criteria is een classificatie verbonden (zeer slecht, slecht, matig, goed, heel goed) om de ‘gezondheid’ van het systeem te meten ten opzichte van referentie condities. Daarnaast, vraagt de KRW (artikel 8) om voor elke kwaliteitselement monitoring programma’s vast te leggen. Dit project gaat over het kwaliteitselement macro-invertebraten in de Belgische kustzone (< 1 nautische mijl). Macro-invertebraten worden geëvalueerd met de Benthische ecosysteem kwaliteitsindex (BEQI), welke tracht om significante veranderingen ten opzichte van de referentie situatie weer te geven. Een belangrijk aspect binnen de BEQI is het gebruik van de habitat benadering, welke een habitat typologie voor elk waterlichaam vereist. De habitat typologie voor de Belgische kust kan terug gebracht worden tot de volgende voornaamste typen: (1) Abra alba habitat (slibberig fijn zand), (2) Nephtys cirrosa habitat (goed gesorteerd medium zand), (3) Macoma balthica habitat (slib). Een eerste aanzet in verband met het bepalen van de ecologische kwaliteitsstatus van macro-invertebraten in de Belgische kustzone is gedaan binnen het REFCOAST project en Van Hoey et al. (2007b). Dit vertoonde een aantal tekortkomingen, zoals (1) een te laag aantal referentie stalen en (2) geen ruimtelijke dekking van de assessment stalen binnen de 1 mijlszone van de Belgische kust. Hierdoor moet de ecologische status van het benthos en de referentie condities opnieuw bepaald worden. Dit gebeurt binnen dit project door een 1ste monitoring van het benthos in de Belgische kust wateren uit te voeren (najaar 2007) en een herdefiniëring van de referentie condities voor het benthos aan de Belgische kust te maken.
Negen staalname locaties binnen de 1 mijlzone van de kust werden afgebakend, gebaseerd op de positie van invloedsbronnen (rivieren, havens), natuurgebieden, kennis van sedimentologie en benthische gemeenschappen. Op deze staalname locaties werden telkens 15 stalen genomen at random binnen een gebied van 0.6 km², wat neerkomt op een totaal van 135 stalen. Een analyse van het benthos op deze locaties toont aan dat er soms grote variatie in de benthos karakteristieken bestaat binnen één locatie. Maar algemeen gezien treedt er een verarming op in de diversiteit, densiteit en biomassa naar het oosten toe. Een gedetailleerde gemeenschapsanalyse liet toe om de verschillende stalen te linken aan één van de drie habitat typen. Hierdoor konden volgende conclusies gemaakt worden betreffende de gevolgde staalnamestrategie: (1) Een behoud van de 9 locaties zorgt voor een goede ruimtelijke spreiding; (2) een verhoging van het aantal stalen in het Abra alba habitat in de Westelijke en midden kustzone is nodig; (3) een sterke reductie in het aantal stalen in het Macoma balthica habitat in de Oostelijke kustzone en een behoud of lichte reductie in de andere kustzones; (4) het Nephtys cirrosa habitat is voornamelijk gevonden in de Westelijke kustzone met een voldoende grote bemonstering, maar het voorkomen in de midden kustzone moet beter onderzocht worden. Voor het uitbreiden van de referentie data voor de verschillende habitats in de Belgische kustzone, was er een ruime beschikking over data (Belgische (UGent, ILVO), Franse en Nederlandse). De data genomen tussen 1994 en 2004 vertoonden de beste temporele en ruimtelijke spreiding in benthos stalen binnen de Belgische kustzone (< 6 mijl) en deze werden geselecteerd als referentie data. Mede door een gedetailleerde gemeenschapsanalyse kon deze data gelinkt worden aan de 3 voornaamste habitat typen.
Hierdoor waren er voor elk habitat type voldoende stalen beschikbaar voor het bepalen van de referentie grenswaarden, welke zijn opgenomen in het rapport. |
Publicatie |
Top | Instituten |
- Van Hoey, G.; Wittoeck, J.; Hillewaert, H.; Van Ginderdeuren, K.; Hostens, K. (2008). Macrobenthos monitoring at the Belgian coast and the evaluation of the availability of reference data for the Water Framework Directive. ILVO: Belgium. 72 pp., meer
|
|