IMIS

Publicaties | Instituten | Personen | Datasets | Projecten | Kaarten
[ meld een fout in dit record ] Print deze pagina

De Hinderbanken: nog steeds een belangrijk gebied voor de Belgische mariene biodiversiteit?
https://www.vliz.be/vmdcdata/midas/cruise.php?thiscamp=162
www.belspo.be/belspo/fedra/proj.asp?l=en&COD=EV/45

Engelstalige titel: The Hinder banks: yet an important region for the Belgian marine biodiversity?
Overkoepelend project: Research action SPSD-II: Second scientific support plan for a sustainable development policy, meer
Identifier financieringsorganisatie: EV/45 (Other contract id)
Periode: December 2003 tot April 2004
Status: Afgelopen

Thesaurustermen: Benthos; Biodiversiteit; Grind
Geografische term: ANE, Belgium, Hinder Banks, Westhinder [Marine Regions]
 Instituten | Publicatie 

Instituten (2)  Top | Publicatie 
  • Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen; Operationele Directie Taxonomie en Fylogenie; Afdeling Malacologie, meer, coördinator
  • Federaal Wetenschapsbeleid (BELSPO), meer, financier

Abstract
  • Context

    De Noordzee en vooral haar zuidelijke baai hebben ernstig te lijden onder de aanwezigheid van de mens. Verschillende langetermijnstudies hebben aangetoond dat overbevissing, vervuiling en eutrofiëring verantwoordelijk zijn voor de algemene degradatie van het ecosysteem. Deze factoren samen veroorzaken een effect dat moeilijk losgekoppeld kan worden van de invloed van de recente klimaatveranderingen. Als het huidige exploitatieniveau van natuurlijke rijkdommen wordt aangehouden, is hun voortbestaan niet langer gewaarborgd. In de huidige situatie is er dus sprake van een verstoord evenwicht dat we moeilijk in kaart kunnen brengen omdat we onvoldoende informatie hebben over de oorspronkelijke staat van het ecosysteem. Een beleid dat gericht is op een duurzaam beheer van natuurlijke rijkdommen dient gebruik te maken van onder andere referentiesituaties die weinig of geen invloed van de mens ondergingen, en een reeks maatregelen waarmee we kunnen nagaan hoever we daarvan verwijderd zijn.

  • Beschrijving van het Project

    • Doelstellingen

      Ons project richt zich op de studie van de epifauna op de ‘grindbodems' rond de Westhinderbank. We analyseren hiervoor het materiaal dat G. Gilson tussen 1900 en 1910 verzamelde en we nemen ook nieuwe stalen. Op basis van gegevens die we uit oude literatuur wisten te verzamelen, formuleerden we de hypothese dat een aantal stations van Gilson zich in zones bevonden die vissers aan het begin van de twintigste eeuw nog meden. Die zones vormden dus een veilige thuishaven voor de bentische biodiversiteit. Vervuiling en eutrofiëring waren toen nog zeer beperkt. Uit die informatie kunnen we ook afleiden dat de spectaculaire ontwikkeling van vistuigen sinds de jaren twintig, en meer bepaald de motorisering van schepen, ervoor gezorgd heeft dat bepaalde zones geëxploiteerd konden worden.

      Geen enkel onderzoek uit de recente literatuur kan aantonen of veranderingen op de bodem hebben plaatsgevonden sinds de jaren 1900. We weten immers nog lang niet alles over de epifauna in ons maritieme milieu. De belangstelling voor de aard en verspreiding van ‘grind- bodems' van de banken is nog betrekkelijk recent en haar epibentische fauna blijft nog grotendeels onbekend. Wat echter wel geweten is, is dat deze bodems met al hun rijkdommen roofvissen aantrekken. We zouden dus logischerwijs kunnen veronderstellen dat ze van enig belang zijn (geweest) voor de plaatselijke vispopulatie, onder meer als voedingsbodem.

      Het project beoogt drie doelstellingen:

      1. de bepaling van een referentiesituatie voor de grindhabitats van de zuidelijke baai van de Noordzee (oostkust): analyse van de historische collectie;
      2. beschrijving van de huidige toestand in de referentiestations;
      3. analyse van de veranderingen tussen de vroegere en de huidige situatie.

      Dit project zal concrete informatie aanreiken ter staving van de oude teksten waarin de zone rond de Hinderbanken beschreven werd als een rijke zone met een belangrijke ecologische functie. Zo weet men bijvoorbeeld dat er toen grote oesterbanken (Ostrea edulis) voorkwamen en dat noordzeeharingen (Clupea harengus) er hun broedplaats hadden. We kunnen ook bepalen in welke mate de biodiversiteit en de habitats in de referentiestations op 100 jaar tijd zijn veranderd.

    • Methodologie

      De historische informatie uit de stalen en archieven van de verzameling van G. Gilson wordt geïnformatiseerd. Vervolgens wordt die informatie gevalideerd op het vlak van bemonstering (datum, positie, instrument), taxonomie en sedimentologische informatie. De lijst met soorten die Gilson had verzameld, zal voor elk station en voor iedere bodem opnieuw samengesteld worden.
      Aan de hand van die gegevens identificeren we de stations die we als referentie kunnen gebruiken om een idee te krijgen van de potentiële vernieling door vistuigen. Met die resultaten en de informatie uit de literatuur proberen we vervolgens de verspreiding van bepaalde habitats, soorten of verzamelingen van soorten in kaart te brengen.
      We analyseren de kwantitatieve gegevens over de visvangst in de periode tussen 1903 en 1914 (hoeveelheid per klasse en per soort) en concentreren ons vooral op de lokale verspreiding van soorten en hun gemeenschap. Hierbij kijken we naar hun voedingsgewoontes en naar de waargenomen verspreiding van potentiële epibentische prooien.
      Met behulp van een cameratechniek en een klein sleepnet dat geschikt is voor harde heterogene bodems, voeren we twee bemonsteringscampagnes uit in de referentiestations.
      We zullen de toestanden die gemeten werden in de periode van 1905 tot 1907 vergelijken met de situatie in 2005 op basis van een diversiteitsindex (aanwezigheid / afwezigheid), de relatieve dominantie van bepaalde soorten en de aanwezigheid van bijzondere soorten (vaste bodemfauna, zeldzame soorten of recente invasieve soorten).
      De vaststellingen omtrent de aard en omvang van de veranderingen zullen als basis dienen voor het uitwerken van een aantal veronderstellingen rond de oorzaken van die veranderingen. Er zal daarbij verwezen worden naar gegevens over de gevoeligheid van habitats en soorten voor diverse invloeden.

      De resultaten van dit onderzoek zullen gepubliceerd worden en de gevalideerde gegevens kunnen geraadpleegd worden via de database van het Belgian Marine Data Centre (BMDC). Een kaart met de stations van Gilson werd al in 2003 gedigitaliseerd. U kunt deze raadplegen op: http://www.mumm.ac.be/datacentre/Documentation/stations_gilson.php.
      Dit project biedt de mogelijkheid om vragen over het duurzaam beheer van minerale en/of biologische rijkdommen beter af te lijnen en opent nieuwe perspectieven voor onderzoek en milieumonitoring in dit gebied.

Publicatie  Top | Instituten 
  • Houziaux, J.-S.; Kerckhof, F.; Degrendele, K.; Roche, M.F.; Norro, A. (2008). The Hinder banks: yet an important area for the Belgian marine biodiversity? Belgian Science Policy: Brussel. 248 pp., meer

Alle informatie in het Integrated Marine Information System (IMIS) valt onder het VLIZ Privacy beleid Top | Instituten | Publicatie