Voedsel, zuurstof en bioturbatie: een experimentele studie van de structuur van meiofaunagemeenschappen |
Engelstalige titel: Food, oxygen and bioturbation: an experimental study of meiofauna community structure
Overkoepelend project: Vlaams - Nederlandse samenwerking op het gebied van zeewetenschappen, meer
Identifier financieringsorganisatie: G043702N (Other contract id) Periode: Maart 2002 tot Augustus 2006 Status: Afgelopen
Thesaurustermen Bioturbatie; Gemeenschapssamenstelling; Meiofauna
Geografische term: ANE, Nederland, Westerschelde [Marine Regions]
|
|
Instituten (4) |
Top |
- Université de Nice Sophia Antipolis, meer
- Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee; NIOZ Yerseke, meer
- Vlaamse overheid; Beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie; Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen (FWO), meer, financier
- Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), meer, financier
|
Abstract |
Problem definition:
Overall it seems that meiofaunal taxa are more resistant to hypoxia than macrofauna and megafauna. Under natural conditions, severe oxygen depletion may be one major cause of elimination of macrofauna taxa, but whether that will negatively impact the meiofauna, by inducing more reduced redox conditions of the sediment, or have a positive effect due to decreased predation remains an open question. In view of the role of meiofauna as potential indicators of such events, it is of paramount importance to better understand the interaction between macrofauna, oxygen availability and their effect on the meiofauna communities.
Objectives:
In this project we are examining role of the food, oxygen conditions and macrofauna as structuring agents for meiofauna biodiversity patterns. This will increase the value of meiofauna as potential indicators of particular environmental conditions. We will manipulate sediments experimentally, varying
(1) oxygen concentrations of the overlying water,
(2) sediment organic loading and
(3) activity of macrofauna.
Planning 2003:
Field sampling in the Westerschelde Estuary and continuation of laboratory experiments. |
|